Omzendbrief nr. 669 - Informatie inzake de federale monitoring van het risico op overschrijding van de personeelskredieten in 2019 en 2020 en de personeelsenveloppes 2019 en 2020, de 26 février 2019

Artikel M.

  1. Context

    De Ministerraad van 15 oktober 2014 heeft aan de FODs P&O en B&B, die sedert 1 maart 2017 geïntegreerd zijn in de nieuwe FOD BOSA, de opdracht gegeven een verplichte monitoring voor het gehele federaal openbaar ambt (met inbegrip van de bijzondere korpsen, de ION en de OISZ) te organiseren.

    Deze omzendbrief geeft informatie aangaande de monitoring van het risico op overschrijding van de kredieten in 2019 en 2020 en legt de budgettaire personeelsenveloppes 2019 en hun prefiguratie voor 2020 vast.

    De principes vastgelegd in de omzendbrief nr. 659 worden gehandhaafd en in deze omzendbrief hernomen. Zij worden aangevuld met volgende specifieke maatregelen :

    - de monitoring van het risico wordt in 2019 tweemaal georganiseerd nl. een eerste maal op basis van de gegevens van mei en een tweede maal op basis van de gegevens van december. De monitoring van december omvat tevens een rapportering over de realisaties van 2019;

    - de entiteiten onderworpen aan de monitoring worden in groepen ingedeeld in functie van de producent van het monitoringrapport;

    - voor de personeelsenveloppes van de FODs en PODs worden de KPI's, zoals tot nu toe het geval was, geproduceerd op basis van het Sepp-platform door het DG Rekrutering & Ontwikkeling van de FOD BOSA. Het betreft de enveloppes primaire uitgaven (kredieten op de BA 11xx03 en 11xx04) waarvoor het Sepp-platform over de volledige betaalgegevens beschikt via Persopoint en Fedcom;

    - voor de administratieve openbare instellingen en de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie worden de KPI's 1a en 1b berekend door het DG Begroting en Beleidsevaluatie van de FOD BOSA;

    - de openbare instellingen van sociale zekerheid, de Federale politie en Defensie staan zelf in voor de productie van het rapport van monitoring van het risico;

    - de Taskforce ontvangt en coördineert de verschillende monitoringrapporten en verzekert hun toezending naar de betrokken actoren.

  2. Taskforce Personeelsmonitoring

    Bij de FOD BOSA wordt een Taskforce Personeelsmonitoring opgericht waarin vertegenwoordigers van de Minister van Begroting, de Minister van Ambtenarenzaken en de FOD BOSA zetelen.

    Deze Taskforce is belast met de opvolging van de evolutie van de personeelsuitgaven en -kredieten en de opmaak en validatie van de methodologie dienaangaande.

    Hij ontvangt en coördineert de verschillende rapporten van monitoring van het risico en maakt ze ter informatie over aan :

    - de Ministerraad;

    - het College van voorzitters van de federale en programmatorische overheidsdiensten;

    - het College van de openbare instellingen van sociale zekerheid;

    - het uitgebreid College van de instellingen van openbaar nut;

    - de Korpschef van de Inspectie van Financiën;

    - de Commissaris-generaal van de Federale Politie;

    - de Chef van Defensie.

  3. Basisprincipes van een analyse van het risico

    - De monitoring van het risico op overschrijding van de personeelskredieten is een continu proces van interne controle bij elke federale entiteit.

    - De Taskforce volgt de kwaliteit van de monitoring op en kan aan elke entiteit vragen hem de gegevens mee te delen waarop de analyse van het risico is berekend.

    - Elke entiteit is verplicht, volgens een vastgelegd ritme, het risico te evalueren conform de methodologie gedefinieerd in omzendbrief 670 voor een betrouwbare projectie van de lasten. De evaluatie gebeurt op basis van de aangegeven referentiemaanden.

    - De basis van de methodologie moet steunen op een analyse van de individuele betaalgegevens, eventueel geaggregeerd, en de detectie van de gekende of voorziene evenementen die de individuele situatie van een betaling wijzigen.

    - Elke ordonnateur en elke operationele verantwoordelijke is er strikt toe gehouden voorafgaandelijk het risico op overschrijding te evalueren van elke beslissing die een structurele impact op de personeelskosten genereert en waarvoor hij gemachtigd is de Staat te verbinden.

    - De inspecteur van Financiën, de regeringscommissaris, de regeringscommissaris van begroting (OISZ) of de afgevaardigde van de minister van begroting, verifieert het door de dienst geëvalueerd risico alvorens een advies over de HR-maatregelen te geven.

    - Elke HR-maatregel moet kaderen binnen de limieten van het personeelsplan, dat steeds door de bevoegde overheid moet goedgekeurd zijn. Het is op het ogenblik van elke uitvoering van het personeelsplan dat nagegaan wordt of er voldoende budgettaire middelen beschikbaar zijn. Een personeelsplan moet dus niet noodzakelijk jaarlijks opgemaakt worden, maar enkel wanneer maatregelen overwogen worden die niet opgenomen zijn in het laatst goedgekeurd personeelsplan.

  4. KPI's voor analyse van het risico

    Het risico op overschrijding wordt geëvalueerd aan de hand van volgende basisindicatoren en KPI's :

    Basisindicatoren :

    - het aantal VTE's per maand;

    - de evolutie van het aantal VTE's over 12 maanden.

    Ter herinnering, zoals gedefinieerd in de omzendbrief 670, is het aantal VTE's gelijk aan het betaald werkregime van een contract waarvoor tijdens de referentiemaand een recurrente wedde werd vereffend. Hierbij moet er een onderscheid worden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT