Omzendbrief houdende het opmaken van de begroting voor het dienstjaar 2018 van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de 1 septembre 2017

Artikel M.

  1. Algemeen

    De huidige omzendbrief heeft als onderwerp het opmaken van de begroting voor het dienstjaar 2018 van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    1.1. Termijnen

    *Krachtens artikel 88 van de organieke wet van 8 juli 1976 van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij ordonnantie van 8 oktober 2015, moeten de raden voor maatschappelijk welzijn, vóór 1 november van het jaar dat aan het dienstjaar voorafgaat, hun begroting ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraad samen met de documenten bedoeld in dat artikel en met die waarvan sprake in deze omzendbrief. Deze wordt tezelfdertijd toegezonden aan het Verenigd College. Deze termijn dient nauwgezet in acht te worden genomen. Om een zo realistisch mogelijke begroting te kunnen voorleggen is het absoluut noodzakelijk dat de laatste rekeningen goedgekeurd zijn op het ogenblik dat de begroting aangenomen wordt. Bijgevolg kunnen de begrotingen 2018 pas worden vastgesteld door de ocmwraad indien de jaarrekeningen 2016 definitief door de toezichthoudende overheid zijn vastgesteld. Geen enkele begrotingswijziging kan na 1 juli 2018 door de ocmwraad worden aangenomen indien de rekeningen 2017 nog niet aan de toezichthoudende overheden zijn overgemaakt.

    * De begroting is de vertaling in cijfers van het sociale beleid dat het OCMW voert en van de middelen waar het over beschikt om dit uit te voeren.

    * Eén exemplaar van de begroting dient samen met de bijlagen (zie hieronder) naar de Directie Financiën - Lokale Besturen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel te worden gestuurd op het volgende adres:

    Gewestelijke Overheidsdienst Brussel

    Directie Financiën - Lokale Besturen

    Kruidtuinlaan 20

    1035 Brussel

    * Bij niet-goedkeuring of herziening van de begroting door de gemeenteraad, wordt het volledige dossier door het centrum binnen 40 dagen ter goedkeuring voorgelegd aan het Verenigd College.

    * Binnen 15 dagen na ontvangst van de beslissing van de gemeenteraad tot goedkeuring van de begroting of na het verstrijken van de termijn van 40 dagen waardoor de goedkeuring stilzwijgend verleend wordt, dient het centrum het volledig dossier door te sturen aan het Verenigd College.

    * Als gevolg van de zeer korte termijn waarover wij beschikken om het algemeen toezicht uit te oefenen op de begroting ( in het uiterste geval zou het kunnen dat de directie pas ingelicht worden over de aard van het toe te passen toezicht vijf dagen vóór het verstrijken van de termijn van 60 dagen), zal onze directie bij het verstrijken van de termijn van 40 dagen te rekenen vanaf de dag dat het document ons werd toegestuurd overeenkomstig het voornoemd artikel 88 § 1 tweede lid, contact opnemen met uw centrum.

    * De datum van ontvangst van het volledige dossier is de ingangsdatum van de termijn bedoeld in de artikelen 88, 110 en 111 van de organieke wet.

    * Indien de verplichte bijlagen bij de begroting niet systematisch worden toegezonden, zal het geheel of gedeeltelijk ontbreken van deze documenten kunnen leiden tot een dwingende maatregel van de toezichthoudende overheid. De Raad van State is immers van oordeel dat de termijn waarover de toezichthoudende overheid beschikt pas begint te lopen vanaf het ogenblik dat een beslissing die aan deze toezichthoudende overheid voor controle werd toegezonden, op correcte wijze is betekend, dit wil zeggen dat het dossier volledig dient te zijn. (rsv nr. 38894 van 3 maart 1992)

    1.2. Verplichte documenten met betrekking tot de begroting :

    BEGROTING - Lijst van de verplichte documenten
    1 De begroting 2018 conform aan het model vastgelegd bij besluit van het Verenigd College dd. 25 februari 1999, gewijzigd bij besluit van het Verenigd College dd. 31 mei 2007
    2 De beraadslaging in extenso van de raad voor maatschappelijk welzijn
    3 De algemene beleidsnota zoals bedoeld in artikel 88 § 1 van de organieke wet - Zij bevat de hoofdbeleidskeuzes die tijdens het jaar zullen gevolgd worden ; de maatregelen alsook de belangrijkste projecten dienen erin te worden uiteengezet
    4 Het verslag zoals bedoeld in artikel 26bis, § 5 van de organieke wet
    5 Het verslag van de vergadering van het overlegcomité, zoals bedoeld in artikel 26bis, § 4 van de organieke wet
    6 In voorkomend geval, de begroting 2018 van de diensten en instellingen met apart beheer
    7 Het advies van de technische groep zoals bedoeld in artikel 11 van het algemeen reglement op de OCMW-comptabiliteit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (cf. punt 2.2 met betrekking tot de inhoud)
    8 Een gedetailleerde tabel van de investeringen en hun financieringswijze
    9 Een gedetailleerde tabel van het personeel zoals bijgevoegd aan het besluit van het Verenigd College dd. 31 mei 2007 houdende wijziging van het besluit dd. 25 februari 1999 tot vaststelling van het model voor de begroting van de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met de gegevens op 30 juni 2017 (cf. bijlage 2)
    10 De hierbij gevoegde tabellen van de pensioenfondsen, te gebruiken in functie van de beheerswijze van de pensioenen waarvoor uw ocmw heeft gekozen (zie bijlage 3 (tabel A, B of C)).
    11 Een gedetailleerde tabel van het geheel der aangegane en de aan te gane leningen gedurende het dienstjaar, inbegrepen de kredietopeningen

    Teneinde het toezicht efficiënter te laten verlopen, wordt u verzocht een inhoudstafel bij te voegen van de toegevoegde bijlagen bij de begroting.

    Toelichting bij de verplichte documenten:

    Personeelstabellen (punt 9)

    De tabellen in bijlage 2 met betrekking tot het statutair en contractueel personeel dienen ingevuld te worden in elektronische vorm met de gegevens per 30 juni 2017. Voortaan dient geteld te worden in voltijdse equivalenten EN in aantal personen. Op deze wijze wordt vermeden dat er nog enige verwarring kan bestaan over de wijze waarop sommige kolommen moeten worden ingevuld. Ik verzoek u de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht te nemen bij het opstellen van deze tabellen. In disponibiliteit gestelde personen, hetzij op vrijwillige basis voorafgaand aan het pensioen, hetzij wegens langdurige ziekte, dienen meegeteld te worden. Hun totaal aantal moet evenwel in de tabellen meegedeeld worden, als aanvullende informatie.

    Verslag mbt schaalvoordelen (punt 4)

    Wij herinneren u aan artikel 26bis § 5, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn dat bepaalt dat het overlegcomité erop toeziet dat jaarlijks een verslag wordt opgesteld met betrekking tot de schaalvoordelen en het opheffen van overlappingen of het dooreen lopen van activiteiten van het OCMW en van de gemeente.

    Het is in het bijzonder van belang dat dit overleg werkelijk plaatsvindt en men er in slaagt te voorkomen dat de gemeente en het OCMW tegelijk analoge diensten met een sociale opdracht beheren die bovendien elkaar concurrentie aandoen.

    De eventueel door die gemeentediensten of OCMW-diensten uitgevoerde dienstverlening moet worden aangerekend door de dienstverlener aan de begunstigde. Het is van belang dat de lasten en de producten van elkeen duidelijk worden vastgesteld en in hun boekhouding worden opgenomen.

    Die samenwerking mag er echter niet toe leiden dat binnen het OCMW diensten worden afgeschaft die de wet of de reglementaire bepalingen voorschrijven.

    1.3. Wet van 26 mei 2002 inzake het recht op maatschappelijke integratie gewijzigd bij wet van 15 mei 2014 en 21 juli 2016 houdende diverse bepalingen , én de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's

    De overeenstemming tussen de ontvangst- en uitgavenkredieten voor het leefloon moet worden aangepast aan het type tegemoetkomingen dat daarvoor wordt toegekend.

    In het algemeen moeten de centra erop toezien dat de verschillende inschrijvingen op de begroting met tegemoetkoming van de federale overheid, overeenstemmen met het percentage van de tegemoetkoming voorzien inzake bijstand en sociale integratie, in het bijzonder voor wat betreft de tegemoetkoming die de Staat toekent krachtens de wet van 26 mei 2002 inzake het recht op maatschappelijke integratie en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW's Hieromtrent herinner ik u eraan dat overeenkomstig de wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen, de toelagen van de centrale overheid hernomen in de artikelen 32 en 33 van de bovenvermelde wet van 26 mei 2002 werden verhoogd met 5 %. Deze bepalingen zijn in werking getreden op datum van 1 juli 2014.

    De wet van 21 juli 2016 heeft wijzigingen aangebracht aan de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, net als het koninklijk besluit van 3 oktober 2016 wijzigingen heeft aangebracht aan het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

    Deze hervorming van de wet van 26 mei 2002 vereiste dat u een nieuw boekhoudkundig model diende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT