Ministerieel besluit tot vaststelling van de periode van opschorting van de uitvoering van bepaalde uitgaansmodaliteiten van gedetineerden ter uitvoering van artikel 62 van de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19, de 15 janvier 2021

Artikel 1. De periode waarin de uitvoering van de beslissingen tot toekenning van uitgaansvergunningen en penitentiaire verloven aan een veroordeelde op basis van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtpositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, met inbegrip van deze gestoeld op artikel 59 van dezelfde wet, en van de beslissingen tot toekenning van uitgaansvergunningen en verloven aan een geïnterneerde op basis van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering, voor zover deze uitgaansmodaliteiten worden uitgevoerd vanuit een inrichting bedoeld in artikel 3, 4°, a) of b), van dezelfde wet, wordt opgeschort, wordt vastgesteld van 20 januari tot en met 31 maart 2021.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 20 januari 2021.

Handtekening

Brussel, 15 januari 2021.

De Minister van Justitie,

V. VAN QUICKENBORNE

Aanhef

De Minister van Justitie,

Gelet op de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19, de artikelen 62 en 69;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 december 2020 tot vaststelling van de periode van opschorting van de uitvoering van bepaalde uitgaansmodaliteiten van gedetineerden ter uitvoering van artikel 62 van de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachten op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf dagen, gemotiveerd door het feit dat dit ministerieel besluit gepubliceerd dient te worden voordat de geldigheidstermijn van het voorgaande ministerieel besluit ter uitvoering van artikel 62 van de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT