21 JANUARI 2003. - Officiële Verzameling van de tarieven van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. Bundel I. 5e bijvoegsel op 1.2.2003. - DEEL II. - Vervoer van reizigers., de 21 janvier 2003

HOOFDSTUK II. - Biljetten, treinkaarten en kaarten.

RUBRIEK I. - Biljetten.

Geldigheid.

Artikel 13. ß 4. Zonebiljetten (met uitzondering van het zonebiljet voor Brussel) geven recht op een onbeperkt aantal reizen binnen de betrokken zone.

Ze zijn 2 uur geldig vanaf de uitreiking.

Voor reizen binnen de zone Brussel bestaan er uitsluitend biljetten die gekoppeld zijn aan de andere vervoermaatschappijen MIVB, De Lijn en TEC (zie artikel 27 " Vervoerbewijzen geldig in de zone Brussel ").

Reisweg - Reisonderbreking.

Art. 14. ß 1. Aangerekende reisweg : de prijs van de biljetten wordt berekend volgens de kortste reisweg tussen het vertrek- en het bestemmingsstation.

ß 5. De reiziger mag afzien van een gedeelte van het traject waarvoor zijn biljet geldig is in een station gelegen op de aangerekende reisweg.

De reiziger mag afzien van het gedeelte van het traject tussen twee willekeurige tussenstations, op voorwaarde aldus vroeger op zijn bestemming te komen dan met aansluitende treinen.

RUBRIEK II. - Treinkaarten.

Treinkaarten uitsluitend voor NMBS-trajecten.

Art. 19. ß 2. Schooltreinkaarten.

  1. De aanvraag voor een Schooltreinkaart moet vergezeld zijn van een schoolattest (naar NMBS-model), ondertekend door de schooldirectie.

Dit attest is vereist indien een Schooltreinkaart wordt aangevraagd voor personen van 18 tot jonger dan 26 jaar.

Deze Treinkaarten worden afgegeven voor 1ste of 2de klas en zijn geldig voor een traject vanuit of naar een station dat de onderwijsinrichting bedient.

Reisweg - Reisonderbreking - Reisverlenging.

Art. 21. ß 2. Treinkaarten, geldig tussen twee of meer stations, laten toe te reizen :

- op de gevraagde reisweg (= aangerekende reisweg) en de reis aan te vangen, te onderbreken en te beÎindigen in alle op die reisweg gelegen stations;

- over elke andere reisweg die de vermelde eind- en/of knooppunten van het NMBS-traject verbindt, doch uitsluitend in doorgaand verkeer (dwz zonder in de tussenstations de reis te onderbreken of de reisweg in te korten), op voorwaarde dat de bestemming vlugger bereikt wordt.

ß 4. Wordt een ander vervoerbewijs (alle stations die zich op de aangerekende reisweg bevinden kunnen worden aangevraagd als vertrek- of bestemmingsstation van het nieuwe vervoerbewijs) gebruikt als reisverlenging op de Treinkaart, dan worden de beide als ÈÈn vervoerbewijs beschouwd en zijn de faciliteiten zoals bepaald in ß 2 (doorgaand verkeer) hierop van toepassing.

RUBRIEK III. - Kaarten.

Kaarten voor 10 enkele...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT