Verordening nr. 11-02 houdende het ondersteunen van het vrijetijdsaanbod binnen het jeugdbeleid, bekrachtigd bij Collegebesluit nr. 20112012-0255, de 7 novembre 2012

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Bevoegdheid

Artikel 1. § 1. Deze verordening regelt een aangelegenheid bedoeld in artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet.

§ 2. Deze verordening schept een kader voor het jeugdbeleid in de vrije tijd van de VGC en komt tegemoet aan de regelgeving van de Vlaamse overheid zoals o.m. bedoeld is in het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid.

§ 3. De in deze verordening bedoelde jeugdwerkinitiatieven moeten de rechten van het kind eerbiedigen, zoals die gewaarborgd zijn in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, aangenomen in New York op 20 november 1989, en goedgekeurd bij het decreet van 15 mei 1991.

Begrippen

Art. 2. De volgende begrippen worden in deze verordening gebruikt in de volgende betekenis :

  1. jeugd : kinderen en jongeren van drie tot dertig jaar;

  2. jeugdwerk : sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen voor of door de jeugd, in de vrije tijd, onder educatieve begeleiding en ter bevordering van de algemene en integrale ontwikkeling van de jeugd die daaraan deelneemt op vrijwillige basis;

  3. particulier jeugdwerk : het jeugdwerk met een privaatrechtelijke status;

  4. lokaal jeugdwerk : jeugdwerk dat zich hoofdzakelijk binnen de gemeentegrenzen ontwikkelt en dat zich kan richten op specifieke doelgroepen of specifieke gebieden binnen de gemeente;

  5. regionaal jeugdwerk : waarvan de belangen het gemeentelijk niveau te boven gaan of wat door de aard van de activiteiten een beperkte doelgroep heeft in een groot recruteringsgebied;

  6. jeugdbeleid : het geheel van de beleidsmaatregelen van de overheid ten aanzien van alle levenssituaties van kinderen en jongeren en ten aanzien van het jeugdwerk.

    Doelstelling

    Art. 3. Deze verordening heeft tot doel het vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren te vergroten en de kwaliteit ervan te bewaken door de jeugdwerkinitiatieven en het ontstaan van nieuwe werkvormen in het jeugdwerk te stimuleren en te ondersteunen op basis van hun activiteiten.

    Het College erkent en ondersteunt jeugdwerkinitiatieven binnen de bepalingen van deze verordening en van de bijhorende uitvoeringsbesluiten, en binnen de perken van de begroting.

    HOOFDSTUK II. - Erkenning

    Formele voorwaarden

    Art. 4. § 1. Om erkend te worden moeten de jeugdwerkinitiatieven aantonen dat de activiteiten beantwoorden aan de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT