10 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de mestverwerking

De Vlaamse Regering,

Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, inzonderheid op artikel 4, § 1, en op artikel 29;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 20 maart 2008;

Gelet op het advies nr. 44.967/3 van de Raad van State, gegeven op 16 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid;

  2. een bij de bedrijfsgroep betrokken exploitatie : een exploitatie die deel uitmaakt van een bedrijf dat deel uitmaakt van de bedrijfsgroep in kwestie;

  3. de totale netto stikstofproductie van de bedrijfsgroep : de som van de netto stikstofproductie van alle exploitaties die bij de bedrijfsgroep betrokken zijn;

  4. een erkend laboratorium : een laboratorium dat krachtens artikel 62, § 6, van het Mestdecreet, erkend is geworden;

  5. het compendium : het compendium, vermeld in artikel 62, § 7, van het Mestdecreet;

  6. Vlaamse dierlijke mest : dierlijke mest die geproduceerd is op een exploitatie in het Vlaamse Gewest;

  7. de mestverwerkingsplicht : de mestverwerkingsplicht, vermeld in artikel 29, § 2, van het Mestdecreet.

    HOOFDSTUK II. - De berekening van de mestverwerkingsplicht

    Art. 2. § 1. Voor de berekening van de mestverwerkingsplicht van een bedrijfsgroep wordt bepaald in welke categorie van gemeenten de bedrijfsgroep in kwestie ligt.

    Er zijn drie verschillende categorieën van gemeenten, namelijk :

  8. gemeenten met een gemeentelijke productiedruk, die kleiner is dan of gelijk is aan 170 kg stikstof per hectare;

  9. gemeenten met een gemeentelijke productiedruk die groter is dan 170 kg stikstof per hectare en lager is dan of gelijk is aan 340 kg stikstof per hectare;

  10. gemeenten met een gemeentelijke productiedruk die groter is dan 340 kg stikstof per hectare.

    Voor elke bij de bedrijfsgroep betrokken exploitatie wordt op basis van het exploitatieadres, vermeld op de aangifte, vermeld in artikel 23, § 1, 1°, van het Mestdecreet, en van de lijst met de gemeentelijke productiedruk die als bijlage II gevoegd is bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van het water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, bepaald tot welke categorie van gemeenten als vermeld in het tweede lid, de exploitatie in kwestie behoort.

    § 2. Als al de bij de bedrijfsgroep betrokken exploitaties tot dezelfde categorie van gemeenten als vermeld in § 1, tweede lid, behoren, wordt het te verwerken percentage in een bepaald kalenderjaar berekend conform de berekeningswijze, vermeld in artikel 29, § 2, derde lid, van het Mestdecreet.

    Als niet al de bij de bedrijfsgroep betrokken exploitaties tot dezelfde categorie van gemeenten als vermeld in § 1, tweede lid, behoren, wordt de totale verwerkingsplicht van de bedrijfsgroep, uitgedrukt in %, voor een bepaald kalenderjaar, bepaald door 0,60 % per volle schijf van 1000 kg netto stikstofoverschot van de bedrijfsgroep van dat kalenderjaar te vermeerderen met het resultaat van elk van de drie hierna volgende berekeningen :

  11. de netto stikstofproductie in het kalenderjaar in kwestie van de bij de bedrijfsgroep betrokken exploitaties die in gemeenten liggen met een gemeentelijke productiedruk die kleiner is dan of gelijk is aan 170 kg stikstof per hectare, vermenigvuldigd met tien, en gedeeld door de totale netto stikstofproductie van de bedrijfsgroep in het kalenderjaar in kwestie;

  12. de netto stikstofproductie in het kalenderjaar in kwestie van de bij de bedrijfsgroep betrokken exploitaties die in gemeenten liggen, met een gemeentelijke productiedruk die groter is dan 170 kg stikstof per hectare en die lager is dan of gelijk is aan 340 kg stikstof per hectare, vermenigvuldigd met twintig, en gedeeld door de totale netto stikstofproductie van de bedrijfsgroep in het kalenderjaar in kwestie;

  13. de netto stikstofproductie in het kalenderjaar in kwestie van de bij de bedrijfsgroep betrokken exploitaties die in gemeenten liggen, met een gemeentelijke productiedruk die groter is dan 340 kg stikstof per hectare, vermenigvuldigd met dertig, en gedeeld door de totale netto stikstofproductie van de bedrijfsgroep in het kalenderjaar in kwestie.

    HOOFDSTUK III. - De uitreiking van de mestverwerkingscertificaten

    Afdeling I. - De verschillende types van verwerking die recht geven op mestverwerkingscertificaten

    Art. 3. De Mestbank reikt mestverwerkingscertificaten uit aan de bedrijfsgroepen, mestverzamelpunten en verwerkingseenheden, voor de hoeveelheid stikstof uit Vlaamse dierlijke mest die :

  14. ofwel behandeld werd en het eindproduct van die behandeling is niet afgezet op landbouwgrond gelegen in het Vlaamse Gewest, met uitzondering van parken, plantsoenen en particuliere tuinen. De mestverwerkingscertificaten worden toegekend voor de hoeveelheid stikstof uit Vlaamse dierlijke mest waarvoor op basis van een document als vermeld in artikelen 48 tot en met 60 van het Mestdecreet, aangetoond is dat die niet is afgezet op landbouwgrond gelegen in het Vlaamse Gewest, met uitzondering van parken, plantsoenen en particuliere tuinen;

  15. ofwel behandeld werd tot kunstmest. De mestverwerkingscertificaten worden toegekend voor de hoeveelheid stikstof uit Vlaamse dierlijke mest waarvoor op basis van de aangifte, vermeld in artikel 23, § 1, 1°, 3° of 6°, van het Mestdecreet, en, in voorkomend geval, op basis van het register, vermeld in artikel 24, § 2 of § 3, van het Mestdecreet, aangetoond is dat die behandeld is tot kunstmest;

  16. ofwel behandeld werd tot stikstofgas. De mestverwerkingscertificaten worden toegekend voor de hoeveelheid stikstof uit Vlaamse dierlijke mest waarvoor hetzij op basis van de aangifte, vermeld in artikel 23, § 1, 1°, van het Mestdecreet, en op basis van de balans, vermeld in artikel 3, § 2, achtste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 februari 2008 houdende nadere bepalingen aangaande de inventarisatie van gegevens in het kader van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, hetzij op basis van de aangifte, vermeld in artikel 23, § 1, 3° of 6°, van het Mestdecreet, op basis van het register, vermeld in artikel 24, § 2 of § 3, van het Mestdecreet, en op basis van een nutriëntenbalans, aangetoond is dat die verwerkt is tot stikstofgas;

  17. ofwel, indien het pluimveemest of paardenmest betreft, geëxporteerd werd. De mestverwerkingscertificaten worden toegekend voor de hoeveelheid stikstof uit pluimveemest of paardenmest, die geproduceerd werd op een exploitatie in het Vlaamse Gewest waarvoor op basis van een document als vermeld in artikelen 48 tot en met 60 van het Mestdecreet, aangetoond is dat die geëxporteerd is.

    De nutriëntenbalans, als vermeld in het eerste lid, 3°, is een nauwkeurige balans die opgesteld wordt via een uitgebreide meetcampagne welke wordt uitgevoerd door de exploitant van de verwerkingseenheid gedurende het eerste operationele kalenderjaar van de verwerkingseenheid. Deze balans geeft de hoeveelheden nutriënten aan die tijdens het beschouwde kalenderjaar in de inrichting werden aangevoerd en onder de vorm van afgewerkte producten werden afgevoerd, werden geloosd in oppervlaktewater en in de omgevingslucht. De uitgebreide meetcampagne bestaat uit metingen en analyses van alle aangevoerde en afgevoerde producten, waarvan de soort, de locatie en de frequentie van de metingen en analyses moeten toelaten de nutriënteninhoud van alle aangevoerde en afgevoerde producten te bepalen.. Bij elke wijziging, zij het betreffende het bewerkings- of verwerkingsproces, zij het bij maatregelen ter beperking van de emissies of bij bewerking of verwerking van een andere soort mest, dient een nieuwe nauwkeurige nutriëntenbalans opgesteld te worden en gelden opnieuw de hierboven vermelde bepalingen.

    De minister kan nadere regels bepalen betreffende de meetcampagne en stelt de modelformulieren van de nutriëntenbalans vast.

    Afdeling II. - Analyses

    Art. 4. § 1. Elke bedrijfsgroep, elk mestverzamelpunt en elke verwerkingseenheid die voor de verwerking van dierlijke mest in een bepaald kalenderjaar mestverwerkingscertificaten wil verkrijgen, moet per bedrijf dat behoort tot de bedrijfsgroep, per mestverzamelpunt of per verwerkingseenheid minstens beschikken over een analyse per soort eindproduct, met uitzondering van stikstofgas, dat door het bedrijf, het mestverzamelpunt of de verwerkingseenheid in kwestie, in het kalenderjaar in kwestie geproduceerd werd, of per diercategorie waarvan er in het kalenderjaar in kwestie vanuit het bedrijf, het mestverzamelpunt of de verwerkingseenheid, in kwestie, mest werd geëxporteerd.

    Als in hetzelfde kalenderjaar het verwerkingsproces of de soort aangevoerde producten wijzigt, moet het bedrijf, het mestverzamelpunt of de verwerkingseenheid, in kwestie, per wijziging minstens...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT