12 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van reglementaire bepalingen van het tweede semester van het jaar 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;
Gelet op de ontwerpen van officiële Duitse vertaling
- van het koninklijk besluit van 6 juli 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
- van het koninklijk besluit van 13 september 2004 tot wijziging, wat de orthopedisten en de bandagisten betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
- van het koninklijk besluit van 13 oktober 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
- van het koninklijk besluit van 20 december 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. De bij dit besluit respectievelijk in bijlagen 1 tot 4 gevoegde teksten zijn de officiële Duitse vertaling :
- van het koninklijk besluit van 6 juli 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
- van het koninklijk besluit van 13 september 2004 tot wijziging, wat de orthopedisten en de bandagisten betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
- van het koninklijk besluit van 13 oktober 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
- van het koninklijk besluit van 20 december 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoordineerd op 14 juli 1994.
Art. 2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 oktober 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
-
DEWAEL
Bijlage 1
FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST SOZIALE SICHERHEIT
6. JULI 2004 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung
ALBERT II., König der Belgier,
Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss!
Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 93bis, eingefügt durch das Gesetz vom 7. April 1995 und abgeändert durch das Gesetz vom 24. Dezember 2002;
Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 214 § 2 Absatz 4, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 14. Juni 2001;
Aufgrund der Stellungnahme des Geschäftsführenden Ausschuss der Entschädigungsversicherung für Lohnempfänger des Dienstes für Entschädigungen des Landesinstituts für Kranken- und Invalidenversicherung vom 21. April 2004 und 16. Juni 2004;
Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 25. Juni 2004;
Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Haushalts vom 28. Juni 2004;
Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, ersetzt durch das Gesetz vom 4. Juli 1989 und abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;
Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die Tatsache, dass eine der im vorliegenden Erlass vorgeschlagenen Abänderungen am 1. Juli 2004 in Kraft treten muss, so dass es notwendig ist, die Versicherungsträger und die Sozialversicherten so schnell wie möglich hiervon in Kenntnis zu setzen;
Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten,
Haben Wir beschlossen und erlassen Wir:
Artikel 1 - Artikel 214 § 2 Absatz 4 des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 14. Juni 2001, wird wie folgt ersetzt:
"Diese Beträge dürfen vom 1. Juli 2001 bis zum 30. September 2004 für Berechtigte, die als Arbeitnehmer mit Person zu Lasten angesehen werden, 28,3957 EUR und für Berechtigte, die nicht als Arbeitnehmer mit Person zu Lasten angesehen werden, 21,2970 EUR nicht unterschreiten. Vom 1. Oktober 2004 bis zum 30. September 2006 dürfen diese Beträge 28,6769 EUR beziehungsweise 21,5100 EUR nicht unterschreiten. Vom 1. Oktober 2006 bis zum 30. September 2007 dürfen diese Beträge 28,9665 EUR beziehungsweise 21,7251 EUR nicht unterschreiten. Ab dem 1. Oktober 2007 dürfen diese Beträge 29,5458 EUR beziehungsweise 22,1596 EUR nicht unterschreiten. Die vorerwähnten Beträge sind an den Schwellenindex 103,14 gebunden."
Art. 2 - In denselben Erlass wird ein Artikel 226bis mit folgendem Wortlaut eingefügt:
"Art. 226bis - Mit einem in Artikel 226 erwähnten Arbeitnehmer gleichgesetzt werden Berechtigte, die mit einer in Artikel 225 § 1 Nr. 1 bis 4 und § 2 erwähnten Person zusammenwohnen, die ein Berufseinkommen bezieht, dessen Monatsbetrag den in Artikel 225 § 3 erwähnten Einkommenshöchstbetrag übersteigt, jedoch unter dem Betrag des durchschnittlichen monatlichen Mindestlohns liegt, der erwähnt ist in Artikel 3 Absatz 1 des kollektiven Arbeitsabkommens Nr. 43 vom 2. Mai 1988 zur Abänderung und Koordinierung der kollektiven Arbeitsabkommen Nr. 21 vom 15. Mai 1975 und Nr. 23 vom 25. Juli 1975 über die Gewährleistung eines durchschnittlichen monatlichen Mindesteinkommens, für verbindlich erklärt durch den Königlichen Erlass vom 29. Juli 1988."
Art. 3 - Artikel 1 des vorliegenden...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI