25 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie 'mobiele urgentiegroep' (MUG) moet voldoen om te worden erkend

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 68;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie "mobiele urgentiegroep", gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "mobiele urgentiegroep" (MUG) moet voldoen om erkend te worden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 april 1999, 9 februari 2001 en 15 juli 2002 en bij het ministerieel besluit van 19 april 2001;

Gelet op de adviezen van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, uitgebracht op 11 maart 1999 en 28 september 2000;

Gelet op het advies nr. 32.833/3 van de Raad van State van 14 mei 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 5 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie "mobiele urgentiegroep" (MUG) moet voldoen om te worden erkend, wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt :

De geneesheer die de leiding van de functie heeft zoals bedoeld in dit artikel, kan tegelijkertijd het geneesheer-diensthoofd van de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" zijn, zoals bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 27 april 1998 tot vaststelling van de normen waaraan een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" moet voldoen om erkend te worden.

Art. 2. In artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 februari 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. De paragraaf, zoals die oorspronkelijk van kracht was, wordt aangevuld met een tweede en derde lid, luidend als volgt :

    De in deze paragraaf bedoelde geneesheren mogen evenwel tegelijkertijd de permanente aanwezigheid vervullen, zoals bedoeld in artikel 2, § 1, 4°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van de aanvullende normen voor de erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van ziekenhuisgroeperingen en de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen.

    De geneesheren die aan de medische permanentie deelnemen mogen niet langer dan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT