23 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de ondernemersopleiding, bedoeld in het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op artikel 8 tot en met 10 en 35;

Gelet op het advies van de praktijkcommissie van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 22 april 1998;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 24 april 1998;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 juni 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet : het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen;

  2. instituut : het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, opgericht bij artikel 20 van het decreet;

  3. raad van bestuur : de raad van bestuur van het instituut, bedoeld in artikel 22 van het decreet;

  4. praktijkcommissie : de praktijkcommissie van het instituut, bedoeld in artikel 22 van het decreet;

  5. centra : de centra voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen, bedoeld in artikel 57 tot en met 61 van het decreet;

  6. leersecretaris : de leersecretaris, bedoeld in artikel 62 en 63 van het decreet;

  7. besluit op het statuut van de leersecretaris : het besluit van de Vlaamse regering van 7 april 1998 betreffende het statuut van de leersecretaris;

  8. leertijd : een basisvorming die opleidt in een zelfstandig beroep en die voorbereidt op de ondernemersopleiding, zoals bedoeld in artikel 4 tot en met 7 van het decreet;

  9. leerovereenkomst : een overeenkomst voor bepaalde duur, zoals bedoeld in artikel 5 van het decreet;

  10. besluit op de leertijd : het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd, bedoeld in het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen;

  11. KMO : kleine en middelgrote onderneming.

    Art. 2. § 1. Overeenkomstig artikel 8 van het decreet is de ondernemersopleiding een basisvorming die voorbereidt op het algemeen technisch, commercieel, financieel en administratief uitoefenen van een zelfstandig beroep en het beheer van een kleine en middelgrote onderneming.

    § 2. De ondernemersopleiding is een alternerende opleiding. Ze omvat een theoretische vorming en een praktijkervaring of een praktijkstage of een aanvullende praktijkopleiding.

    Art. 3. § 1. De ondernemersopleiding kan worden georganiseerd voor de opleidingen in een zelfstandig beroep of een groep van zelfstandige beroepen, die door de raad van bestuur erkend zijn.

    § 2. Om als opleiding in een zelfstandig beroep of een groep van zelfstandige beroepen te worden erkend, moet uit een omstandige motivering blijken dat de opleiding aan de volgende voorwaarden voldoet:

  12. de opleiding moet voldoende eigenheid vertonen, in die mate dat ze kan worden onderscheiden van andere opleidingen;

  13. de opleiding moet uitmonden in een beroep of een groep van beroepen die als zelfstandige of als KMO kunnen worden uitgeoefend;

  14. de opleiding moet leiden tot een voldoende specifieke of technische kennis of het inzicht in nieuwe technieken;

  15. voor de opleiding moet een programma beschikbaar zijn, dat de curricula van de cursussen van de theoretische vorming omvat en de praktijkervaring bepaalt.

    § 3. De raad van bestuur legt de procedure van erkenning vast.

    § 4. De erkenning als opleiding in een zelfstandig beroep of een groep van zelfstandige beroepen geldt voor onbepaalde of voor beperkte tijd. De erkenning voor beperkte tijd moet het mogelijk maken vernieuwingen door te voeren. Als de erkenning voor beperkte tijd geldt, moeten de voorwaarden bepaald worden die het beperkte karakter verantwoorden.

    HOOFDSTUK II. - De theoretische vorming

    Afdeling 1. - De cursussen

    Art. 4. § 1. De theoretische vorming omvat cursussen over bedrijfsbeheer en beroepskennis.

    § 2. Onder de cursussen over bedrijfsbeheer moet worden verstaan:

  16. de cursussen over de basiskennis van het bedrijfsbeheer die gericht zijn op het algemene commerciële, financiële, administratieve en personeelsbeleid van de zelfstandigen en de KMO's;

  17. de cursussen van bedrijfsbeheer die gericht zijn op het specifieke commerciële, financiële, administratieve en personeelsbeleid, hetzij op intersectoraal vlak, hetzij op sectoraal vlak en bedoeld voor welbepaalde beroepen.

    § 3. De cursussen over beroepskennis zijn gericht op de technische en ondernemersgerichte leerdoelen, die de nodige beroepsvaardigheid beogen en de praktijkopleiding aanvullen in het zelfstandig beroep of de groep van zelfstandige beroepen, die het voorwerp uitmaken van de opleiding.

    § 4. De raad van bestuur bepaalt de opleidingen in een zelfstandig beroep of een groep van zelfstandige beroepen, waarbij de curricula van de cursussen bedrijfsbeheer en van de cursussen beroepskennis in hun geheel of gedeeltelijk worden geïntegreerd tot één curriculum. De cursussen moeten dit geïntegreerde curriculum behandelen.

    Art. 5. § 1. In het kader van het bedrijfsbeheer, de beroepskennis en de geïntegreerde cursus kunnen aanvullende cursussen georganiseerd worden, in het bijzonder adaptatiecursussen voor cursisten die niet genoeg voorkennis hebben of ernstige problemen bij de verwerking van de cursussen hebben.

    Begeleidingscursussen kunnen worden georganiseerd voor cursisten die vrijgesteld zijn van een cursus of een gedeelte van een cursus over bedrijfsbeheer.

    § 2. Als integrale voorbereiding op de cursus bedrijfsbeheer, de cursus beroepskennis of de geïntegreerde cursus kan een inleidende cursus georganiseerd worden voor cursisten die de nodige voorkennis en -opleiding missen om met goed gevolg de cursus aan te vatten.

    § 3. De cursussen over bedrijfsmanagement voor KMO's zijn cursussen over bedrijfsbeheer met dezelfde doelstelling als bepaald in artikel 4, § 2, 1°, maar georganiseerd voor cursisten die inzake vooropleiding en tewerkstelling voldoen aan de bepalingen van artikel 19 van dit besluit.

    Art. 6. § 1. De cursussen van de theoretische vorming worden georganiseerd door de centra.

    § 2. De cursussen worden mondeling, schriftelijk of via afstandsonderwijs gegeven.

    Art. 7. § 1. De cursussen over theoretische vorming worden erkend door het instituut.

    § 2. Om erkend te kunnen worden en te blijven moeten de cursussen aan de volgende vereisten beantwoorden :

  18. opgenomen zijn in een organisatieplan over theoretische vorming van het centrum dat door de raad van bestuur is goedgekeurd;

  19. overeenstemmen met de curricula van de programma's, vastgelegd overeenkomstig de bepalingen van artikel 9 van dit besluit;

  20. door het instituut beoordeeld worden als pedagogisch-didactisch en/of organisatorisch geschikt;

  21. gegeven worden binnen de minimale en maximale duur, vastgelegd overeenkomstig artikel 10 van dit besluit;

  22. het aantal uren omvatten zoals bepaald is in artikel 11 van dit besluit;

  23. gegeven worden voor groepen van cursisten waarvan het aantal beantwoordt aan de bepalingen van artikel 12 en 13 van dit besluit;

  24. gegeven worden door lesgevers die werkzaam zijn binnen het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1991 tot bepaling van de werkvoorwaarden en de geldelijke regeling van de lesgevers in de leertijd, in de ondernemersopleiding, in de bijscholing, in de omscholing en in de opleiding tot bedrijfsbegeleider.

    Art. 8. Het organisatieplan over theoretische vorming van het centrum waarvan sprake in artikel 7, § 2, 1°, moet voldoen aan de vereisten en ingediend worden overeenkomstig de procedure, vastgelegd door de raad van bestuur.

    Art. 9. § 1. De cursussen over theoretische vorming moeten overeenstemmen met de curricula van de programma's waarvan sprake in artikel 3, § 2, 4°, van dit besluit. De curricula bevatten de minimale doelstellingen en de leerinhouden.

    § 2. De curricula van de programma's kunnen modulair opgebouwd zijn.

    § 3. Wijzigingen aan de vastgelegde curricula kunnen, na onderzoek, door de raad van bestuur toegestaan worden om het invoeren van pedagogische of inhoudelijke vernieuwingen en actualiseringen mogelijk te maken.

    Art. 10. § 1. De duur van de cursussen over bedrijfsbeheer en beroepskennis en van de geïntegreerde cursussen waarvan sprake in artikel 4, § 4, bedraagt één of meerdere opleidingsjaren.

    De duur van een opleidingsjaar omvat minimaal 3 cursusmaanden en maximaal 32 cursusweken.

    § 2. Bij de modulaire opbouw van een curriculum of wegens de vestigingsreglementering of de specificiteit van een opleiding kan de raad van bestuur een afwijking toestaan op de bepalingen van § 1.

    De specificiteit van een opleiding moet blijken uit het programma, bedoeld in artikel 3, § 2, 4°.

    § 3. De adaptatiecursussen en de begeleidingscursussen waarvan sprake in artikel 5, § 1, worden gelijklopend met de cursussen over bedrijfsbeheer en beroepskennis of de geïntegreerde cursussen georganiseerd.

    § 4. De duur van een inleidende cursus waarvan sprake in artikel 5, § 2, bedraagt maximaal één opleidingsjaar.

    Art. 11. § 1. De raad van bestuur legt per opleidingsjaar het aantal cursusuren van de cursussen over bedrijfsbeheer en beroepskennis en van de geïntegreerde cursussen vast. De raad van bestuur houdt hierbij rekening met de vestigingsreglementering en met de specificiteit van een opleiding.

    § 2. Bij de cursussen via afstandsonderwijs, moet in het curriculum van de programma's de studiebelasting in cursusuren uitgedrukt zijn.

    § 3. Behoudens wat bepaald is onder § 4 en § 5 bepaalt de raad van bestuur het aantal cursusuren en de spreiding van de aanvullende cursussen, waarvan sprake in artikel 5, § 1.

    § 4. De adaptatiecursussen, waarvan sprake in artikel 5, § 1, bestaan uit losse modules die, afhankelijk van het tekort aan kennis of van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT