25 JANUARI 2002. - Officiële verzameling van de tarieven. - Bundel I. Algemene voorwaarden voor het vervoer van reizigers, begeleide bagage en voor andere prestaties in binnenlands verkeer. - Uitgave 01.02.2002. (NOTA : zie ook de bijvoegsels : 2002-06-08/30, 2002-06-08/31 ... ) (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 25-01-2002 en..., de 25 janvier 2002

DEEL I. - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR HET VERVOER VAN REIZIGERS EN BEGELEIDE BAGAGE.

Tarieven.

Artikel 1. § 1. De prijzen (BTW inclusief) voor het vervoer van reizigers en begeleide bagage en voor de bijkomende kosten worden berekend volgens de tarieven die wettelijk van kracht zijn bij de aanvang van de geldigheidsperiode van het vervoerbewijs.

§ 2. De tariefaanpassingen worden in het Belgisch Staatsblad aangekondigd, behalve indien ze het gevolg zijn van een wijziging van de BTW Ze zijn slechts van toepassing vanaf de 11e dag die volgt op de dag van publicatie.

§ 3. De tarieven worden voor iedereen eenvormig toegepast onder dezelfde voorwaarden en in dezelfde omstandigheden.

Douane-, politie- en andere ambtelijke voorschriften.

Art. 2. De reiziger moet zich schikken naar de douane-, politie- en andere ambtelijke voorschriften, zowel wat zijn persoon als de controle van zijn bagage en handbagage betreft. De NMBS aanvaardt hieromtrent geen enkele verantwoordelijkheid indien de reiziger met die verplichtingen geen rekening houdt.

Toepassingsgebied.

Art. 3. § 1. Deze Algemene Voorwaarden zijn geldig op de lijnen van de NMBS en voor alle personen die zich in haar instellingen bevinden.

§ 2. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op het internationaal vervoer indien het Internationaal Verdrag betreffende het spoorwegvervoer van reizigers en bagage (CIV), goedgekeurd door de wet van 25 april 1983 :

- niet van toepassing is;

- het Belgisch recht van toepassing verklaart.

§ 3. Deze Algemene Voorwaarden gelden eveneens bij geheel of gedeeltelijk vervoer over de weg onder de verantwoordelijkheid van de NMBS, behoudens de wijzigingen die uit de afwijkende vervoermodaliteiten kunnen voortvloeien. De bepalingen betreffende de verantwoordelijkheid zijn evenwel niet vatbaar voor wijziging.

Algemene verplichtingen van de NMBS.

Art. 4. § 1. De NMBS moet elke reiziger en zijn bagage vervoeren indien :

  1. de reiziger reist volgens de tarieven;

  2. het vervoer mogelijk is met de treinen die in de dienstregeling van het Spoorboekje zijn aangegeven en voor zover dit vervoer niet door overmacht wordt belemmerd.

    § 2. Wegens dwingende exploitatieredenen kan de NMBS tijdelijk een dienst geheel of gedeeltelijk schorsen.

    De NMBS maakt deze maatregelen zonder uitstel in de betrokken stations bekend, in voorkomend geval via de media.

    Algemene verplichtingen van de reiziger en iedere persoon die zich in de instellingen en de treinen van de NMBS bevindt

    Art. 5. § 1. Iedere persoon die zich in de instellingen of in de treinen van de NMBS bevindt, is gehouden de wetten, de besluiten, de Algemene Voorwaarden en de tarieven in acht te nemen, de aanwijzingen van het stations- en begeleidingspersoneel op te volgen en zijn identiteitskaart te tonen op verzoek van het daartoe gemachtigd personeel.

    § 2. Het is onder meer verboden :

  3. het vervoermaterieel, de roerende alsook de onroerende goederen te bevuilen of te beschadigen;

  4. te roken in de afdelingen van de treinen voorbehouden aan niet-rokers;

  5. gebruik te maken van het noodsein in de treinen, behalve in noodgevallen zoals brand, onveilige situaties, enz.;

  6. niet geoorloofde daden te stellen met treinvertraging tot gevolg;

  7. meer dan één zitplaats per reiziger te bezetten.

    § 3. In geval van overtreding van § 2 zijn de bepalingen van Deel V van toepassing.

    Bovendien kunnen voormelde handelingen aanleiding geven tot strafrechtelijke vervolgingen.

    DEEL II. - VERVOER VAN REIZIGERS.

    HOOFDSTUK I. - Algemeen.

    Recht op vervoer.

    Art. 6. § 1. Het recht op vervoer blijkt uit het vervoerbewijs. Dit kan zowel een biljet, een Treinkaart, een vrijkaart, of enig ander vervoerbewijs zijn die in deze Algemene Voorwaarden worden beschreven of ieder ander document ad hoc dat de NMBS als vervoerbewijs erkent.

    § 2. Behoudens de afwijkingen die in deze Algemene Voorwaarden worden opgesomd moet de reiziger, vooraleer in de trein plaats te nemen, in het bezit zijn van een vervoerbewijs dat geldig is voor het af te leggen traject. Hij moet dit bewijs gedurende de reis kunnen tonen en op verzoek overhandigen aan het begeleidingspersoneel.

    § 3. Reizigers die uit een station vertrekken waar vervoerbewijzen worden verkocht, moeten zich voor de aankoop ervan tijdig naar het verkooppunt begeven. Indien de reiziger echter niet in het bezit is van een geldig vervoerbewijs, moet hij het begeleidingspersoneel van de trein hiervan verwittigen, dit wil zeggen zich spontaan bij hem melden zodra dit mogelijk is (d.i. vóór of zo snel mogelijk na het vertrek van de trein). Hij wordt dan in regel gesteld voor het af te leggen traject door betaling van de normale prijs en het in Bundel II vermelde maakloon.

    Het maakloon is niet verschuldigd wanneer de reiziger geen vervoerbewijs bezit om redenen die uitsluitend te wijten zijn aan de NMBS, bijvoorbeeld wanneer om technische redenen geen vervoerbewijzen kunnen worden afgegeven.

    § 4. Bij vertrek uit stations waar geen vervoerbewijzen worden uitgereikt, moet de reiziger zonder vervoerbewijs het begeleidingspersoneel van de trein verwittigen. Hij wordt in regel gesteld door betaling van de normale prijs voor het gewenste traject.

    § 5. Wanneer in de trein niet betaald wordt of indien de reiziger zonder geldig vervoerbewijs het begeleidingspersoneel niet verwittigt, zijn de bepalingen van Deel V van toepassing.

    Plaatsbezetting.

    Art. 7. § 1. Een reiziger met een geldig vervoerbewijs mag één vrij plaats innemen, voor zover deze plaats niet voorbehouden is voor een groepsreis.

    Een reiziger die zijn plaats verlaat, zonder deze op duidelijke wijze te hebben gemerkt, verliest hierop alle aanspraak.

    § 2. Plaatsgebrek in 2de klas is nooit een reden om op eigen initiatief en zonder het begeleidingspersoneel te verwittigen in 1e klas plaats te nemen.

    § 3. Reizigers met een tweedeklasvervoerbewijs mogen niet op de platforms van de eersteklasrijtuigen plaatsnemen. Hiermee worden de platforms bedoeld tussen de eersteklasafdelingen onderling of tussen die afdelingen en de treinuiteinden.

    Reiziger zonder geldig vervoerbewijs.

    Art. 8. Reizigers zonder vervoerbewijs of met een ongeldig vervoerbewijs worden in regel gesteld volgens de bepalingen van Deel V.

    Uitsluiting van de reis Reizigers die voorwaardelijk worden toegelaten.

    Art. 9. Wordt niet in de treinen toegelaten of kan onderweg uit de trein worden gezet :

  8. Een reiziger zonder vervoerbewijs of met een ongeldig vervoerbewijs die weigert onmiddellijk aan het begeleidingspersoneel de prijs van de reis, de toeslag, het maakloon, het forfaitair bedrag of de heffing te betalen en zijn identiteit niet bewijst.

  9. Een reiziger die zich op onbehoorlijke wijze gedraagt of die de voorschriften van de wetten, besluiten en deze Algemene Voorwaarden niet naleeft. Hij kan geen aanspraak maken op de terugbetaling van de prijs van zijn vervoerbewijs.

  10. Een reiziger die wegens zijn toestand of zijn gedrag zijn medereizigers kan hinderen, bijvoorbeeld door dronkenschap, druggebruik of door ziekte. Hij kan evenmin aanspraak maken op de terugbetaling van zijn vervoerbewijs.

    Betwistingen.

    Art. 10. Reizigers moeten zich schikken naar de richtlijnen van het controle- en stationspersoneel. Klachten kunnen worden gericht aan de Centrale Klantendienst van de BE Reizigers Nationaal.

    Treinen - Dienstregeling.

    Art. 11. § 1. De voor het vervoer bestemde treinen zijn de regelmatig rijdende treinen die in de dienstregelingstabellen zijn opgenomen en de treinen die naargelang de behoefte worden ingelegd.

    § 2. De NMBS kan het gebruik van bepaalde treinen, rijtuigen of afdelingen aan bepaalde categorieën reizigers of aan de houders van bepaalde vervoerbewijzen weigeren.

    § 3. Een reiziger die ten onrechte plaatsneemt in een voor hem niet toegankelijke trein, een rijtuig of een afdeling moet het in Bundel II vermelde forfaitaire bedrag betalen, hetzij onmiddellijk aan het begeleidingspersoneel, hetzij binnen de periode van 14 kalenderdagen na de vastgestelde feiten.

    § 4. Reizigers kunnen de officiële dienstregeling in de stations raadplegen.

    § 5. Reizigers die gebruik wensen te maken van de HST-'Thalys' dienen in het bezit te zijn van een HST-'Thalys'-vervoerbewijs.

    De voorwaarden inzake geldigheid, omwisseling, terugbetaling, klasverhoging en de voorwaarden met betrekking tot de verplichtingen van de reiziger voor 'Thalys'-vervoerbewijzen die geldig zijn op een verbinding tussen twee Belgische steden, worden bepaald door de Algemene Voorwaarden 'Thalys' geldig voor de internationale verbindingen. Deze kunnen geraadpleegd worden in elk station waar 'Thalys'-vervoerbewijzen verkrijgbaar zijn.

    Gemiste aansluitingen - Afschaffen van treinen.

    Art. 12. § 1. Bij een gemiste aansluiting tussen de treinen wegens vertraging of bij uitvallen van een trein op het geheel of een gedeelte van zijn traject is de NMBS gehouden in de mate van het mogelijke, de reizigers en hun bagage per trein tot het bestemmingsstation te brengen en dit zonder bijkomende betaling.

    Dit dient te gebeuren per trein over dezelfde lijn of over een andere reisweg waarbij de reiziger zijn bestemmingsstation met een zo gering mogelijke vertraging kan bereiken.

    § 2. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan de voorschriften van artikel 11, § 5.

    HOOFDSTUK II. - Biljetten, treinkaarten en kaarten.

    RUBRIEK I. - Biljetten

    Geldigheid.

    Art. 13. § 1. Op de biljetten moeten volgende gegevens vermeld zijn :

  11. de naam van het station van vertrek en bestemming;

  12. de rijtuigklas;

  13. de prijs;

  14. de geldigheidsperiode;

  15. eventueel, de verplicht te volgen reisweg.

    De prijs van een biljet wordt steeds berekend op basis van de kortste reisweg tussen het vertrek- en het bestemmingsstation. Ongeacht de afstand tussen die twee punten wordt per enkele reis maximaal de prijs voor 150 km aangerekend.

    § 2. Er bestaan biljetten voor een enkele reis en biljetten voor een heen- en terugreis. Ze kunnen vanaf de vijfde dag vóór de geldigheidsdatum worden aangekocht (of vanaf de twintigste dag voor een B-Dagtrip...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT