Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 2006 betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis, de 16 septembre 2013

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 november 2006 betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis wordt aangevuld met een lid, luidende :

" Dit besluit is niet van toepassing op dierentuinen met uitzondering van de maatregelen in de hoofdstukken II tot en met VI. ".

Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. onder 6° en 7° wordt de zin "De klinische antecedenten worden door de bedrijfsdierenarts opgetekend op een door de erkende vereniging ter beschikking gesteld formulier" opgeheven;

  2. de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt :

    " 8° rundveebeslag met I.B.R.-statuut I2 : een beslag waarvan de klinische antecedenten en de vaccinatietoestand met betrekking tot I.B.R. bekend zijn en waarbij de vaccinatie van de runderen is herhaald volgens het protocol vastgelegd in bijlage III, punt 3; ";

  3. artikel 3 wordt aangevuld met de bepaling onder 26° luidende als volgt :

    " 26° dierentuin : dierentuin bedoeld in artikel 1, 1° van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende de erkenning van dierentuinen. ".

    Art. 3. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    " Art. 15. De statuten kunnen worden vermeld op het paspoort, zoals vastgelegd in de artikelen 26 tot en met 29 van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen. ".

    Art. 4. In artikel 16, § 3 van hetzelfde besluit wordt de zin " De voorwaarden voor deelname aan de verzamelingen bedoeld in bijlage VII, B, worden vastgesteld door de Minister op de overeenkomstig artikel 12, § 2 te bepalen datum." opgeheven.

    Art. 5. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    " Art. 17. Op vraag van de verantwoordelijke, stelt de bedrijfsdierenarts, op basis van het aan het beslag toegekende I.B.R.-statuut, een individueel getuigschrift op dat het paspoort, zoals beschreven in de artikelen 26 tot en met 29 van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen, vergezelt.

    Het model van dit getuigschrift wordt vastgelegd in bijlage IX.

    De I.B.R. statuten van de rundveebeslagen, geïdentificeerd aan de hand van het beslagnummer, de naam en voornaam van de verantwoordelijke, zijn beschikbaar en te downloaden op de website van de erkende verenigingen in " Portable Document Format ", hierna "Pdf"- formaat genoemd.

    Op basis van het I.B.R. statuut van een rundveebeslag is het statuut van een individueel rund, afkomstig van dit rundveebeslag, ook beschikbaar en te downloaden op de website van de erkende verenigingen in `Pdf'-formaat.".

    Art. 6. In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt de derde paragraaf vervangen als volgt :

    " § 3. De voorwaarden en modaliteiten voor het toelaten van runderen op de weide worden vastgelegd in bijlage V. ".

    Art. 7. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  4. de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :

    " 1° van de overdrager de afgifte eisen van het paspoort zoals bedoeld in de artikelen 26 tot en met 29 van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen evenals het individueel getuigschrift zoals bedoeld in artikel 17 van dit besluit; ";

  5. de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :

    " 2° binnen de 48 uur volgend op de verwerving van het rund, en onverminderd de bepalingen van artikel 43 van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose, van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen, van artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1999 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige runderziekten, en van het artikel 26, § 1, van het koninklijk besluit van 17 oktober 2002 betreffende de bestrijding van rundertuberculose, beroep doen op de bedrijfsdierenarts om een klinisch onderzoek uit te voeren en, in geval van een gekwalificeerd I3 of I4 beslag de onderzoeken zoals voorgeschreven in bijlage VI, punten 2 en 3, uit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT