26 APRIL 2005. - Koninklijk besluit betreffende het nemen van monsters door de officieren van gerechtelijke politie van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Dit besluit laat aan de officieren van gerechtelijke politie van het Instituut toe om monsters van apparatuur te nemen.

Een van de voorwaarden om apparatuur op de markt te mogen brengen is dat deze voldoet aan de essentiële eisen. Dit kan onder meer door het naleven van de geharmoniseerde normen. Welnu, om deze daadwerkelijke technische conformiteit na te gaan, kan het nodig zijn om exemplaren van deze apparatuur in een laboratorium aan testen te onderwerpen. Zodoende kan dan de facto nagegaan worden of dat de apparatuur veilig is, dat ze voldoet aan de vereisten inzake elektromagnetische compatibiliteit, en dat ze geen schadelijke storingen veroorzaakt en efficiënt gebruik maakt van het spectrum.

Uit voorgaande mag niet worden afgeleid dat er geen monsters genomen kunnen worden van apparatuur die op de markt gebracht werd waarbij de geharmoniseerde normen niet gevolgd werden : wel zal in de praktijk de nood om apparatuur te testen minder groot zijn omdat deze apparatuur slechts op de markt gebracht kan worden na het opstellen door de constructeur van een technisch constructiedossier, en dus na het uitvoerig testen van de betreffende apparatuur. Een administratieve doorlichting van dit technische dossier zal al enige duidelijkheid verschaffen.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1 behoeft geen commentaar.

Artikel 2 bepaalt dat minimaal 1 en maximaal 25 monsters genomen kunnen worden. Voor een test is immers minimaal één exemplaar nodig. Eén exemplaar volstaat evenwel niet altijd om te kunnen besluiten dat de betreffende apparatuur conform is aan de basisvereisten : afhankelijk van het productieproces, en meer bepaald wanneer de betreffende apparatuur in grote getale wordt gefabriceerd, is immers de kans op afwijkingen groter. Om die reden moet het mogelijk zijn om meer dan één exemplaar als monster te nemen en aldus meerdere exemplaren te testen.

Artikel 3 legt de regels vast voor de verzegeling en de etikettering van de genomen monsters.

Artikel 4 legt de bepalingen vast die minstens opgenomen moeten worden in het proces-verbaal dat wordt opgesteld bij een monstername. Er wordt tevens bepaald aan wie afschriften bezorgd worden en dat het geldt als ontvangstbewijs.

Artikel 5 bepaalt wat gebeurt met de monsters na de testen : wanneer blijkt dat de apparatuur conform is met de basisvereisten, dan wordt ze terugbezorgd hetzij aan de houder bij wie de monstername gebeurde, hetzij aan de eigenaar wanneer deze de wens daartoe te kennen heeft gegeven. Wanneer na de testen echter blijkt dat de apparatuur niet conform is met de basisvereisten, dan wordt ze in beslag genomen. Dit stemt trouwens overeen met artikel 93, § 1, van de wet van 21 maart 1991 waarin wordt bepaald dat apparatuur slechts gehouden of gecommercialiseerd mag worden wanneer zij voldoet aan de basisvereisten.

Artikel 6...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT