23 NOVEMBER 1998. - Wet tot invoering van de wettelijke samenwoning (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek met het oog op het invoeren van de wettelijke samenwoning

Art. 2. In boek III van het Burgerlijk Wetboek worden, onder een titel Vbis, met als opschrift « Wettelijke samenwoning », de artikelen 1475 tot 1479 ingevoegd, luidend als volgt :

Art. 1475. § 1. Onder « wettelijke samenwoning » wordt verstaan de toestand van samenleven van twee personen die een verklaring hebben afgelegd overeenkomstig artikel 1476.

§ 2. Om een verklaring van wettelijke samenwoning te kunnen afleggen, moeten beide partijen voldoen aan de volgende voorwaarden :

1° niet verbonden zijn door een huwelijk of door een andere wettelijke samenwoning;

2° bekwaam zijn om contracten aan te gaan overeenkomstig de artikelen 1123 en 1124.

Art. 1476. § 1. Een verklaring van wettelijke samenwoning wordt afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats.

Dat geschrift bevat de volgende gegevens :

1° de datum van de verklaring;

2° de naam, de voornamen, de plaats en de datum van geboorte en de handtekening van beide partijen;

3° de gemeenschappelijke woonplaats;

4° de vermelding van de wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen;

5° de vermelding dat beide partijen vooraf kennis hebben genomen van de inhoud van de artikelen 1475 tot 1479;

6° in voorkomend geval, de vermelding van de overeenkomst die is bedoeld in artikel 1478, die de partijen hebben gesloten.

De ambtenaar van de burgerlijke stand gaat na of beide partijen voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake de wettelijke samenwoning en maakt in voorkomend geval melding van de verklaring in het bevolkingsregister.

§ 2. De wettelijke samenwoning houdt op wanneer een van de partijen in het huwelijk treedt of overlijdt, of wanneer er een einde aan wordt gemaakt overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf.

De wettelijke samenwoning kan worden beëindigd hetzij in onderlinge overeenstemming door de samenwonenden, hetzij eenzijdig door een van de samenwonenden door middel van een schriftelijke verklaring die tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT