Koninklijk besluit betreffende het administratief statuut van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult, de 27 juin 2010

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "de EVMI" : de vrijwillige militaire inzet;

  2. "de Minister" : de Minister van Landsverdediging;

  3. "de DGHR" : de directeur-generaal human resources;

  4. "de wet" : de wet van 10 januari 2010 tot instelling van de vrijwillige militaire inzet en tot wijziging van diverse wetten van toepassing op het militair personeel.

    Bovendien worden de noties van "militair EVMI", "sollicitant", "sollicitant EVMI", "kandidaat-EVMI" en "werkdag" gebruikt overeenkomstig de definities bedoeld in artikel 23 van de wet.

    Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt, telkens als een graad wordt vermeld, de gelijkwaardige graad ook in aanmerking genomen.

    HOOFDSTUK 2. - De werving

    Art. 3. De selectieproeven omvatten voor alle sollicitanten EVMI :

  5. psychotechnische proeven inzake het intellectuele potentieel;

  6. psychotechnische proeven inzake de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden;

  7. geneeskundige onderzoeken betreffende de medische geschiktheid;

  8. een proef van fysieke conditie die het fysieke potentieel meet.

    Voor bepaalde vacatures kunnen bijkomende proeven van fysieke conditie bepaald worden in een reglement vastgesteld door de minister, waaruit moet blijken dat de sollicitant EVMI het vereiste fysieke potentieel voor deze vacature bezit.

    Een aanvullend geneeskundig onderzoek moet voor bepaalde vacatures ondergaan worden.

    Art. 4. Voor de sollicitant kandidaat-officier EVMI omvatten de selectieproeven bovendien specifieke psychotechnische proeven inzake het intellectuele potentieel en de beoordeling van de karakteriële hoedanigheden.

    Art. 5. Tijdens de selectieproeven wordt de sollicitant EVMI beoordeeld volgens de nadere regels van toepassing op de sollicitanten.

    HOOFDSTUK 3. - De dienstneming en de wederdienstneming

    Art. 6. De dienstneming van elke kandidaat-EVMI wordt aangegaan voor een duur van vierentwintig maanden.

    Art. 7. Ten laatste drie maanden vóór het verstrijken van zijn dienstneming of zijn vorige wederdienstneming, kan de militair EVMI een aanvraag tot wederdienstneming in dezelfde personeelscategorie bij zijn korpscommandant indienen.

    Art. 8. Ten laatste vijf werkdagen na de dag van ontvangst van de aanvraag tot wederdienstneming betekent de korpscommandant schriftelijk aan de militair EVMI dat hij zijn wederdienstneming aanvaardt of weigert. Indien de betrokken militair niet geslaagd is voor de jaarlijkse basisproeven van fysieke conditie, moet de korpscommandant de wederdienstneming weigeren. Indien betrokkene niet de mogelijkheid heeft gehad om deze proeven af te leggen vóór de termijn bedoeld in artikel 7, kan de korpscommandant evenwel de wederdienstneming aanvaarden onder voorbehoud van het slagen van betrokkene in deze proeven vóór het verstrijken van de lopende dienstneming of wederdienstneming.

    Als de korpscommandant beslist de wederdienstneming te weigeren, kan de betrokken militair, binnen de vijf werkdagen volgend op de dag van betekening van deze beslissing, een verweerschrift indienen en vragen om door de korpscommandant gehoord te worden.

    Hij wordt desgevallend gehoord door zijn korpscommandant ten laatste tien werkdagen volgend op de dag van het indienen van deze aanvraag.

    Wanneer hij gehoord wordt door de korpscommandant, mag de betrokken militair zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.

    Binnen de drie werkdagen volgend op de dag van ontvangst van het verweerschrift of van het horen van de betrokken militair, licht de korpscommandant de betrokkene in van het handhaven van zijn weigering tot wederdienstneming of van de beslissing de wederdienstneming te aanvaarden.

    Art. 9. Als de korpscommandant zijn weigering tot wederdienstneming handhaaft, kan de militair EVMI schriftelijk een beroep aantekenen bij de DGHR, ten laatste vijf werkdagen volgend op de dag van betekening van de beslissing van de korpscommandant.

    Als de militair EVMI van wie de wederdienstneming aanvaard werd door de korpscommandant onder voorbehoud van het slagen voor de jaarlijkse basisproeven van fysieke conditie, één maand voor het verstrijken van zijn dienstneming of zijn vorige wederdienstneming niet de mogelijkheid heeft gehad deze proeven af te leggen, kan hij schriftelijk een beroep aantekenen bij DGHR, ten laatste de eerste werkdag volgend op deze datum.

    De DGHR beslist op stukken en besluit of de wederdienstneming toegestaan of geweigerd wordt. Deze beslissing wordt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT