Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland, de 14 février 2024

TITEL I. - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 1. § 1. De militair die tijdens een dienstreis in het buitenland logementskosten, kosten voor het ontbijt, het middagmaal of het avondmaal, of kleine uitgaven te dragen heeft, wordt vergoed overeenkomstig dit besluit, evenwel met aftrek van de door buitenlandse autoriteiten of ondernemingen toegekende bedragen en voordelen in natura.

§ 2. De logementskosten worden slechts in aanmerking genomen wanneer de volledige tijdruimte tussen 00.00 uur en 05.00 uur in de dienstreis begrepen is.

§ 3. De kosten voor het ontbijt worden slechts in aanmerking genomen wanneer de volledige tijdruimte tussen 06.30 uur en 08.00 uur in de dienstreis begrepen is.

§ 4. De kosten voor het middagmaal worden slechts in aanmerking genomen wanneer de volledige tijdruimte tussen 12o00 uur en 13.30 uur in de dienstreis begrepen is.

§ 5. De kosten voor het avondmaal worden slechts in aanmerking genomen wanneer de volledige tijdruimte tussen 17e30 uur en 19.30 uur in de dienstreis begrepen is.

§ 6. De kleine uitgaven worden slechte in aanmerking genomen wanneer de volledige tijdruimte tussen 00.00 uur en 24.00 uur in de dienstreis begrepen is.

TITEL II. - VERSCHILLENDE VERGOEDINGSSTELSELS

HOOFDSTUK I. - TIJDELIJKE OPDRACHTEN

Art. 2. § 1. De duur van de opdracht wordt bepaald door het uur van vertrek en dat van terugkeer in het kwartier. De overheid die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de zending kan toelaten dat de opdracht een aanvang neemt en/of eindigt in de verblijfplaats van de militair.

§ 2. Het uur van vertrek dat in aanmerking wordt genomen voor de toepassing van de bepalingen van artikel 1 mag nooit vroeger vallen dan 00.00 uur, de dag van vertrek naar het buitenland van het openbaar vervoermiddel, zelfs wanneer de militair met zijn persoonlijk voertuig reist. Het uur van terugkeer dat in aanmerking wordt genomen voor de toepassing van de bepalingen van artikel 1 mag nooit later vallen dan 24.00 uur de dag van aankomst uit het buitenland van het openbaar vervoermiddel, zelfs wanneer de militair met zijn persoonlijk voertuig reist.

§ 3. De militair die de forfaitaire vergoeding voor vaste dienst in het buitenland geniet en de militair in dienst bij de Belgische strijdkrachten in Duitsland worden, voor de toepassing van de bepalingen van artikel 1, §§ 4, 5 en 6 steeds geacht met opdracht te zijn vanaf 00.00 uur de dag van vertrek uit het kwartier of uit de verblijfplaats tot 24.00 uur de dag van terugkeer in het kwartier of in de verblijfplaats.

Art. 3. § 1. Voor ieder middag- of avondmaal dat niet kosteloos wordt verstrekt geniet de militair de forfaitaire vergoeding tot dekking van de voedingskosten waarvan de bedragen zijn vastgesteld in kolom (3) van tabel 1 van de bij lage bij dit besluit voor het land waar hij zich werkelijk gedurende de beschouwde periode bevond.

§ 2. Indien de reis tussen twee landen een deel of het geheel van een der periodes bepaald in artikel 1, §§ 4, en 5, in beslag neemt wordt de militair voor de betrokken periode vergoed op basis van het hoogste der forfaitaire bedragen vastgesteld voor de bezochte landen in kolom (3) van tabel 1 van de bijlage bij dit besluit.

§ 3. Op overlegging van een verantwoordingsstaat gestaafd door facturen kan de militair evenwel, in vervanging van de forfaitaire vergoeding waarvan sprake in § 1, de terugbetaling van de voedingskosten bekomen binnen de grenzen van de bedragen vastgesteld in kolom (4) van tabel 1 van de bijlage bij dit besluit.

Art. 4. § 1. De kleine uitgaven worden forfaitair terugbetaald tegen de bedragen vastgesteld in kolom (2) van tabel 1 van de bijlage bij dit besluit.

§ 2. Wanneer de militair gedurende dezelfde dag in verschillende landen reist wordt de forfaitaire vergoeding voor kleine uitgaven toegekend op basis van het hoogste der bedragen vastgesteld voor de beschouwde landen.

Art. 5. § 1. De logementskosten vermeerderd met de kosten van het ontbijt worden, op overlegging van een verantwoordingsstaat gestaafd door facturen, terugbetaald binnen de grenzen van de bedragen vastgesteld in kolom (6) van tabel 1 van de bijlage bij dit besluit.

§ 2. Wanneer het recht op terugbetaling slechts bestaat voor het logement of het ontbijt afzonderlijk, wordt de terugbetaling van de kosten beperkt tot respectievelijk tachtig procent en twintig procent van de bedragen vastgesteld in kolom (6) van tabel 1 van de bijlage bij dit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT