6 JANUARI 2006. - Ministerieel besluit houdende de goedkeuring van de handleiding zorgverzekering

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,

Gelet op het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1999, 8 december 2000, 18 mei 2001, 20 december 2002, 30 april 2004, 24 juli 2005 en 25 november 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 betreffende de organisatie, het beheer, de werking en de erkenning van de zorgkassen en betreffende de controle op de zorgkassen, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001;

Gelet op besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2001 houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 december 2001, 25 oktober 2002, 13 december 2002, 9 mei 2003, 14 november 2003, 2 april 2004, 22 oktober 2004, 11 maart 2005 en 2 december 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de zorgverzekering voor het jaar 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 januari 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de Vlaamse zorgverzekering volgens de aangepaste procedures van start gaat op 1 januari 2006 zodat onverwijld uitvoering moet gegeven worden aan de bepalingen van de besluiten van de Vlaamse Regering ter zake en de betrokken zorgkassen en de burgers rechtszekerheid moet worden geboden omtrent de nieuwe regeling in het kader van de zorgverzekering,

Besluit :

Artikel 1. De handleiding zorgverzekering, gevoegd als enige bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd.

Art. 2. Het ministerieel besluit van 1 augustus 2005 houdende de goedkeuring van de handleiding zorgverzekering wordt opgeheven.

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006, met uitzondering van hoofdstuk V, afdeling I, van de bijlage bij dit besluit, dat met ingang van 25 november 2005 in werking treedt.

Brussel, 6 januari 2006.

  1. VERVOTTE

    Handleiding Zorgverzekering

    Enige bijlage bij het ministerieel besluit van 6 januari 2006 houdende de goedkeuring van de handleiding zorgverzekering

    Noot : telkens in deze handleiding Brussel wordt vermeld, dient hieronder te worden verstaan het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, zoals bedoeld in het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

    Inhoudstafel

    DEEL I. Verdere definiëring van de actoren

    Hoofdstuk I. Vertegenwoordiger

    Afdeling I. Vertegenwoordiger zonder volmacht

    Afdeling II. Vertegenwoordiger met volmacht

    DEEL II. Beschrijving van de processen

    Hoofdstuk I. Hoogte van de bijdragen

    Hoofdstuk II. Betaling van de jaarlijks verschuldigde bijdrage door aangeslotenen

    Hoofdstuk III. Aansluiting bij een zorgkas

    Afdeling I. Aansluiting bij een zorgkas naar keuze

    Afdeling II. Ambtshalve aansluiting

    Afdeling III. Meerdere aansluitingen bij verschillende zorgkassen in eenzelfde periode

    Afdeling IV. Beëindiging van de aansluiting

    Hoofdstuk IV. Sancties bij niet-aansluiting en niet-betaling

    Hoofdstuk V. Verandering van zorgkas

    Afdeling I. Verandering van zorgkas

    Hoofdstuk VI. Aanvraag voor tenlasteneming en beslissing over de formele voorwaarden

    Afdeling I. Gebruikers die ouder zijn dan 25 jaar

    Afdeling II. Gebruikers (onder de 25 jaar) die nog niet bij een zorgkas kunnen aansluiten door het betalen van de bijdrage

    Hoofdstuk VII. Vaststelling van het ernstig en langdurig verminderd zelfzorgvermogen bij de aanvraag voor tenlasteneming

    Afdeling I. Gebruiker of zijn vertegenwoordiger doet een beroep op een verblijfsattest

    Afdeling II. Gebruiker of zijn vertegenwoordiger doet een beroep op een attest van een indicatiestelling die reeds uitgevoerd is

    Afdeling III. Gebruiker of zijn vertegenwoordiger heeft geen attest

    Hoofdstuk VIII. Vergoeding voor het uitvoeren van de indicatiestelling

    Hoofdstuk IX. Beslissing over de tenlasteneming

    Hoofdstuk X. Geldigheidsduur van een beslissing

    Hoofdstuk XI. Verandering van zorgvorm

    Hoofdstuk XII. Beslissing tot herziening, verlenging of stopzetting van een (oorspronkelijke) positieve beslissing

    Afdeling I. Herziening op vraag van de gebruiker of zijn vertegenwoordiger

    Afdeling II. Verlenging van een positieve beslissing

    Afdeling III. Stopzetting van een positieve beslissing

    Hoofdstuk XIII. Controle op de tenlasteneming

    Hoofdstuk XIV. Uitvoering van de tenlasteneming

    Afdeling I. Financiële regeling: algemeen

    Afdeling II. Financiële regeling met betrekking tot mantel- en thuiszorg voor gebruikers die in Vlaanderen wonen

    Afdeling III. Financiële regeling met betrekking tot mantel- en thuiszorg voor gebruikers die in Brussel wonen

    Afdeling IV. Financiële regeling met betrekking tot diensten verleend door professionele, residentiële voorzieningen

    Hoofdstuk XV. Terugvordering van onverschuldigd uitgevoerde tenlastenemingen

    Afdeling I. Terugvordering

    Afdeling II. Vrijstelling van terugvordering

    Hoofdstuk XVI. Cumulatie van de tenlasteneming met uitkeringen krachtens andere bepalingen

    Afdeling I. Mantel- en thuiszorg en persoonlijk assistentiebudget (PAB)

    Afdeling II. Mantel- en thuiszorg en het verblijf in een residentiële voorziening erkend door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap

    Hoofdstuk XVII. Bezwaar bij het Vlaams Zorgfonds

    Hoofdstuk XVIII. Rechtzetting door de zorgkassen van foutieve beslissingen

    Hoofdstuk XIX. Archivering

    Hoofdstuk XX. Gegevensinzameling

    Afdeling I. Recordtype A : leden

    Afdeling II. Recordtype B : tenlastenemingsdossiers

    Afdeling III. Recordtype D : indicatiestellers en resultaten

    Afdeling IV. Recordtype M : Mantelzorgers

    Hoofdstuk XXI. Slotbepalingen

    DEEL I. - Verdere definiëring van de actoren

    HOOFDSTUK I. - Vertegenwoordiger

    1. De vertegenwoordiger van de gebruiker is een natuurlijke persoon die optreedt in plaats van de gebruiker bij alle handelingen die de gebruiker moet stellen opdat hij dekking van kosten voor niet-medische zorg in het kader van de zorgverzekering zou kunnen verkrijgen.

      Afdeling I. - Vertegenwoordiger zonder volmacht.

    2. Volgende personen kunnen zonder volmacht als vertegenwoordiger van een gebruiker optreden :

      * de echtgenoot, echtgenote of een verwant in de eerste of tweede graad ((groot)ouder, (klein)kind, broer of zus) van de gebruiker.

      De vertegenwoordiger dient op het aanvraagformulier te vermelden onder welke hoedanigheid hij of zij zich ten opzichte van de gebruiker bevindt (echtgenote, zus, enz.);

      * een meerderjarig lid van het gezin van de gebruiker. In dit geval volstaat ter bewijsvoering een attest van gezinssamenstelling van betrokkenen. Dit attest wordt door de gemeente uitgereikt;

      * de wettelijke vertegenwoordiger van de gebruiker : zijnde één van de onderstaande personen :

      - één van de ouders of, in voorkomend geval, de voogd voor een niet-ontvoogde minderjarige. Hetzelfde geldt voor de verlengd minderjarige die op het vlak van zijn persoon en zijn goederen met een minderjarige beneden vijftien jaar wordt gelijkgesteld;

      - de voogd, zijnde in voorkomend geval de echtgenoot of echtgenote voor een onbekwaamverklaarde;

      - een voorlopige bewindvoerder kan worden voorzien voor een verdachte die geïnterneerd is en noch onbekwaam is verklaard noch onder voogdij staat, indien zijn belangen zulks eisen. De voorlopige bewindvoerder int onder meer de schuldvorderingen, voldoet de schulden en vertegenwoordigt de geïnterneerde in rechte als verweerder en als eiser;

      - een voorlopige bewindvoerder kan door de vrederechter toegevoegd worden aan een meerderjarige die geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk wegens zijn gezondheidstoestand, niet in staat is zijn goederen te beheren. Tenzij het tegendeel blijkt uit de rechterlijke beslissing waarbij de voorlopige bewindvoerder wordt aangesteld, vertegenwoordigt hij de beschermde persoon in alle rechtshandelingen en procedures met betrekking tot diens goederen;

      * de directeur van het rusthuis, rust- en verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis waar de gebruiker verblijft op voorwaarde van de aanwezigheid en het bezorgen aan de zorgkas van :

      - een doktersattest waaruit blijkt dat de gebruiker niet bij machte is zelf de aanvraag tot tenlasteneming te ondertekenen;

      - een verklaring van de directeur van het rusthuis, rust- en verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis dat er voor de betrokken gebruiker, geen andere personen bekend zijn die conform de hierboven vermelde categorieën als vertegenwoordiger zonder volmacht kunnen optreden.

      Afdeling II. - Vertegenwoordiger met volmacht

    3. De personen die niet voldoen aan één van de in afdeling I vermelde omschrijvingen kunnen als vertegenwoordiger van de gebruiker optreden als zij over een document beschikken waarin staat dat de gebruiker of diens wettelijke vertegenwoordiger hem volmacht verleent. Dit kan om het even wie zijn, het is niet beperkt tot het wettelijke begrip "vertegenwoordiger".

    4. Dit document moet gedagtekend zijn en ondertekend door de gebruiker of diens wettelijke vertegenwoordiger. De verklaring op het document kan zijn als volgt :

      "naam gebruiker" geeft hierbij volmacht aan 'naam vertegenwoordiger' om in naam en voor rekening van"naam gebruiker" alle formaliteiten te verrichten die nodig zijn opdat hij/zij zijn/haar recht op tenlastenemingen in het kader van de zorgverzekering zou kunnen laten gelden.

      DEEL II. - Beschrijving van de processen

      HOOFDSTUK I. - Hoogte van de bijdragen

    5. Periode :

      * 1 oktober 2001 tot 31 december 2002 : 10 euro

      *...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT