Omzendbrief inzake de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 18 december 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde, de 22 décembre 2014

Article M. Ik vestig uw aandacht op de bepalingen van de wet van 5 mei 2014 houdende vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 18 december 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde.

Deze wetten treden in werking op 1 januari 2015, met uitzondering van artikel 17 van de wet van 18 december 2014 dat uitwerking heeft vanaf 1 juni 2014.

De wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de meemoeder maakt het mogelijk een afstammingsband te creëren tussen een kind en de meemoeder.

De wet van 18 december 2014 brengt de wet van 5 mei 2014 in overeenstemming met de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde, zodat naamsoverdracht in geval van meemoederschap op dezelfde wijze geregeld wordt als bij het vaderschap.

Enkele technische verbeteringen worden aangebracht aan de wet van 5 mei 2014 en de meemoeder krijgt de mogeljikheid om het vaderschap te betwisten. Het Consulair Wetboek wordt gewijzigd zodat de consulaire beroepsposten ook bevoegd zijn om de akten betreffende de naam van kinderen erkend door de meemoeder te ontvangen.

Het Wetboek van Internationaal Privaatrecht wordt gewijzigd teneinde de bevoegde rechter en het toepasselijk recht aan te duiden voor de vaststelling en betwisting van de afstamming ten aanzien van de meemoeder.

Tenslotte worden de overgangsbepalingen van de wet van 8 mei 2014 gewijzigd zodat ook de Belgen in het buitenland een verklaring tot naamsverandering kunnen afleggen en dit bij de consulaire beroepsposten. De verschillende termijnen voor het afleggen van de verklaring worden ook geuniformiseerd.

Deze omzendbrief strekt ertoe de ambtenaren van de burgerlijke stand voor te lichten over de draagwijdte van de bepalingen die zij mogelijkerwijze moeten toepassen in de uitoefening van hun ambt.

HOOFDSTUK I. - Meemoederschap De wetgever heeft de vaststelling en betwisting van de afstamming ten aanzien van de meemoeder op een identieke wijze geregeld als de vaststelling en betwisting van de afstamming ten aanzien van de vader.

De afstamming ten aanzien van de meemoeder kan bijgevolg vastgesteld worden door toepassing van het vermoeden van meemoederschap, door erkenning of door een gerechtelijke vaststelling.

Aangezien de regeling voor de afstamming van meemoederszijde nagenoeg identiek is aan deze voor de afstamming van vaderszijde, wordt in de eerste plaats verwezen naar de omzendbrief van 7 mei 2007 betreffende de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan. Die omzendbrief, en in het bijzonder de bepalingen met betrekking tot de vaderlijke afstamming, is mutatis mutandis van toepassing op de afstamming van meemoederszijde.

Alvorens in te gaan op de belangrijkste aspecten van de nieuwe regelgeving omtrent het meemoederschap, moet eraan herinnerd worden dat de nieuwe regelgeving slechts van toepassing is onder voorbehoud van de bepalingen van het Wetboek van internationaal privaatrecht.

Vervolgens worden de belangrijkste aspecten van de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder, gewijzigd bij de wet van 18 december 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van internationaal privaatrecht, het Consulair Wetboek, de wet van 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder en de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde, uiteengezet.

A. Wetboek van internationaal privaatrecht

Het Wetboek van internationaal privaatrecht werd aangepast door de wet van 18 december 2014 zodat de bevoegde rechter en het toepasselijk recht inzake meemoederschap kan bepaald worden in grensoverschrijdende situaties.

In de eerste plaats werd de terminologie van artikel 61 van het Wetboek van internationaal privaatrecht aangepast zodat voor de vaststelling en betwisting van het meemoederschap dezelfde bevoegdheidsregels gelden als voor de vaststelling en betwisting van het vaderschap en moederschap.

Ook wat het toepasselijk recht betreft (art. 62 van het Wetboek van internationaal privaatrecht), is geopteerd voor dezelfde basisregel als die voor het vaderschap en moederschap. Het nationaal recht van de ouder wordt in aanmerking genomen als aanknopingsfactor. Dit betekent dat de vaststelling en de betwisting van het meemoederschap beheerst wordt door het recht van de Staat waarvan de meemoeder de nationaliteit heeft bij de geboorte van het kind, of, indien de vaststelling het resultaat is van een vrijwillige handeling (bijvoorbeeld een erkenning), bij het verrichten van die handeling.

Artikel 62, § 2, van het Wetboek van internationaal privaatrecht regelt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT