10 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de lokale politie

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan ik de eer heb het ter Uwer ondertekening voor te leggen, beoogt de wijziging van het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de lokale politie.

Het begrip minimaal effectief, zoals bepaald in de wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, wou de weerspiegeling zijn van de minimale capaciteit die noodzakelijk is voor het ononderbroken uitvoeren binnen elke zone, van zowel de taken van de basispolitiezorg als bepaalde politieopdrachten van federale aard (Parl. St., Kamer zitt. 1997-1998, nr. 1676/1, pp. 27-28).

Bij gebrek aan een wetenschappelijke objectivering van dit minimaal effectief ten aanzien van de operationele en functionele noden ingegeven door voornoemde taken en opdrachten, heeft de regelgevende instantie zich bij de definiëring hiervan gebaseerd op de budgettaire capaciteiten van de politiezones van destijds. Het minimaal effectief van het operationeel kader van de lokale politie werd derhalve in overeenstemming gebracht met de aanwezige politiecapaciteit in de gemeentepolitie en in de territoriale brigades van de rijkswacht die binnen de lokale politie verenigd zijn. Het minimaal effectief voor het administratief en logistiek kader werd vastgesteld door een percentage van het van tevoren bepaalde minimaal effectief van het operationeel personeel, dewelke minimum 8 % bedraagt om vervolgens te evolueren naar 15 à 20 %.

De evoluties van het minimaal effectief houden derhalve geen rekening met de wetenschappelijk gefundeerde operationele noden, maar wel met de noden die elke politiezone meent te hebben ten aanzien van zijn budgettaire capaciteiten, niettegenstaande de onveranderlijkheid van de federale financiering. Het is eveneens belangrijk eraan te herinneren dat het minimaal effectief los blijft staan van dewelke in beschouwing wordt genomen voor de federale financiering, zodat de verhoging hiervan geen weerslag heeft op het federale luik van de financiering van de lokale politie.

Omdat de effecten van een verhoging van het minimaal effectief enkel gedragen moeten worden door de gemeentelijke financiering van de lokale politie, komt het niet aan de federale overheid toe om de legitimiteit van een in die zin door de lokale overheden geformuleerde vraag grondiger te onderzoeken, buiten de gevolgen die zij met...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT