Ministerieel besluit dat voor kinderen geboren op of na 1 januari 2001 een algemene afwijking toestaat van de norm van zevenentwintig studiepunten met het oog op de toekenning van gezinsbijslagen ten voordele van het begunstigde kind dat een afstudeerrichting volgt in het hoger onderwijs, de 9 avril 2024

Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan. Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder besluit van de Waalse Regering van 20 september 2018: het besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van 20 september 2018 tot uitvoering van artikel 5, § § 3 en 4, van het decreet van 8 februari 2018 betreffende het beheer en de betaling van de gezinsbijslagen, met betrekking tot de toekenningsvoorwaarden van de gezinsbijslagen aan kinderen ouder dan achttien jaar Art. 3. De voorwaarde van het totaal van zevenentwintig studiepunten voor de toekenning van gezinsbijslagen aan het begunstigde kind bedoeld in artikel 8, § 1, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 20 september 2018, moet niet vervuld zijn in de volgende gevallen: 1° een begunstigd kind ingeschreven in het eerste jaar van de eerste cyclus dat in de tweede periode van vier maanden een vermindering krijgt van de academische overheden omdat het niet geslaagd is voor één van de eindevaluaties van de eerste periode van vier maanden; 2° een begunstigd kind ingeschreven in het eerste jaar van de eerste cyclus dat tussen de dertig en vierenveertig studiepunten heeft gevalideerd en zich heeft ingeschreven voor de resterende studiepunten van het eerste bacheloronderwijs, maar een negatieve beslissing heeft gekregen van de academische overheden op zijn aanvraag tot inschrijving voor studiepunten voor de voortzetting van het bacheloronderwijs; 3° het begunstigd kind op het einde van de bachelorcyclus dat nog meer dan vijftien overblijvende studiepunten moet valideren in zijn cyclus en geen studiepunten heeft kunnen opnemen in de hogere cyclus; 4° het begunstigd kind op het einde van een bachelorcyclus dat nog minder dan zevenentwintig studiepunten moet valideren in zijn cyclus en dat, op het einde van zijn academische loopbaan, geen bijkomende studiepunten kan opnemen; 5° het begunstigde kind dat bij de inschrijving of tijdens het lopende jaar van de academische overheden een vermindering van zijn programma heeft gekregen; 6° het begunstigde kind dat regelmatig een scriptie of een eindejaarstudiewerk in het hoger onderwijs voorbereidt; 7° een begunstigd kind dat regelmatig ingeschreven is op het einde van de tweede cyclus, maar van wie het jaarprogramma geen zevenentwintig studiepunten telt. In de gevallen bedoeld in het eerste lid, 1° tot en met 5° en 7°, mag de duur van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT