19 JANUARI 2006. - Ministerieel besluit houdende bepaling van de invoegwerknemers

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen,

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie, inzonderheid artikel 3, 1°;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen inzonderheid op artikel 6, § 1, IX gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wetten van 16 januari 1989;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005 tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 tot regeling van de begrotingscontrole en -opmaak,

Besluit :

Artikel 1. § 1. In toepassing van artikel 3, 1° van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie worden als invoegwerknemer bepaald :

  1. persoon met hoogstens een diploma hoger secundair onderwijs bij wie de trajectmatige begeleidingsactie uitwijst dat hij niet dadelijk toeleidbaar is naar de reguliere arbeidsmarkt en die de dag voor zijn aanwerving beantwoordt aan een van de volgende kenmerken :

    1) hij is jonger dan 50 jaar en minstens twaalf maanden inactief verlengd met of een periode van maximaal 6 maanden IBO-cursist in het invoegbedrijf of een periode van maximaal 2 maanden tewerkstelling in het invoegbedrijf als uitzendkracht;

    2) hij is 50 jaar of ouder en minstens zes maanden inactief;

    3) hij is minstens zes maanden leefloongerechtigde of gerechtigde op financieel maatschappelijke hulp;

  2. persoon die behoort tot de doelgroep van de arbeidsgehandicapten en minstens zes maanden inactief is verlengd met of een periode van maximaal 6 maanden IBO-cursist in het invoegbedrijf of een periode van maximaal 2 maanden tewerkstelling als uitzendkracht in het invoegbedrijf;

  3. de deeltijds werkzoekende leerling van het deeltijds beroepssecundair onderwijs zoals geregeld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs, zoals laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004.

    § 2. Onder inactiviteit wordt begrepen : noch in loondienst, noch op zelfstandige basis hebben...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT