Omzendbrief inzake de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk., de 17 décembre 1999

Artikel M. (Om technische redenen werd dit artikel onderverdeeld als volgt : M0 - M7).

Art. M0. Ik vestig uw aandacht op de bepalingen van de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk. Deze wet beoogt naast de invoering van een aantal maatregelen mbt schijnhuwelijken, tevens een modernisering van sommige aan het huwelijk voorafgaande formaliteiten.

De in het Belgisch Staatsblad van 1 juli 1999 bekendgemaakte wet wordt van kracht op 1 januari 2000. Ik heb het opportuun geacht U hierbij enkele preciseringen te verstrekken aangaande de vanaf die datum toepasselijke nieuwe bepalingen.

Deze omzendbrief vervangt de omzendbrief van 1 juli 1994 betreffende de omstandigheden waarin de huwelijksvoltrekking door de ambtenaar van de burgerlijke stand geweigerd kan worden (Belgisch Staatsblad, 7 juli 1994), en de nummers 1 tem 3 van de omzendbrief van 28 augustus 1997 betreffende de procedure van de huwelijksafkondiging en de documenten die dienen overgelegd te worden teneinde een visum met het oog op het afsluiten van een huwelijk in het Rijk te bekomen en teneinde een visum gezinshereniging op basis van een huwelijk afgesloten in het buitenland te bekomen (Belgisch Staatsblad, 1 oktober 1997), evenals de omzendbrief van 25 november 1992 betreffende het register dat de akten van huwelijksafkondiging bevat en de getuigschriften van huwelijksafkondiging.

Art. M1. A. Akte van aangifte - opheffing van het systeem van de huwelijksafkondiging.

Vanaf 1 januari 2000 wordt het systeem van de huwelijksafkondiging opgeheven, en vervangen door een nieuwe formaliteit, de aangifte van het huwelijk door één van de aanstaande echtgenoten of beiden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, die hiervan een akte van aangifte opmaakt (nieuwe artikelen 63 en 64 van het Burgerlijk Wetboek).

Indien men een huwelijk wil aangaan zal men hiervan aangifte moeten doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar, op de datum van opmaak van de akte van aangifte, een van de aanstaande echtgenoten zijn inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister heeft. Teneinde het recht op huwelijk te garanderen, wordt tevens voorzien dat indien geen van beide aanstaande echtgenoten een inschrijving heeft in een van deze registers, of indien de actuele verblijfplaats van één van hen of beiden om gegronde redenen niet met deze inschrijving overeenstemt (bv. binnenschippers, betrokkene bevindt zich in een ziekenhuis, enz.), de aangifte kan gebeuren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de actuele verblijfplaats van een van de aanstaande echtgenoten (geen gegronde redenen zijn bv. het loutere feit dat uren waarop het in een bepaalde gemeente mogelijk is om te huwen voor betrokkenen beter uitkomen, dat het in bepaalde gemeenten goedkoper is om op een welbepaalde dag te huwen, een mooier kader, enz.).

Voortaan bestaat ook voor Belgen die in het buitenland verblijven en die niet zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente, de mogelijkheid om in België een aangifte van het huwelijk te doen, en derhalve in België te huwen. Het volstaat dat één van de aanstaande echtgenoten de Belgische nationaliteit bezit. In deze gevallen kan de aangifte gebeuren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van de laatste inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van een van de aanstaande echtgenoten, of van de gemeente waar een bloedverwant tot en met de tweede graad van een van de aanstaande echtgenoten zijn inschrijving heeft op de datum van de opmaak van de akte, of van de geboorteplaats van een van de aanstaande echtgenoten. Bij ontstentenis hiervan kan de aangifte gebeuren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Brussel. Ter verduidelijking dient te worden opgemerkt dat de aangifte in de gemeente van laatste inschrijving in het vreemdelingen- of wachtregister, betrekking heeft op die gevallen waar betrokkene op het ogenblik van het verlaten van het grondgebied nog niet in het bezit was van de Belgische nationaliteit.

Wanneer minstens één van de echtgenoten op de dag van de opmaak van de akte van aangifte zijn inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister of zijn actuele verblijfplaats niet heeft binnen de gemeente waar de aangifte wordt gedaan, dient de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt, onmiddellijk door middel van een gewone brief of moderne communicatiemiddelen een afschrift van de akte over te maken aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van inschrijving in vermelde registers of van de actuele verblijfplaats van deze aanstaande echtgenoot of echtgenoten. Op deze manier kan ook door deze laatstgenoemde ambtenaar van de burgerlijke stand worden nagegaan of er geen huwelijksbeletselen zijn. In voorkomend geval meldt hij dit binnen de tien dagen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte van aangifte heeft opgemaakt. Zo kan hij bijvoorbeeld ook meedelen dat betrokkenen in zijn gemeente reeds tevergeefs hebben geprobeerd een aangifte te doen of een huwelijk te sluiten. De eventuele melding van het bestaan van huwelijksbeletselen gebeurt schriftelijk, door middel van een gewone brief of moderne communicatiemiddelen.

Voor ieder van de aanstaande echtgenoten dienen bij de aangifte van het huwelijk aan de ambtenaar van de burgerlijke stand de in artikel 64...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT