Omzendbrief inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel, de 23 décembre 2016

Artikel M1. 1. Inleiding

1.1 Context

De huidige omzendbrief vervangt de omzendbrief van 26 september 2008 inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel.

Via deze omzendbrief wordt het Belgisch nationaal verwijzingsmechanisme voor slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel geregeld.

De strijd tegen de mensenhandel en de mensensmokkel maakt deel uit van het Nationaal Veiligheidsplan. Daarnaast kan ook worden gerefereerd aan actiepunt 5.4. van het Nationaal Actieplan "Strijd tegen mensenhandel - 2015-2019" (1) waarin wordt verwezen naar de evaluatie van deze omzendbrief die beëindigd werd in 2014. Deze evaluatie en de wetswijzigingen (bv. voogdijstelsel voor Europese minderjarigen (2)) noopten tot een actualisering van de omzendbrief.

1.2 Doel van de omzendbrief

Het doel van de omzendbrief is het bepalen van de manier waarop de vermoedelijke slachtoffers (3) van mensenhandel en van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel gedetecteerd, doorverwezen en begeleid worden, alsook van de modaliteiten die moeten worden nageleefd voor het verkrijgen van het beschermingsstatuut.

Deze doelstelling wordt verwezenlijkt door :

-de toelichting van de rol van alle bevoegde partners;

- de verwijzing naar bepaalde wettelijke verplichtingen van de verschillende partners;

- de sensibilisering van alle bevoegde partners, alsook van andere eerstelijnsactoren via vormingsessies met betrekking tot de detectie en de bescherming van de slachtoffers.

Deze omzendbrief organiseert de multidisciplinaire samenwerking tussen de verschillende betrokken partners met het oog op het toepassen van het beschermingsstatuut van slachtoffer van mensenhandel of bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel (zoals bepaald in de artikelen 61/2 tot 61/5 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (4) (hierna : Vreemdelingenwet) en in de artikelen 110bis en 110ter van zijn uitvoeringsbesluit (5)).

Deze partners zijn :

- politiediensten;

- sociale inspectiediensten;

- dienst Vreemdelingenzaken (hierna : DVZ);

- magistraten van het openbaar ministerie (hierna : magistraten);

- erkende centra gespecialiseerd in de opvang van en begeleiding van slachtoffers van mensenhandel en van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel (hierna : de erkende gespecialiseerde opvangcentra).

Er bestaat ook een brochure voor de politiediensten en de sociale inspectiediensten met basisinformatie en indicatoren, die bij de federale politie en bij de bevoegde FOD's kan worden opgevraagd.

De omzendbrief bepaalt een kader dat als basis kan dienen voor de sensibilisering en de opleiding van andere eerstelijnsdiensten.

1.3 Belgisch beleid

Het Belgisch beleid tegen de vernoemde fenomenen is gericht op :

1) het bijstaan van de slachtoffers van mensenhandel en/of bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel;

2) het versterken van de mogelijkheden om tegen de daders en mededaders van mensenhandel en/of mensensmokkel te strijden.

Het beleid inzake bijstand aan de slachtoffers is net zo goed gericht op de hulp en de begeleiding in België als bij een vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst of een ander land waar het slachtoffer mag verblijven.

1.4 Bijzondere beschermingsprocedure voor slachtoffers van mensenhandel en/of bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel

Om toegang te krijgen tot deze procedure, moeten drie cumulatieve voorwaarden worden vervuld :

- het verbreken van de contacten met de vermoedelijke dader(s);

- de verplichte begeleiding door een erkend gespecialiseerd opvangcentrum;

- de samenwerking met de gerechtelijke overheden, door verklaringen af te leggen of een klacht in te dienen (behalve gedurende de eerste fase : reflectieperiode). Het afleggen van verklaringen moet hierbij ruim worden geïnterpreteerd (dit kan bijvoorbeeld ook het geven van informatie door het slachtoffer inhouden).

Art. M2. 2. Wie zijn de door de omzendbrief bedoelde slachtoffers ?

2.1 De slachtoffers van mensenhandel

Artikel 433quinquies van het Strafwetboek definieert mensenhandel als de werving, het vervoer, de overbrenging, de huisvesting, de opvang van een persoon, het nemen of de overdracht van de controle over hem met als doel :

  1. de uitbuiting van prostitutie of andere vormen van seksuele uitbuiting;

  2. de uitbuiting van bedelarij;

  3. het verrichten van werk of het verlenen van diensten, in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid;

  4. het wegnemen van organen in strijd met de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen, of van menselijk lichaamsmateriaal in strijd met de wet van 19 december 2008 inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal met het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of het wetenschappelijk onderzoek;

  5. of deze persoon tegen zijn wil een misdaad of een wanbedrijf te doen plegen.

    Iedereen kan slachtoffer zijn van mensenhandel :

    - ongeacht het geslacht : vrouwen en mannen;

    - ongeacht de leeftijd : volwassenen en minderjarigen;

    - ongeacht de nationaliteit : Belgen, EU-onderdanen en onderdanen van derde landen.

    Het al dan niet beschikken over een verblijfsdocument is van geen belang.

    Ook slachtoffers van zogenaamde loverboys zijn slachtoffers van mensenhandel. De bijzondere beschermingsprocedure, zoals beschreven in deze omzendbrief, geldt dus ook voor deze slachtoffers - minderjarig of meerderjarig, Belg of niet-Belg.

    2.2 De slachtoffers van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel

    Mensensmokkel (art. 77bis Vreemdelingenwet) bestaat erin bij te dragen tot het illegaal binnenkomen, doorreizen of verblijven op het grondgebied van een persoon die geen burger is van de Europese Unie in ruil voor een vermogensvoordeel. Het gaat niet om een problematiek die verband houdt met uitbuiting, maar met een fenomeen dat verband houdt met het verblijf en met de overschrijding van de grenzen.

    Wanneer er bepaalde verzwarende omstandigheden zijn, kan de persoon ook genieten van het bijzonder beschermingsstatuut voor slachtoffers.

    Die verzwarende omstandigheden zijn limitatief opgesomd in art. 77quater, 1° tot en met 5° :

  6. ingeval het misdrijf is gepleegd ten opzichte van een minderjarige;

  7. ingeval het is gepleegd door misbruik te maken van de kwetsbare toestand waarin een persoon verkeert ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand, zijn precaire sociale toestand, zijn leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid, zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze heeft dan zich te laten misbruiken;

  8. ingeval het is gepleegd door direct of indirect gebruik te maken van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang, of door ontvoering, machtsmisbruik of bedrog;

    3bis° ingeval het is gepleegd door het aanbieden of aanvaarden van betalingen of om het even welke voordelen om de toestemming te verkrijgen van een persoon die gezag heeft over het slachtoffer;

  9. ingeval het leven van het slachtoffer opzettelijk of door grove nalatigheid in gevaar is gebracht;

  10. ingeval het misdrijf een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid van meer dan vier maanden, hetzij het volledig verlies van een orgaan of van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking heeft veroorzaakt;

    Iedere persoon die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie of van een Staat die partij is bij een internationale overeenkomst betreffende de overschrijding van de buitengrenzen die België bindt, kan slachtoffer van mensensmokkel zijn.

    Een Belg of een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie kan daarentegen nooit een slachtoffer zijn van mensensmokkel (op het Belgische grondgebied of op het grondgebied van de EU)

    Art. M3. 3. Hoe te reageren op een mogelijk slachtoffer van mensenhandel en/of een slachtoffer van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel ?

    3.1 Detectie en identificatie van een slachtoffer

    "Detectie" van een vermoedelijk slachtoffer duidt op het herkennen van indicaties die mogelijk wijzen op een situatie van mensenhandel/bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel. Voor politiediensten en sociale inspectiediensten gebeurt dat hetzij via vaststellingen op het terrein hetzij via afgelegde verklaringen.

    De betrokken persoon moet niet onmiddellijk verklaringen afleggen om als slachtoffer te kunnen worden beschouwd. De vaststelling van aanwijzingen volstaat.

    Om het bestaan van aanwijzingen van mensenhandel te beoordelen, maken de politie- en inspectiediensten gebruik van de indicatorenlijst in bijlage 2 van de omzendbrief COL 01/2015 over het opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel. Die indicatoren staan ook in een brochure die kan aangevraagd worden bij de federale politie of de bevoegde FOD's.

    Om het bestaan van aanwijzingen van mensensmokkel te beoordelen moet worden verwezen naar bijlage 3 van de gemeenschappelijke omzendbrief COL 4/2011 van de minister van Justitie, de minister van Binnenlandse zaken, de Staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid en het College van procureurs-generaal houdende bepalingen tot bestrijding van mensensmokkel.

    Naast politiediensten en sociale inspectiediensten kunnen ook de erkende gespecialiseerde opvangcentra alsook andere eerstelijnsdiensten een rol spelen bij de detectie van slachtoffers, bijvoorbeeld sociale diensten, juridische diensten, urgentiediensten in ziekenhuizen en andere.

    Het komt vaak voor dat slachtoffers zichzelf niet als slachtoffer beschouwen. Bijvoorbeeld omdat ze vinden dat de omstandigheden waarin ze worden uitgebuit en hun loon beter zijn dan wat ze zouden kunnen verkrijgen in hun land van herkomst. De Belgische wetgever heeft echter geoordeeld dat de situatie van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT