Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten voor het zoeken en benoemen van de leden en de voorzitter van de Kunstwerkcommissie, de 23 juin 2023

TITEL 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder:

  1. de wet: de wet van 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;

  2. het koninklijk besluit: het koninklijk besluit van 13 maart 2023 betreffende de werking van de Kunstwerkcommissie, de criteria en de procedure voor de erkenning van de kunstenfederaties en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;

  3. de Commissie: de Kunstwerkcommissie bedoeld in artikel 3, § 1, van de wet;

  4. het secretariaat: het secretariaat van de Kunstwerkcommissie bedoeld in artikel 3, § 2, van de wet;

  5. federatie(s): kunstenfederatie(s) bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet;

  6. deskundigen: kunstwerkdeskundigen bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, van de wet;

  7. instellingen: de openbare instellingen van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, § 1, 2°, a), b) en c), van het koninklijk besluit, te weten de Rijksdienst voor sociale zekerheid, het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen en de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;

  8. interprofessionele vakverenigingen: het Algemeen Christelijk Vakverbond van België (ACV), het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) en de Algemene Centrale der liberale vakbonden van België (ACLVB);

  9. NAR: de Nationale Arbeidsraad;

  10. paritaire comités: paritair comité voor de audiovisuele sector (PC 227), paritair comité voor het filmbedrijf (PC 303), paritair comité voor het vermakelijkheidsbedrijf (PC 304) en paritair comité voor de socio-culturele sector (PC 329);

  11. UNIZO: Unie van zelfstandige ondernemers;

  12. UCM: Union des classes moyennes.

    TITEL II. - Benoeming van de leden van de Kunstwerkcommissie

    HOOFDSTUK 1. - Benoeming van de kunstwerkdeskundigen bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, 1°, van het koninklijk besluit

    Art. 2. § 1. De leden bedoeld in artikel 3, paragraaf 1, 1°, van de wet en artikel 2, paragraaf 1, 1°, van het koninklijk besluit worden benoemd op basis van voordrachten van de kunstenfederaties volgens de hierna beschreven procedure.

    § 2. Voor het eerst binnen vijftien dagen na de bekendmaking van het eerste ministerieel besluit tot erkenning van de kunstenfederaties en vervolgens om de vier jaar of te allen tijde naargelang de behoeften van de Commissie, om een vacante post in te vullen, of om in een behoefte aan deskundigheid op een domein of een professionele activiteit te voorzien, nodigt het secretariaat de erkende federaties per brief of mail uit om het binnen dertig dagen een lijst toe te sturen van vier personen, onder wie, voor zover mogelijk, twee mannen en twee vrouwen, die door hen worden voorgedragen als deskundigen op het domein van de kunsten. Naargelang de behoeften kunnen deze cijfers variëren in de oproep tot kandidatuurstelling.

    De personen worden door de federaties ten persoonlijke titel als deskundigen voorgedragen op grond van hun kennis en deskundigheid inzake het artistieke, artistiek-technische of artistiek-ondersteunende karakter van activiteiten in één of meer domeinen van de kunsten zoals omschreven in artikel 7, paragraaf 3, van de wet.

    Om ontvankelijk te zijn, moet elke voordracht volgende gegevens bevatten:

    1) de volledige contactgegevens van de personen die als deskundigen zijn voorgedragen en de reden waarom deze personen door de federatie in die hoedanigheid worden voorgedragen;

    2) de vermelding van het geslacht, de leeftijd en de taalgroep waartoe zij behoren, alsmede een indicatie van diens kennis van de andere twee landstalen;

    3) een curriculum vitae waaruit hun deskundigheid blijkt op ten minste één van de artistieke domeinen en/of activiteiten bedoeld in paragraaf 2, tweede lid, met vermelding van hun anciënniteit, waaruit relevante ervaring en kennis van de professionele praktijk in de kunsten en de sociale bescherming van kunstwerkers blijkt;

    4) een brief van elke voorgedragen deskundige waarin kort wordt aangegeven waarom de persoon deel wil uitmaken van de Commissie;

    5) in voorkomend geval, het bewijs dat de voorgedragen deskundigen ervaring hebben met de bijzondere regels die van toepassing zijn op kunstwerkers en het kunstwerkattest overeenkomstig artikel 2, paragraaf 5, en artikel 42, van het koninklijk besluit;

    6) de instemming van elk van de kandidaten met het gebruik van hun persoonsgegevens.

    § 3. Na afloop van de termijn van dertig dagen waarbinnen de federaties hun voorgedragen deskundigen moeten doorgeven, onderzoekt het secretariaat binnen maximaal zestig dagen alle ontvangen voordrachten en analyseert het de kandidaturen. Na vergelijking van de kwalificaties en verdiensten en rekening houdend met een evenwichtige verdeling tussen de vertegenwoordigers van de verschillende domeinen van de kunsten en technische beroepen, met inbegrip van leeftijd, anciënniteit en geslacht, stelt het secretariaat een lijst op bestaande uit:

    - 18 Franstalige deskundigen, van wie er 9 als effectief lid en 9 als plaatsvervangend lid worden benoemd;

    - 18 Nederlandstalige deskundigen, van wie er 9 als effectief lid en 9 als plaatsvervangend lid worden benoemd.

    Aan elk effectief lid is een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT