Omzendbrief betreffende bepaalde aspecten van de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken, de 8 mars 2013

Artikel M. I. INLEIDING

De wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken (hierna "de Wet" genoemd), werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 december 2012. Deze wet wijzigt tevens de artikelen 237, 238 en 249 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, alsook de artikelen 569, 22°, 604 en 628, 9° van het Gerechtelijk Wetboek en de artikelen 36, tweede lid, en 38 van het Wetboek van internationaal privaatrecht.

Overeenkomstig artikel 32, § 1, van de Wet zijn de wijzigingsbepalingen van toepassing sinds 1 januari 2013, met uitzondering van de artikelen 18 tot 22, die in werking getreden zijn de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt, dus 14 december 2012. De bepalingen van het Wetboek van de Belgische nationaliteit bedoeld in de artikelen 18 tot 22 van de Wet, zijn de artikelen 22, § 1, 2° en 7°, en § 4, 23, § 1, 1°, 23/1, 24 en 25.

Voorts moet gewezen worden op de uitvaardiging van twee koninklijk besluiten, genomen op grond van de artikelen 2, 3, 4, 12 en 17 van de Wet, namelijk het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot uitvoering van de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit teneinde het verkrijgen van de Belgische nationaliteit migratieneutraal te maken, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 21 januari 2013, tweede editie (Erratum Belgisch Staatsblad 18 februari 2013), hierna "het koninklijk besluit van 14 januari 2013" genoemd, alsook het koninklijk besluit van 17 januari 2013 tot vaststelling van de lijst van landen waar het verkrijgen van akten van geboorte onmogelijk is of op zware moeilijkheden botst, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 januari 2013, hierna "het koninklijk besluit van 17 januari 2013" genoemd.

Aangezien het gaat om een ingrijpende herziening van het stelsel van de Belgische nationaliteit, lijkt het mij noodzakelijk om de parketten en de ambtenaren van de burgerlijke stand duiding te geven bij de draagwijdte van de bepalingen die zij bij de uitoefening van hun ambt dienen toe te passen. In deze context vervangt deze omzendbrief uiteraard, voor de verklaringen en verzoeken ingediend vanaf 1 januari 2013, de voorgaande omzendbrieven, inzonderheid de omzendbrief van 25 april 2000 inzake de wet van 1 maart 2000 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de Belgische nationaliteit (Belgisch Staatsblad 6 april 2000), de omzendbrief van 20 juli 2000 tot aanvulling van de omzendbrief van 25 april 2000 (Belgisch Staatsblad 20 juli 2000) en de omzendbrief van 25 mei 2007 met betrekking tot de wijzigingen aan het Wetboek van de Belgische nationaliteit die werden ingevoerd door de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I).

De aspecten van de hervorming komen in deze omzendbrief aan bod in de volgorde waarin zij behandeld worden in het Wetboek van de Belgische nationaliteit (hierna "het Wetboek" of "WBN" genoemd). Het is natuurlijk niet de bedoeling uitvoerig stil te staan bij elk aspect van het herziene Wetboek, maar enkel bij die aspecten die nog enige verduidelijking behoeven niettegenstaande de koninklijke uitvoeringsbesluiten genomen krachtens de Wet.

Voor een nadere lezing van de "ratio legis" van elke herziene bepaling van het Wetboek, verwijzen wij naar de voorbereidende werken van de Wet, namelijk de commentaren bij de Wet (Gedr. St., Doc 53/0476/010 en 0476/013), het Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door Ch. Brotcorne (Gedr. St., Doc. 53/0476/015) en het verslag aan de Koning bij de twee voornoemde koninklijke uitvoeringsbesluiten.

Uiteraard laat de toepassing van deze omzendbrief de bevoegdheid van de hoven en rechtbanken onverlet.

  1. ENKELE ALGEMENE BEGRIPPEN VAN HET WETBOEK VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT

    Deze begrippen zijn omschreven in de artikelen 1, § 2, 1° en 4°, 5 en 7bis van hoofdstuk I van het Wetboek met betrekking tot de algemene bepalingen. Zoals de titel van dit hoofdstuk aangeeft, is het over de gehele lijn toepasselijk op het Wetboek van de Belgische nationaliteit, dat wil zeggen op de toekenning en de verkrijging, met inbegrip van de herkrijging. Ofschoon de herkrijging op zich een onderscheiden hoofdstuk uitmaakt, betreft het een vorm van verkrijging van de Belgische nationaliteit.

    1. HOOFDVERBLIJFPLAATS

      Het begrip hoofdverblijfplaats was vroeger uitsluitend een feitelijk begrip. Aldus werd daaronder verstaan de plaats waar de persoon hoofdzakelijk leefde en waar hij het centrum van zijn socio-economische belangen had gevestigd, een echt verblijf, dat met elk rechtsmiddel kan worden bewezen.

      Met te stellen in artikel 1, § 2, 1°, WBN, dat de hoofdverblijfplaats voortaan moet overeenstemmen met de inschrijving in de bevolkingsregisters of het wachtregister, breekt de Wet met de voorheen geldende regeling.

    2. GEWICHTIGE FEITEN EIGEN AAN DE PERSOON

      Het beletsel wegens gewichtige feiten eigen aan de persoon is, samen met het niet-voldoen aan de grondvoorwaarden die zijn vereist in het kader van een bepaalde procedure, één van de mogelijke gronden voor het negatieve advies dat de procureur des Konings kan verstrekken ten aanzien van een nationaliteitsverklaring of een naturalisatieverzoek.

      Met het doel te streven naar eenvormigheid van het begrip "gewichtige feiten eigen aan de persoon" en de gelijkheid van behandeling van alle kandidaat-Belgen te waarborgen, heeft de wetgever een bepaald aantal feiten, die naar zijn mening onmiskenbaar onder het toepassingsgebied van dat begrip vielen, als dusdanig gekwalificeerd.

      Een eerste opsomming van elementen die in ieder geval gelijkstaan met "gewichtige feiten eigen aan de persoon", is aldus opgenomen in artikel 1, § 2, 4°, WBN zoals gewijzigd bij artikel 2 van de Wet. Die opsomming is naderhand aangevuld bij hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 14 januari 2013.

      Er dient vermeld te worden dat de in de Wet en het koninklijk besluit opgenomen lijsten gebaseerd zijn op enerzijds de beoordelingscriteria die de Kamer van volksvertegenwoordigers hanteert voor naturalisatieverzoeken en anderzijds op de praktijk van de procureurs des Konings van het Rijk, die dat begrip aftoetsen aan de moraliteit van de kandidaat-Belg evenals aan zijn respect voor de Belgische wetten en normen die in bepaalde gevallen een beletsel kunnen vormen voor het verwerven van de Belgische nationaliteit.

      Voor verdere informatie over de precieze beweegredenen achter de keuze van de gevallen voorzien in de Wet en het koninklijk besluit, wordt verwezen naar de toelichting in het verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 14 januari 2013 (Belgisch Staatsblad, 21 januari 2013, blz. 2596).

    3. HET VERVANGINGSMECHANISME VOOR DE AKTE VAN GEBOORTE IN GEVAL VAN ONMOGELIJKHEID OF ZWARE MOEILIJKHEDEN

      Artikel 5 WBN werd gewijzigd bij artikel 3 van de Wet met het oog op de vaststelling van de landen waar het verkrijgen van akten van geboorte objectief gezien onmogelijk is of op zware moeilijkheden stuit. Op dit vlak wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 17 januari 2013.

      Zoals op ondubbelzinnige wijze tot uiting komt in de voorbereidende werken, wil de wetgever het veelvuldige beroep op de consulaire attesten duidelijk inperken en dit door de verwijzing naar de akte van bekendheid te veralgemenen (Commentaren van de wet, Parl. St. Kamer, Doc. 530476/13, blz. 21 en 22).

      Een kandidaat-Belg wiens akte van geboorte opgesteld werd in een land dat voorkomt op de voornoemde lijst, hoeft niet het bewijs te leveren dat hij in de onmogelijkheid verkeert (of op zware moeilijkheden botst) om zich de desbetreffende akte van de burgerlijke stand te verschaffen. In dat geval moet de ambtenaar van de burgerlijke stand aannemen dat het voor eensluidend verklaard afschrift van die akte kan vervangen worden door een gelijkwaardig document afgegeven door de diplomatieke of consulaire overheden van het land waar de akte van geboorte van de belanghebbende werd opgesteld. Het spreekt voor zich dat, indien de vreemdeling zware moeilijkheden ondervindt om zich dat gelijkwaardig document te verschaffen, hij dat document kan vervangen door middel van een akte van bekendheid op de wijze zoals bepaald in artikel 5, § 3, en volgende van het Wetboek; en die akte kan op haar beurt vervangen worden door een beëdigde verklaring van de belanghebbende overeenkomstig artikel 5, § 4, WBN.

      Voor de landen die niet voorkomen op de lijst, moet de vreemdeling die meent dat hij in de onmogelijkheid verkeert (of op zware moeilijkheden botst) om zich de akte op de plaats van geboorte te verschaffen - of een document te verkrijgen dat die akte vervangt overeenkomstig de lokale wetgeving, of nog om via een lokale procedure een ontbrekende of verdwenen akte opnieuw op te maken - zich wenden tot de Belgische rechterlijke overheden, namelijk de vrederechter en de rechtbank van eerste aanleg, opdat hem een overeenkomstig §§ 1 tot 3 van artikel 5 WBN behoren gehomologeerde akte van bekendheid zou worden verstrekt.

      De akte van bekendheid zal melding maken van de redenen die de voorlegging van de akte van geboorte onmogelijk of zeer moeilijk maken. Het begrip onmogelijkheid of zware moeilijkheden moet in ieder geval strikt worden geïnterpreteerd. Aldus kan de materiële onmogelijkheid, zoals de kostprijs van de reis wegens de noodzakelijke terugkeer naar het land waar de akte werd opgesteld, niet langer worden beschouwd als een afdoend beletsel voor de voorlegging van de akte van geboorte. Indien de vreemdeling op ernstige moeilijkheden botst om zich de akte van bekendheid te verschaffen, kan hij dit, met toestemming van de rechtbank, vervangen door een beëdigde verklaring overeenkomstig artikel 5, § 4, WBN.

    4. HET WETTELIJK VERBLIJF

      1. Artikel 7bis, § 1, WBN - algemene principes

        Het doel van de auteurs van de Wet is duidelijk komaf te maken met de mogelijkheden om de verwerving van de Belgische nationaliteit als...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT