Ministerieel besluit houdende het algemeen onderwijs- en examenreglement betreffende de basisopleiding van de personeelsleden van het kader van beveiligingsagenten van politie en van het kader van beveiligingsassistenten van politie, de 24 juillet 2018

HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. "eerste evaluator": het onderwijzend of omkaderingspersoneel van de politieschool, aangewezen door de directeur van de politieschool of door de door hem aangewezen persoon, verantwoordelijk voor de eindevaluatie van het professioneel functioneren van de aspirant;

  2. "tweede evaluator": de directeur van de politieschool of het door hem aangewezen personeelslid bekleed met een hogere graad dan de eerste evaluator of, bij ontstentenis, met dezelfde graad maar een hogere graadanciënniteit;

  3. "examinator": de verantwoordelijke voor de verbetering van een examenonderdeel van een opleidingsmodule aangewezen door de directeur van de politieschool of door de door hem aangewezen persoon. Deze examinator kan de modulecoördinator zijn;

  4. "basisopleiding": de basisopleiding van het kader van beveiligings-agenten van politie en van het kader van beveiligingsassistenten van politie.

    Art. 2. Dit algemeen onderwijs- en examenreglement is van toepassing op alle opleidingsactiviteiten van de door de politieschool aan de aspiranten-beveiligingsagent van politie en aan de aspiranten-beveiligingsassistent van politie verstrekte basisopleiding.

    HOOFDSTUK 2. - Algemeenheden en schoolreglement

    Art. 3. Aanvullend op en met naleving van dit onderwijs- en examenreglement stelt de politieschool een schoolreglement op, waarin minstens volgende aspecten aan bod komen:

    - missie en visie van de school (pedagogisch project);

    - schoolorganisatie;

    - gedragscode;

    - regels met betrekking tot de aan- en afwezigheden tijdens de opleidingsactiviteiten;

    - procedure bij het verhinderd of te laat zijn bij de deelname aan een examen;

    - procedure in het raam van de aanvraag van een uitstel van de opleiding;

    - nadere regels inzake de beoordeling van het professioneel functioneren;

    - procedure voor het aanvragen van verlof;

    - regels met betrekking tot het correct dragen van het uniform;

    - regels met betrekking tot de wapenbeveiliging.

    Het schoolreglement wordt, bij aanvang van de opleiding, door de aspirant getekend voor kennisname.

    Dit ondertekend reglement wordt opgenomen in het schooldossier van de aspirant.

    HOOFDSTUK 3. - Onderwijsreglement

    Afdeling 1. - De modulefiche

    Art. 4. § 1. Voor elke module binnen de basisopleiding stelt de politieschool een modulefiche op.

    § 2. In de modulefiche worden de competenties, de doelstellingen, de lesuren en de werkplekleeropdrachten aangevuld met, ten minste, onderstaande elementen:

  5. de door de politieschool bepaalde leerinhouden;

  6. de modulecoördinator en het onderwijzend personeel van de module;

  7. de werkvormen verbonden aan de module;

  8. het aantal uren werkplekleren;

  9. de evaluatiemomenten;

  10. de evaluatiemodaliteiten;

  11. het studiemateriaal.

    § 3. De modulefiche kan te allen tijde geconsulteerd worden door de aspirant.

    Afdeling 2. - Opleidingsdossier en schooldossier

    Art. 5. Elke campus van de politieschool belast met de basisopleiding houdt voor iedere opleidingscyclus een opleidingsdossier bij. Dit dossier bestaat uit de volgende mappen:

  12. map I: per map, een inventaris die het Romeins cijfer bevat van de map waarop hij betrekking heeft;

  13. map II: het programma, de modulefiches en de uurroosters van de opleidingsactiviteiten;

  14. map III: de naamlijst van het onderwijzend personeel en de leerstof;

  15. map IV: de naamlijst van de aspiranten en de door hen behaalde eindresultaten;

  16. map V: de naamlijst van de effectieve leden van de evaluatiecommissie, de jury en hun plaatsvervangers;

  17. map VI: alle documenten met betrekking tot de beoordeling van de modules en het professioneel functioneren;

  18. map VII: met betrekking tot het werkplekleren, de functioneringsfiche;

  19. map VIII: een afschrift van het verslag van de examens en van het gemotiveerd advies van de jury;

  20. map IX: elk ander nuttig document.

    Alle stukken worden in chronologische volgorde genummerd, overeenkomstig artikel II.8, tweede en derde lid, UBPol.

    Art. 6. § 1. Elke campus van de politieschool belast met de basisopleiding houdt voor iedere aspirant een schooldossier bij. Dit dossier bestaat uit de volgende mappen:

  21. map I: per map, een inventaris die het Romeins cijfer bevat van de map waarop hij betrekking heeft;

  22. map II: de individuele en nuttige gegevens betreffende de aspirant;

  23. map III: alle documenten met betrekking tot de beoordeling van het professioneel functioneren;

  24. map IV: alle documenten met betrekking tot de beoordeling van de modules;

  25. map V: het blad der tuchtstraffen;

  26. map VI: de educatieve opvolgingsrapporten;

  27. map VII: alle documenten met betrekking tot het slagen van de aspirant;

  28. map VIII: elk ander nuttig document.

    Alle stukken worden in chronologische volgorde genummerd, overeenkomstig artikel II.8, tweede en derde lid, UBPol.

    § 2. Op verzoek kan de aspirant te allen tijde inzage krijgen in zijn schooldossier.

    Ter voorbereiding van een verweerschrift bij de beoordeling van het professioneel functioneren of bij een voorstel tot definitieve afwijzing, kan de aspirant op schriftelijk verzoek een kopie verkrijgen van zijn schooldossier.

    Art. 7. De directeur-generaal kan voor alle nuttige doeleinden het opleidingsdossier en het schooldossier opvragen.

    Afdeling 3. - Begeleiding en werkplekleren

    Art. 8. De aspirant is gedurende de opleidingscyclus, zowel in de politieschool als tijdens het werkplekleren, zelf verantwoordelijk voor het behalen van de doelstellingen die zijn vastgesteld voor de opleiding. Hij wordt hierbij begeleid en ondersteund door het onderwijzend en omkaderingspersoneel.

    Art. 9. Voor elke werkplekleeropdracht geeft de begeleider van de werkplek feedback aan de hand van een functioneringsfiche waarvan het model is bepaald in bijlage 3 bij dit besluit. Deze fiche wordt ondertekend door de begeleider en de aspirant en wordt toegevoegd in map III van het schooldossier.

    Het werkplekleren wordt georganiseerd volgens de nadere regels bepaald door de directeur-generaal.

    Afdeling 4. - Opleidingsinformatie en -administratie

    Onderafdeling 1. - Aanwezigheden en afwezigheden

    Art. 10. Elke afwezigheid dient gerechtvaardigd te zijn en aan de politieschool gemeld te worden voor de aanvang van de opleidingsactiviteiten waarop de aspirant afwezig zal zijn. Het schoolreglement bepaalt de nadere regels hieromtrent.

    Art. 11. De aspirant die niet aan minimaal 80% van de voorziene opleidingsactiviteiten heeft deelgenomen, moet de gemiste opleidingsactiviteiten inhalen volgens de geïndividualiseerde nadere regels vastgesteld door de directeur van de politieschool of de door hem aangewezen persoon en dit aan de hand van een educatief opvolgingsrapport.

    Onderafdeling 2. - Uitstel

    Art. 12. § 1. De aspirant heeft om gezondheidsredenen of omwille van een arbeidsongeval ambtshalve recht op uitstel van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT