11 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de arbeidsorganisatie (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de arbeidsorganisatie.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 november 2013.

FILIP

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

Mevr. M. DE CONINCK

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het garagebedrijf

Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2013

Arbeidsorganisatie

(Overeenkomst geregistreerd op 22 mei 2013 onder het nummer 114992/CO/112)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 2. De arbeiders hebben binnen het wettelijk kader de keuzemogelijkheid om de eerste 65 overuren per kalenderjaar in het kader van buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van de arbeidswet van 16 maart 1971) te recupereren of uitbetaald te krijgen.

Art. 3. De mogelijkheid om binnen het wettelijk kader een bijkomende schijf van 65 overuren per kalenderjaar in het kader van buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van de arbeidswet van 16 maart 1971) in te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT