Ministerieel besluit tot uitvoering van de artikelen 1bis, § 5, 1ter, § 2, derde lid, en 1quater, § 3, van het koninklijk besluit van 5 oktober 2000 tot uitvoering van artikelen 2, §§ 2 en 3, tweede lid, 14, § 3, en artikel 19, derde en vierde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, wat de maatschappijen van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, van dezelfde wet betreft, de 27 avril 2021

Afdeling 1. - Opeenvolgende aansluitingen bij verschillende Belgische ziekenfondsen

Artikel 1. Wanneer een persoon ononderbroken aangesloten is geweest in de hoedanigheid van gerechtigde bij verschillende Belgische ziekenfondsen in de loop van de periode van 23 maanden die voorafgaat aan de maand waarin zich de gebeurtenis heeft voorgedaan die krachtens de statuten aanleiding kan geven tot de uitkering van het voordeel in het kader van een dienst die bedoeld is in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen en die voor de leden van zijn ziekenfonds wordt georganiseerd door een maatschappij van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, van die wet, moet deze persoon, om het voordeel in kwestie te kunnen genieten, in regel zijn met de bijdragen voor alle diensten bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de voornoemde wet van 6 augustus 1990 die ingericht waren voor de leden van die verschillende ziekenfondsen en dit, voor alle maanden tijdens dewelke hij er, in de hoedanigheid van gerechtigde, aangesloten geweest is.

Voor de berekening van de periode van 23 maanden waarmee rekening moet worden gehouden voor de toepassing van artikel 1bis, §§ 2 en 3, en van artikel 1ter, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 5 oktober 2000 tot uitvoering van artikelen 2, §§ 2 en 3, tweede lid, 14, § 3, en artikel 19, derde en vierde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, wat de maatschappijen van onderlinge bijstand bedoeld in artikel 43bis, § 1, van dezelfde wet betreft, moet rekening gehouden worden met de maanden van aansluiting in de hoedanigheid van gerechtigde, in elk van de ziekenfondsen in deze periode, bij alle diensten bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990 die voor de leden van deze ziekenfondsen worden georganiseerd.

Art. 2. Wanneer een persoon ononderbroken bij verschillende Belgische ziekenfondsen aangesloten is geweest in de hoedanigheid van gerechtigde sinds meer dan 24 maanden en hij voor deze periode in regel was met de bijdragen voor alle diensten bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, ingericht voor de leden van die verschillende ziekenfondsen, wordt hij, voor de toepassing van het voornoemd koninklijk besluit van 5 oktober 2000, tot het tegendeel bewezen is, verondersteld in regel te zijn met de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT