Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 31 oktober 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de eerste aanstelling in bepaalde betrekkingen van de lokale politie., de 11 mai 2007

Artikel 1. De functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van een korpschef worden vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 29 december 2000.

Brussel, 11 mei 2007.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie,

Mevr. L. ONKELINX

De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken,

P. DEWAEL

BIJLAGE.

Art. N. Functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van een korpschef.

  1. Aanwijzing.

    De chef van het lokale politiekorps wordt door de Koning in zijn functie aangewezen voor een éénmaal hernieuwbare termijn van 5 jaar, op gemotiveerde voordracht van de gemeenteraad of van de politieraad en na gemotiveerd advies van de procureur-generaal bij het hof van beroep en van de gouverneur, uit de door een selectiecommissie geschikt bevonden kandidaten.

  2. Organisatorische plaats.

    De chef van het lokaal politiekorps heeft de leiding over het lokaal politiekorps en dit onder het gezag van de burgemeester of van het politiecollege.

  3. Algemene functieomschrijving.

    - De korpschef is, onder het gezag van de burgemeester of van het politiecollege, verantwoordelijk voor de uitvoering van het lokaal politiebeleid, en meer bepaald, voor de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan.

    - De korpschef staat in voor de leiding, de organisatie en de verdeling van de taken binnen het lokaal politiekorps en de uitvoering van het beheer van dit korps.

    - De korpschef is verantwoordelijk voor de uitvoering door het politiekorps van de lokale opdrachten, van de richtlijnen met betrekking tot de opdrachten met een federaal karakter en van de opvorderingen evenals van de toepassing van de organisatie- en uitrustingsnormen zoals bepaald in artikelen 141 en 142 WGP.

    - Voor de uitoefening van zijn functie, kan de korpschef de in artikel 104, 1° van de WGP, bedoelde hulp inroepen.

    - Met het oog op een goed beheer van het politiekorps, licht de korpschef zo spoedig mogelijk de burgemeester of het politiecollege in over alles wat het lokaal politiekorps en de uitvoering van zijn opdrachten aangaat. Hij licht hem ook in over de initiatieven die de lokale politie overweegt te nemen en die betrekking hebben op het zonale veiligheidsbeleid.

    - Hij moet elke maand verslag uitbrengen aan de burgemeester of aan het politiecollege over de werking van het korps en hem op de hoogte brengen van de klachten van buitenaf aangaande de werking van het korps of het optreden van zijn personeel.

    - Toezicht op en de uitvoering van de wettelijke taken zoals omschreven in de wet op het politieambt van 5 augustus 1992 en titel IV van de nieuwe...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT