Omzendbrief aangaande de toepassing van wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, laatst gewijzigd bij wet van 3 juni 2018, de 18 janvier 2019

Artikel M.

Inleiding

De wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden (verder de voetbalwet) bewijst reeds gedurende 20 jaar haar grote waarde. De laatste grote wijzigingen aan de voetbalwet dateerden reeds van 2007. Na rondetafelconferenties en middels initiatieven van volksvertegenwoordiger dhr. Brecht Vermeulen werd deze zomer een politieke consensus bereikt voor een nieuwe aanpassing van de voetbalwet, met als doel haar te actualiseren aan maatschappelijke en economische evoluties alsook aan het veranderde voetballandschap.

De bepalingen in de "nieuwe" voetbalwet van 3 juni 2018 zijn van toepassing sinds 1 juni 2018. Sommige bepalingen kunnen zonder meer onmiddellijk worden toegepast, andere vergen nog bijkomende wetgevende initiatieven middels uitvoeringsbesluiten.

Een strikte toepassing van de voetbalwet heeft in het verleden zijn nut duidelijk bewezen om van voetbalwedstrijden een familiaal feest te maken en om de veiligheid van de toeschouwers maximaal te helpen vrijwaren. Het toepassingsgebied van de voetbalwet werd heden uitgebreid.

Een van de voornaamste wijzigingen betreft een sterk uitgebreide mogelijkheid om stewards in te zetten, bij zowel voetbalwedstrijden, als nu ook bij voetbalevenementen en het feit dat het luik supporters van de voetbalwet voortaan ook volledig van toepassing is op alle mannenploegen uit alle nationale afdelingen, tal van jeugdreeksen en de twee hoogste afdelingen van het vrouwenvoetbal.

Deze omzendbrief heeft als doel om de meest voorname toelichtingen ter beschikking te stellen aan een breed doelpubliek van partners dewelke in contact zullen komen of kunnen komen met de heden uitgebreidde toepassing van de voetbalwet en om bij te dragen aan een uniforme toepassing van deze wet.

Als bijlage vindt u de wetswijziging zoals deze verschenen is in het staatsblad op 18/06/2018 en een geconsolideerde weergave van de wetgeving zoals gepubliceerd op de website van FOD Justitie, (http://www.ejustice.just.fgov.be).

TITEL I. Definities

TITEL II. Verplichtingen van de organisatoren en van de overkoepelende sportbond

TITEL III. Feiten die het verloop van een internationale voetbalwedstrijd, nationale vrouwenvoetbalwedstrijd, nationale jeugdvoetbalwedstrijd of voetbalwedstrijd waaraan minstens een team uit de nationale afdelingen deelneemt, kunnen verstoren

TITEL IV. Het opleggen van officiële waarschuwingen en effectieve sancties

TITEL I. - Definities

Enkele definities in de wet werden aangepast of toegevoegd. Van groot belang zijn de begrippen nationale voetbalwedstrijd, nationale afdeling, nationale vrouwenvoetbalwedstrijd en nationale jeugdvoetbalwedstrijd.

De invulling van het begrip nationale voetbalwedstrijd veranderde niet en blijft een wedstrijd waaraan ten minste één club uit de afdelingen 1A of 1B van het mannenvoetbal deelneemt.

Het nieuw ingevoerde begrip nationale afdelingen omvat de matchen gespeeld door mannen op een ander niveau dan op het provinciale niveau. Volgens de huidige competitieopdelingen zijn dat de afdelingen van 1A tot en met de klasse 3e amateur.

Aan een internationale wedstrijd neemt ten minste één niet-Belgische ploeg deel, die deelneemt aan een buitenlands kampioenschap of die representatief is voor een vreemde natie. Indien een Belgische club deelneemt, behoort deze tot een nationale afdeling.

Wedstrijden van een vrouwencategorie of een bepaalde leeftijdscategorie vallen niet binnen de definitie van nationale voetbalwedstrijd of wedstrijden binnen een nationale afdeling. Zij vormen immers een afzonderlijke categorie.

Daarnaast wordt ook het begrip supporters liaison officer (SLO) officieel ingevoerd en gedefinieerd.

De gewijzigde definities van stadion en perimeter brengen met zich mee dat er niet langer een buitenomheining nodig is om aan de definitie van stadion te kunnen voldoen en om het (sanctionerende) luik supporters van de voetbalwet te kunnen toepassen.

TITEL II. - Verplichtingen van de organisatoren en van de overkoepelende sportbond.

Bijzondere verplichtingen van de organisatoren:

- De veiligheidsovereenkomst: alle ploegen actief in de eerste drie nationale afdelingen, dus 1A, 1B en 1e klasse amateur, worden ertoe gehouden om een veiligheidsovereenkomst af te sluiten en dat uiterlijk op 21 juli, of op zijn minst acht dagen voor het begin van het kampioenschap indien dit kampioenschap aanvangt vóór 21 juli.

Een origineel exemplaar van de veiligheidsovereenkomst dient binnen dezelfde termijn te worden gezonden aan de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken. Omwille van praktische redenen wordt verzocht om de overeenkomst rechtstreeks over te maken aan de bevoegde dienst zijnde de Voetbalcel, binnen de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken, gevestigd te 1000 Brussel, Waterloolaan 76 (verder de Voetbalcel).

Rekening houdende met het feit dat deze verplichting nieuw is voor de clubs uit de afdeling 1e klasse amateur en het feit dat de wetswijziging pas werd gepubliceerd op 18 juni, hanteert de Voetbalcel dit jaar een zekere tolerantie in haar beoordeling aangaande eventuele tekortkomingen aan die verplichting. Het blijft echter van voornaam belang dat een veiligheidsovereenkomst zo snel mogelijk en correct wordt afgesloten. Eventuele wijzigingen aan de veiligheidsovereenkomst worden naderhand als addendum aan de veiligheidsovereenkomst toegevoegd.

Betreft de inhoudelijke reikwijdte van deze verplichting is naast het artikel 5 van de Voetbalwet ook de aandacht te vestigen op de bepalingen opgenomen in het artikel 10 en artikel 10bis van de Voetbalwet en het artikel 2 van het koninklijk besluit van 6 juli 2013 houdende de in voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen.

De artikelen 10 en 10bis van de voetbalwet:

De organisatoren van een nationale voetbalwedstrijd (op zijn minst één 1A- of 1B-ploeg), een internationale voetbalwedstrijd (waaraan ten minste één niet-Belgische ploeg die aan een buitenlands kampioenschap deelneemt of representatief is voor een vreemde natie deelneemt) of een voetbalwedstrijd waaraan minstens één ploeg van de derde nationale afdeling (tot amateur 1 nvdr) deelneemt nemen ten minste de volgende maatregelen:

  1. het opstellen van een reglement van inwendige orde, dat op een duidelijke en blijvende manier aan de toeschouwers wordt meegedeeld;

  2. het vaststellen van een regeling van burgerrechtelijke uitsluiting en een regeling inzake afgifte van voorwerpen in het reglement van inwendige orde;

  3. het controleren van de naleving van het reglement van inwendige orde;

  4. het nemen van actieve en passieve veiligheidsmaatregelen die de veiligheid van het publiek en de hulp- en politiediensten beogen door de beheersing van de beweging van toeschouwes, de scheiding van rivaliserende toeschouwers, en de concrete tenuitvoerlegging van het reglement van inwendige orde;

  5. het helpen toezien op de naleving van de stadionverboden;

  6. het nemen van maatregelen om de gastvrijheid en het comfort in het stadion te verzekeren.

    De organisatoren van een nationale voetbalwedstrijd (op zijn minst één 1A- of 1B-ploeg) of internationale voetbalwedstrijd (waaraan ten minste één niet-Belgische ploeg die aan een buitenlands kampioenschap deelneemt of representatief is voor een vreemde natie deelneemt) nemen ten minste de volgende maatregelen:

  7. het installeren van bewakingscamera's volgens de nadere regels bepaald in titel II, hoofdstuk Iibis;

  8. het zorgen voor het ticketbeheer, waaronder in ieder geval begrepen is: het aanmaken van de toegangsbewijzen, de distributie ervan, de toegangscontrole en de controle op de geldigheid en op het regelmatig bezit van de toegangsbewijzen; de Koning kan hiertoe bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de nadere regels vaststellen van het ticketbeheer;

  9. het uitwerken van een intern noodplan, dat onder meer de evacuatie organiseert; dit plan wordt in de eerste twee jaar dat een organisator onder het toepassingsgebied van deze wet valt, jaarlijks getest met alle betrokken partners; nadien wordt dit plan driejaarlijks getest met alle betrokken partners; de Koning bepaalt de minimale bepalingen van het intern noodplan en de nadere regels van de test.

    Het artikel 2 van het KB van 6 juli 2013 houdende de in voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen:

    Elk stadion gebruikt voor de organisatie van een voetbalwedstrijd moet voldoen aan de normen gedefinieerd in de bijlage van dit besluit.

    Volgende punten, opgenomen in de bijlage bij dit besluit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT