Omzendbrief. - Relatie tussen de burgemeester en de rijkswacht., de 29 mai 1997

Artikel M. (Om technische redenen wordt deze omzendbrief onderverdeeld in fictieve artikelen : Art. M1-M4).

Art. M1. 1. Uitgangspunten.

Art. 1M1. 1.1. De burgemeester is de spilfiguur inzake het gemeentelijk veiligheidsbeleid.

Tot de wet van 3 april 1997 was dit principe niet expliciet vermeld in de wet. Wel kon het worden afgeleid uit de hoofdstukken III en IV van titel II van de Nieuwe gemeentewet (N.Gem.W.). Immers, op grond van artikel 133 N.Gem.W. is de burgemeester in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten, de politiedecreten, de politieordonnaties, de politieverordeningen en de politiebesluiten. Bovendien kan hij, onder bepaalde voorwaarden, op grond van artikel 134, § 1, N.Gem.W. zelf politieverordeningen maken. Inhoudelijk worden de taken van de gemeente inzake bestuurlijke politie gedefinieerd in artikel 135, § 2, N.Gem.W. In dat raam moet ook worden verwezen naar het decreet van 10 vendémiaire jaar IV (2 oktober 1795) betreffende de politie van de gemeenten, dat o.a. de aansprakelijkheid regelt van de gemeenten voor de schade veroorzaakt door misdrijven gepleegd n.a.v. samenscholingen of bijeenkomsten.

Voor het uitoefenen van zijn verantwoordelijkheid beschikt de burgemeester over de gemeentepolitie. Hij is het hoofd van de gemeentepolitie in de uitoefening van haar opdrachten van bestuurlijke politie (artikel 172, § 1, N.Gem.W.). Dit wil zeggen dat hij in het raam van de bestuurlijke politie het hiërarchisch gezag heeft over de gemeentepolitie. Hij kan haar dus in werking stellen door middel van bevelen en kan haar onderrichtingen geven.

De dagelijkse leiding, de organisatie en de verdeling van de taken van het politiekorps berusten bij de korpschef (artikel 171bis, N.Gem.W.). De burgemeester richt zijn bevelen hieromtrent en omtrent de opdrachten van bestuurlijke politie aan de korpschef.

Art. 2M1. 1.2. De rijkswacht is een federale, algemene politiedienst, bevoegd over het gehele grondgebied van het Rijk voor de bestuurlijke politie en de gerechtelijke politie. Zij is lokaal ingeplant door middel van brigades en districten. Haar bevoegdheden put zij uit de wet van 2 december 1957 op de rijkswacht, de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt en tal van andere bijzondere wetten.

Als federale algemene politiedienst is het de taak van de rijkswacht fundamenteel bij te dragen tot het bevorderen van de openbare rust, veiligheid en gezondheid, in het bijzonder door te zorgen voor een harmonisch verloop van het leven in gemeenschap, de problemen inzake veiligheid te voorkomen, op te lossen of te beheersen en de burger te beschermen, te helpen en gerust te stellen.

Deze missie vult zij in door het ontwikkelen van o.a. de basispolitiezorg en de gespecialiseerde politiezorg.

De basispolitiezorg houdt in dat de rijkswacht in overleg en samen met alle betrokken partijen een politiezorg op maat organiseert voor de lokale leefgemeenschap.

Inzake bestuurlijke politie, wordt die basiscomponent van de politiezorg door artikel 14 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt toevertrouwd aan de gemeentepolitie en de rijkswacht op basis van gelijkwaardigheid. Een politiezorg op maat impliceert derhalve een goede samenwerking tussen en coördinatie van die twee politiediensten en moet er in elk geval toe leiden dat, via sluitende afspraken, elke vorm van dubbel gebruik of overlapping vermeden wordt.

De gespecialiseerde politiezorg, als onderdeel van de aanvullende component zoals omschreven in de omzendbrief IPZ 1, Belgisch Staatsblad , 29 december 1995, p. 35008 e.v., heeft betrekking op de effectieve beheersing van een aantal maatschappij-ontwrichtende problemen waarachter meer georganiseerde vormen van criminaliteit schuil gaan en die als federale prioriteiten worden beschouwd (voorbeelden : drugs, mensenhandel, hormonen, financieel-economische criminaliteit). Ook de gerechtelijke politie bij de parketten werkt in dit domein zodat een duidelijke specialisatie, coördinatie en samenwerking tussen de gerechtelijke politie bij de parketten en de rijkswacht noodzakelijk zijn. Dit wordt geregeld door de richtlijn van de Minister van Justitie van 21 februari 1997 tot regeling van de samenwerking en coördinatie inzake de opdrachten van gerechtelijke politie tussen de politiediensten. Wat bovendien de lokale uitingen van de federale prioriteiten betreft, is, net zoals inzake de basispolitiezorg, een coördinatie vereist tussen de gemeentepolitie en de rijkswacht.

Voor het uitoefenen van haar opdrachten staat de rijkswacht onder het gezag van de Minister van Binnenlandse Zaken. Zij staat evenwel onder het gezag van de Minister van Justitie wat de uitvoering van de opdrachten van gerechtelijke politie, de politie van de hoven en rechtbanken, de politie van de gevangenissen en de overbrenging van gevangenen betreft.

Dit gezag is hiërarchisch in die zin dat, wat de uitvoering van de opdrachten betreft, deze ministers elk binnen hun bevoegdheidsdomein, bevelen en onderrichtingen kunnen geven.

Daarnaast beschikken op het vlak van de algemene bestuurlijke politie de provinciegouverneur, de arrondissementscommissaris en de burgemeester over de bevoegdheid de rijkswacht te vorderen (infra 3.4.).

Een vordering geeft de overheden en de ambtenaren die geen hiërarchisch gezag hebben over de rijkswacht en waarvan de eigen mogelijkheden en middelen onvoldoende of onaangepast zijn, de bevoegdheid die dienst, en in voorkomend geval de leden ervan, te verplichten hun medewerking te verlenen aan de materiële uitvoering van de beslissingen die door die overheden worden genomen.

Art. 3M1. 1.3. De regering heeft ervoor gekozen de coördinatie van en de samenwerking tussen de politiediensten te verbeteren onder meer door de invoering van de interpolitiezones (regeringsprogramma 1995, blz. 15).

Deze vernieuwde politiewerking steunt op de uitgangspunten vermeld in de reeds geciteerde omzendbrief IPZ 1.

Voor elke interpolitiezone moet door toedoen van het lokaal vijfhoeksoverleg bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende de algemene regels van het vijfhoeksoverleg, een veiligheidscharter tot stand komen, waarin het veiligheidsbeleid voor de zone wordt vastgelegd en waarop de algemene politiewerking binnen de zone stoelt. Bij uitblijven van een veiligheidscharter, kunnen niettemin akkoorden inzake het veiligheidsbeleid worden gesloten tussen bepaalde partners onderling.

Het veiligheidscharter is een werkinstrument dat een lokaal geïntegreerd veiligheidsbeleid bevordert inzake toezicht, regelend optreden en herstel van de openbare orde, bijstand, preventie, beheersing en bestrijding van de criminaliteit (artikelen 14 en 15 van de wet op het politieambt). De klemtoon dient gelegd op het lokale karakter van dat beleid. Er moet worden ingespeeld op de specifieke veiligheidsbehoeften en -eisen van een zone, waarbij evenwel rekening wordt gehouden met de beleidslijnen die vastgelegd werden op andere bevoegde niveaus.

Om dit beleidsdoel te bereiken, wordt de algemene politiediensten gevraagd om samen de politiezorg te verzekeren op een bevolkingsgerichte wijze. Het gewone dagelijkse politiewerk wordt, in onderlinge afspraak, uitgevoerd door de politiediensten, ieder wat zijn domein betreft. De bijzondere doelstellingen die het beleid vorm geven, kunnen projectmatig worden aangepakt in gezamenlijk overleg.

Art. 4M1. 1.4. De verhouding tussen de burgemeester en de gemeentepolitie enerzijds en de rijkswacht anderzijds, alsmede de coördinatie van en de samenwerking tussen beide politiediensten zijn tot op heden schier wettelijk omschreven. Er is wel artikel 10 van de wet op het politieambt, dat de wettelijke grondslag vormt van het vijfhoeksoverleg. In dat raam bepaalt de omzendbrief IPZ1 dat de omzendbrief OOP-13 van 26 april 1990 houdende de algemene richtlijnen betreffende de coördinatie van het optreden van de gemeentepolitie en de rijkswacht in het raam van de bestuurlijke politie, als richtbaken kan fungeren bij de taakafspraken tussen die twee korpsen.

Art. M2. 2. De wet van 3 april 1997.

Gelet op voormelde uitgangspunten, heeft de regering een wetgevend initiatief genomen om de burgemeester in staat te stellen zijn rol van spilfiguur inzake het gemeentelijk veiligheidsbeleid waar te nemen en de coördinatie van en de samenwerking tussen de gemeentepolitie en de rijkswacht te bevorderen. Deze wet stoelt op volgende principes :

  1. de uitdrukkelijke wettelijke bekrachtiging van de rol van de burgemeester als spilfiguur inzake het gemeentelijk veiligheidsbeleid. De burgemeester is het hoofd van de bestuurlijke politie in de gemeente. Deze bevoegdheid die hem reeds was toegekend door het decreet van 14 december 1789, is thans uitdrukkelijk opgenomen in artikel 133 N.Gem.W. dat bepaalt dat "onverminderd de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken, van de gouverneur en van de bevoegde gemeentelijke instellingen, de burgemeester de verantwoordelijke overheid is inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente";

  2. de uitbreiding van de rapporteringsverplichting van de korpschef van de gemeentepolitie t.a.v. de burgemeester en de invoering van een gelijkaardige verplichting in hoofde van de lokale rijkswachtoverheid. Ook wordt in een wederzijdse informatie-uitwisseling tussen beide politiediensten voorzien;

  3. de mogelijkheid voor de burgemeester om richtlijnen te geven aan de rijkswacht omtrent het gemeentelijk veiligheidsbeleid en de verplichting voor de rijkswacht om zich hiernaar te schikken;

  4. een uitbreiding van het vorderingsrecht van de burgemeester t.o.v. de rijkswacht;

  5. de afdwingbaarheid van de richtlijnen en vorderingen.

Deze omzendbrief heeft tot doel de exacte betekenis en draagwijdte van de bewoordingen van de wet toe te lichten door de begrippen te omschrijven en voorbeelden te geven. Het reeds vroeger bestaande vorderingsrecht van de burgemeester in het raam van de openbare orde zal ook worden besproken.

Art. M3. 3. De relatie...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT