30 JANUARI 2014. - Ministerieel besluit houdende de bepaling van de inkomsten die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het maandelijkse netto-inkomen en de vaststelling van de methodiek met betrekking tot het solvabiliteitsonderzoek
De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende Vlaamse Wooncode, artikel 79, gewijzigd bij het decreet van 24 maart 2006 en 31 mei 2013;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009, 4 december 2009, 6 juli 2010, 7 juli 2010, 24 september 2010, 19 november 2010, 13 mei 2011, 10 juni 2011, 9 september 2011 en 14 oktober 2011;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 houdende de voorwaarden waaronder de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en het Vlaams Woningfonds bijzondere sociale leningen aan particulieren kunnen toestaan, artikel 2, tweede lid en artikel 7;
Gelet op het advies 54.768/3 van de Raad van State, gegeven op 13 januari 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het gunstige advies van Inspectie van Financiën, gegeven op 3 december 2013,
Besluit :
Artikel 1. § 1. Het maandelijkse netto-inkomen wordt vastgesteld op basis van het gemiddelde van de inkomsten van de laatste zes maanden voorafgaand aan de referentiedatum bij het aangaan van de lening. Alle gekende en bewezen netto beroepsinkomsten van de ontlener, zowel uit hoofd- als bijberoep, alle vervangingsinkomsten en ontvangen alimentatiegelden worden in aanmerking genomen. Tevens wordt een derde van het ontvangen kindergeld en een derde van de wezentoelage in aanmerking genomen als inkomsten.
§ 2. In afwijking van de vorige paragraaf wordt uitsluitend rekening gehouden met de inkomsten van de laatste volledige maand voorafgaand aan de referentiedatum bij het aangaan van de lening, indien de inkomenssituatie van de ontlener tijdens de bedoelde periode van zes volledige maanden aanzienlijk is gedaald.
De ontlener dient minstens gedurende de zes laatste volledige maanden voorafgaand aan de referentiedatum bij het aangaan van de lening, over inkomsten te beschikken vooraleer een lening kan worden toegestaan.
§ 3. Voor de activiteit als zelfstandige wordt de meest recente fiscale aanslag, die betrekking heeft op de huidige zelfstandige activiteit, in aanmerking genomen. Hieruit wordt het netto belastbaar inkomen genomen, verminderd met de belastingen en gedeeld door het aantal maanden waarop de aangifte betrekking heeft. Indien de...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI