Ministerieel besluit in toepassing van het artikel 39, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door de GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed, de 24 février 2021

Artikel 1. In toepassing van het artikel 39, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, is het advies van de Inspectie van Financiën niet vereist voor de uitgaven, gelijkgesteld aan de organieke uitgaven, die aangerekend worden op de volgende basisallocaties uit de begroting van de GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed:

33.003.27.01.4322;

33.003.27.02.4322;

33.003.28.01.6321;

33.003.35.01.5210;

33.003.43.01.6540;

33.004.32.01.5310;

33.004.32.02.5310;

33.004.32.03.5310;

33.005.20.01.5111;

33.005.28.01.6321;

33.005.28.02.6352;

33.005.32.01.5310;

33.005.35.01.5210;

33.005.39.01.5112;

33.005.54.01.6359;

33.005.54.02.6524;

33.005.54.03.6525.

Art. 2. In toepassing van het artikel 14, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, zijn de aangelegenheden die niet voor voorafgaandelijk advies aan de Inspectie van Financiën moeten worden voorgelegd, ook vrijgesteld van het akkoord van de Minister van Begroting.

Art. 3. Als de uitgaven, aangerekend op de basisallocaties vermeld in artikel 1 van dit besluit, een drempelwaarde bereiken die een regeringsbesluit vereist, dan wordt dit besluit opgemaakt en zijn het advies van de Inspecteur van Financiën en het akkoord van de Minister van Begroting vereist.

Art. 4. Teneinde een doeltreffende en efficiënte opvolging te verzekeren van de uitgaven die aangerekend worden op de basisallocaties hernomen in artikel 1 van dit besluit, zijn, ten behoeve van de bevoegde Minister en van de Minister van Begroting, volgende begeleidende maatregelen noodzakelijk:

  1. de onverwijlde overmaking aan de Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting van een trimestriële lijst van de vastleggingen die specifiek is voor ieder uitgaventype en die alle elementen bevat die bijdragen tot de vaststelling van de rechten van de begunstigden door de ordonnateur;

  2. de regelmatige overmaking aan de lnspectie van Financiën van een steekproef van dossiers voor een a posteriori controle in de gevallen die de lnspectie van Financiën motiveert.

De GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed wordt belast met de onverwijlde uitvoering van bovenvermelde begeleidende maatregelen. De Inspectie van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT