Omzendbrief over de wet van 25 juni 2017 tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan betreft, de 15 décembre 2017

Artikel M.

Aan de dames en heren Procureurs-generaal bij de hoven van beroep,

Aan de dames en heren Ambtenaren van de burgerlijke stand van het Rijk,

Ik vestig uw aandacht op de bepalingen van de wet van 25 juni 2017 tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan betreft (verder : Transgenderwet), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 10 juli 2017. Deze wet treedt in werking op 1 januari 2018.

Deze omzendbrief wil de draagwijdte van de bepalingen van de Transgenderwet toelichten aan de ambtenaren van de burgerlijke stand, zodat ze deze bij de uitoefening van hun ambt kunnen toepassen.

Uiteraard laat de toepassing van deze omzendbrief de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken onverlet.

Deze omzendbrief vervangt de omzendbrief van 1 februari 2008 betreffende de transseksualiteitswetgeving (Belgisch Staatsblad van 20 februari 2008).

  1. Algemeen

    De Transgenderwet brengt de wettelijke bepalingen inzake transseksualiteit, ingevoerd door de wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (verder : Transseksualiteitswet van 2007) in overeenstemming met de internationale mensenrechtenverplichtingen.

    De Transseksualiteitswet van 2007 maakte het mogelijk voor transseksuelen om via een administratieve procedure voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van geslacht te veranderen, met een gerechtelijke controle (verhaalmogelijkheden). Voordien kon men enkel via een rechterlijke procedure juridisch van geslacht wijzigen.

    De Transgenderwet gaat nog verder. Deze wet gaat uit van het principe van de zelfbeschikking. Dit houdt in dat de betrokkene volledig zelf beslist over hoe hij of zij zich voelt, en dat niemand een medische diagnose dient te stellen omtrent zijn of haar genderidentiteit.

    De Transgenderwet schrapt dan ook alle medische criteria om een juridische aanpassing van de geslachtsregistratie of voornaamswijziging te verkrijgen. De geslachtsaanpassing, sterilisatie (die nodig was voor de aanpassing van de geslachtsregistratie) en de hormonenbehandeling (die nodig was voor de voornaamswijziging) zijn dus niet langer vereist.

    De nieuwe procedure voor de aanpassing van de geslachtsregistratie voorziet in een aangifte, waarbij de betrokkene verklaart dat hij of zij ervan overtuigd is dat het geslacht vermeld in de akte van geboorte niet overeenstemt met de innerlijk beleefde genderidentiteit. Na een bepaalde termijn legt de betrokkene een tweede verklaring af, waarin hij of zij stelt dat die overtuiging niet gewijzigd is en dat hij of zij geïnformeerd is over de gevolgen van de aanpassing van de geslachtsregistratie.

    Ook de procedure voor een voornaamswijziging voor transgenders wordt vereenvoudigd.

    Tegelijk worden in beide procedures een aantal mechanismen ingeschreven die fraude en lichtzinnige wijzigingen moeten voorkomen.

    Voorts verduidelijkt de Transgenderwet de afstammingsregels die van toepassing zijn na een aanpassing van de geslachtsregistratie.

    De Transgenderwet houdt tenslotte ook rekening met de bescherming van het privéleven van de betrokkene, door de afgifte van afschriften en uittreksels uit akten van de burgerlijke stand waarop de aanpassing van de registratie van het geslacht zichtbaar is, sterk te beperken.

    In deze omzendbrief licht ik de nieuwe procedure tot aanpassing van de geslachtsregistratie toe, de inhoud van de akte, het afleveren van afschriften en uittreksels van deze akten, de afstammingsregeling, de internationaal privaatrechtelijke aspecten, alsook de overgangsbepalingen.

  2. Aanpassing van de geslachtsregistratie

    1) Procedure

    Artikel 62bis BW, vervangen bij artikel 3 Transgenderwet, regelt de nieuwe procedure tot aanpassing van de geslachtsregistratie in de akte van geboorte en de andere akten van de burgerlijke stand.

    Deze procedure bestaat uit twee fasen. De eerste stap bestaat uit de aangifte van het feit dat men de geslachtsregistratie in de akten van de burgerlijke stand wil aanpassen. Daarna komt de twee fase, de opmaak van de akte, die mogelijk is na het afleggen van een tweede verklaring na een bepaalde termijn.

  3. De aangifte

    Transgenderpersonen kunnen zoals voorheen, bij de ambtenaar van de burgerlijke stand aangifte doen van het feit dat ze hun juridische geslachtsregistratie wensen te veranderen.

    Artikel 62bis, § 1 BW duidt uitdrukkelijk aan wie er aangifte kan doen, voor zover hij of zij de overtuiging heeft dat het geslacht vermeld in de geboorteakte niet overeenstemt met zijn of haar innerlijk beleefde genderidentiteit.

    De aangifte is mogelijk voor :

    - een meerderjarige Belg;

    - een ontvoogde minderjarige Belg;

    - een meerderjarige vreemdeling, ingeschreven in de bevolkingsregisters;

    - een niet-ontvoogde minderjarige Belg of vreemdeling vanaf 16 jaar, voor zover bijgestaan door de ouders of de wettelijke vertegenwoordiger.

    Ook niet-ontvoogde minderjarigen vanaf 16 jaar kunnen dus aangifte doen tot aanpassing van de geslachtsregistratie indien ze worden bijgestaan door de ouders of de wettelijke vertegenwoordiger.

    (zie verder).

    Vreemdelingen kunnen enkel een aangifte doen indien ze zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters. Hiermee worden de bevolkingsregisters bedoeld, zoals omschreven in artikel 1, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, m.a.w. het bevolkings- en vreemdelingenregister. De vreemdelingen ingeschreven in het wachtregister kunnen geen aangifte doen.

    Deze voorwaarde van inschrijving in de bevolkingsregisters voor vreemdelingen is ingegeven door het feit dat voor de aangifte een nauwe band met België is vereist. Punt 6 van deze omzendbrief gaat verder in op de internationaal privaatrechtelijke aspecten.

    Art. 62bis, § 2 BW bepaalt bij welke ambtenaar van de burgerlijke stand de aangifte dient te gebeuren.

    In principe gebeurt de aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de betrokkene is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister. Dit was ook reeds het geval bij de Transseksualiteitswet van 2007.

    Belgen die niet zijn ingeschreven in het bevolkingsregister, doen aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de geboorteplaats.

    Belgen die niet zijn ingeschreven in het bevolkingsregister en niet in België zijn geboren, doen aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand in Brussel. In dit geval zal de ambtenaar van de burgerlijke stand ervoor zorgen dat de aangever het adres opgeeft waarop hem een eventuele weigering tot opmaak van de akte van aanpassing van de registratie van het geslacht kan meedelen.

    Hoe gebeurt de aangifte? Bij de aangifte overhandigt de betrokkene een door hem of haar ondertekende verklaring aan de ambtenaar van de burgerlijke stand (art. 62bis, § 3 BW).

    Bij de aangifte verschijnt de betrokkene dus in persoon. De aangifte is niet mogelijk per brief of via volmacht, daar de ambtenaar van de burgerlijke stand op hetzelfde ogenblik ook de bijkomende informatie dient over te maken aan de betrokkene (zie verder).

    In de verklaring staat dat :

    - hij of zij er al een hele tijd van overtuigd is dat het geslacht vermeld in zijn akte van geboorte niet overeenstemt met zijn innerlijk beleefde genderidentiteit en

    - hij of zij de administratieve en juridische gevolgen van een aanpassing van de registratie van het geslacht in zijn akte van geboorte wenst.

    Het is niet aan de ambtenaar van de burgerlijke stand om na te gaan hoe lang de betrokkene reeds die overtuiging heeft. De ambtenaar dient enkel na te gaan of de verklaring deze vermelding bevat, zonder dat hier een specifieke termijn aan verbonden is.

    De verklaring is beschikbaar op de website van de FOD Justitie (justitie.belgium.be/transgenders) en van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) (igvm-iefh.belgium.be/nl). De betrokkene kan de verklaring afdrukken en ondertekend meebrengen. Indien de betrokkene de verklaring niet bij zich heeft, bezorgt de ambtenaar van de burgerlijke stand hem of haar een niet ondertekende verklaring, zodat hij of zij deze kan ondertekenen en afgeven bij de aangifte. Een model van de verklaring is in bijlage bij deze omzendbrief opgenomen.

    Verder bepaalt art. 62bis, § 3 BW dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de betrokkene wijst op het in beginsel onherroepelijk karakter van de aanpassing van de geslachtsregistratie vermeld in de geboorteakte, alsook dat hij hem of haar inlicht over het verdere verloop van de procedure en de administratieve en juridische gevolgen ervan. De ambtenaar dient ook de officiële informatiebrochure, opgesteld door de Koning, ter beschikking te stellen, net als de contactgegevens van de transgenderorganisaties.

    De ambtenaar neemt nadien akte van de verklaring en geeft een ontvangstbewijs af aan de betrokkene. Het ontvangstbewijs en het informatieblad zijn, geïntegreerd in één document, opgenomen in bijlage bij deze omzendbrief.

    Op het ontvangstbewijs wordt de datum van de eerste en laatste dag waarop de betrokkene de tweede verklaring zou kunnen doen vermeld. Daar artikel 62bis BW dit niet voorziet, wordt de termijn niet verlengd wanneer de laatste dag valt op een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag. Artikel 53 Ger. W. is dus niet van toepassing. De in maanden uitgedrukte termijn (nl. drie tot zes maanden) wordt berekend van de zoveelste tot de dag voor de zoveelste.

    Onder `akte nemen' van de verklaring wordt verstaan dat de ambtenaar de verklaring in ontvangst neemt en een ontvangstbewijs aflevert aan de betrokkene. De ambtenaar maakt geen `voorlopige' akte van de burgerlijke stand (op een los blad) op, zoals voorheen het geval was. De verklaring wordt evenmin opgenomen in de registers van de burgerlijke stand; ze wordt opgenomen in het dossier.

    Ook niet-ontvoogde minderjarigen vanaf 16 jaar kunnen aangifte doen tot aanpassing van de geslachtsregistratie indien ze worden bijgestaan door de ouders (m.n. de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen) of de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT