17 JUNI 2010. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst van inrichtingen van klasse I.B, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2009 tot vaststelling van de lijst van de risicoactiviteiten en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen

Commentaar bij de artikelen

Artikel 1. Dit artikel verwijst naar Richtlijn 85/337, zoals gewijzigd, waarvan het ontwerpbesluit de omzetting vervolledigt.

Art. 2. Via dit artikel wordt er herhaald dat, tijdens de opstelling van de lijst van inrichtingen van klasse I.B, II, IC en III, de criteria waarmee er rekening gehouden werd voor het onderscheid tussen de projecten die aan een effecten-beoordeling (inrichtingen van klasse IB) onderworpen zijn en de overige projecten (inrichtingen van klasse II, IC en III), die zijn die opgesomd worden in bijlage III van Richtlijn 85/337. Voor zover het niet expliciet uit de lezing van de betrokken teksten blijkt en met het oog op verduidelijking, zijn de criteria van bijlage III expliciet geïdentificeerd in artikel 4 van de OMV, zoals wordt opgelegd door Richtlijn 85/337.

Art. 3. Dit artikel wijzigt artikel 13, § 2, van de OMV om tegemoet te komen aan een klacht van de Commissie betreffende de slechte omzetting van de bepalingen van Richtlijn 85/337 betreffende de grensoverschrijdende effecten van de projecten. Het huidige artikel 13, § 2, werd ingegeven door de omzetting van de eerste « Seveso »-Richtlijn 96/82 van 9 december 1996. Dit artikel moet nu in overeenstemming gebracht worden met Richtlijn 85/337 zoals gewijzigd in 1997 en in 2003 op basis van de vereisten van de Overeenkomst van Aarhus die op 25 juni 1998 ondertekend werd.

Gelet op de ingesloten ligging van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, behoren tot de « grensoverschrijdende » effecten zowel de effecten ten opzichte van een andere lidstaat als die ten opzichte van een ander gewest. Deze verduidelijking is ook in de bepaling aangebracht.

Bovendien moet er opgemerkt worden dat de overige gewesten (1) dezelfde regeling voorzien hebben in geval van « transregionale » effecten van een project (b.v. effecten op Brussel van een project waarvoor de vergunning in het Vlaams Gewest gevraagd werd) en dat hetzelfde principe ook opgelegd wordt in de bepalingen betreffende de planning van het BWRO (art. 18, § 6) én in de ordonnantie van 18 maart 2004 betreffende de milieueffectenbeoordeling van bepaalde plannen en programma's (art. 13).

In navolging van de regelgeving die in de overige gewesten van kracht is, voorziet deze bepaling ook in de tegemoetkoming aan de Overeenkomst van Espoo over de evaluatie van de milieueffecten in een grensoverschrijdende context, waaraan er in een ordonnantie van 27 april 1995 goedkeuring verleend werd.

Het laatste lid van het ontworpen artikel 13, § 2, behoudt het principe van de machtiging aan de Regering om de procedures voor de informatie-uitwisseling op te stellen in het geval van grensoverschrijdende projecteffecten, met bijzondere aandacht voor de uitvoering van de raadplegingen van de betrokkenen.

Art. 4. Artikel 26 van de OMV wordt gewijzigd zodat de informatie die gevraagd wordt in het kader van de effectenstudie van een project aangevuld wordt. Om overeenstemming te bereiken met artikel 5.3 en bijlage IV.2 van de genoemde Richtlijn 85/337, wordt er verduidelijkt dat de effectenstudie de belangrijkste redenen voor de keuze van de vergunningsaanvrager moet weergeven.

Art. 5. Artikel 37, lid 2 van de OMV wordt gewijzigd zodat de informatie die gevraagd wordt in het kader van het effectenrapport van een project aangevuld wordt. Om overeenstemming te bereiken met artikel 5.3 en bijlage IV.2 van de genoemde Richtlijn 85/337, wordt er verduidelijkt dat het effectenrapport de belangrijkste redenen voor de keuze van de vergunningsaanvrager moet weergeven.

Art. 6. Dit artikel zorgt voor de vervanging van bepaalde rubrieken van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst van inrichtingen van klasse I.B, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen ter voltooiing van de overeenstemming en de afstemming van de lijst van ingedeelde inrichtingen op de lijst van projecten zoals bedoeld in bijlage II van Richtlijn 85/337.

In de mate van het mogelijke zijn de bestaande rubrieken zo dus aangevuld, wat aanleiding heeft kunnen geven tot een verduidelijking zoals het geval is voor rubriek 55 (uitsluiting van fotovoltaïsche zonnepanelen en opname van de subcategorieën betreffende windenergie).

Wij verwijzen naar de concordantietabel voor een gedetailleerd overzicht van de wijzigingen en de toevoegingen in de rubrieken van de ingedeelde inrichtingen.

Art. 7. Dit artikel zorgt voor de toevoeging van bepaalde rubrieken van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst van inrichtingen van klasse I.B, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen ter aanvulling van de afstemming van de lijst van ingedeelde inrichtingen op de lijst van projecten zoals bedoeld in bijlage II van Richtlijn 85/337.

Deze nieuwe ingedeelde inrichtingen behoren allemaal tot klasse 1.B, voor zoverre de betrokken activiteiten vanwege hun aard niet voortgezet kunnen worden op ambachtelijk niveau, zodat zij onderworpen moeten worden aan een voorafgaand effectenrapport in overeenstemming met de OMV.

Art. 8. Dit artikel beoogt de vervanging van rubriek 37 van bijvoegsel I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2009 tot vaststelling van de lijst van de risicoactiviteiten, om die lijst aan te vullen met het industrieel briketteren van steenkool en bruinkool, wat risico's voor de bodem inhoudt.

Het betreft een aanpassing ingegeven door de wijziging bedoeld in artikel 6 voor wat rubriek 37 betreft.

Art. 9. Dit artikel beoogt de toevoeging van 4 rubrieken aan bijvoegsel I bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2009 tot vaststelling van de lijst van de risicoactiviteiten. Het betreft die rubrieken van de 10 nieuwe rubrieken die in artikel 7 beoogd worden die een risico voor de bodem zouden kunnen inhouden.

Art. 10. Dit artikel zorgt voor de vervanging van bepaalde rubrieken van bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen ter aanvulling van de afstemming van de lijst van ingedeelde inrichtingen op bijlage II van Richtlijn 85/337.

Het betreft een aanpassing ingevolge de in artikel 6 bedoelde wijzigingen.

Art. 11. Dit artikel zorgt voor de toevoeging van bepaalde rubrieken van bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen ter aanvulling van de afstemming van de lijst van ingedeelde inrichtingen op bijlage II van Richtlijn 85/337.

Deze toevoegingen van nieuwe rubrieken weerspiegelen de rubrieken die gecreëerd zijn door artikel 7, aangezien, zoals hierboven uitgelegd, de beoogde activiteiten risico's kunnen inhouden waarvoor het advies van de DBDMH vereist is (met uitzondering van de activiteit van intensieve aquacultuur van vis).

Art. 12. Dit artikel beoogt de afschaffing van het besluit van 30 mei 1996 tot uitvoering van artikel 45 van de ordonnantie van 30 juli 1992 betreffende de voorafgaande effectenbeoordeling van bepaalde projecten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat verouderd is.

Concordantietabel

(rubrieken van Richtlijn 85/337/equivalent in de Brusselse lijst van ingedeelde inrichtingen)

Bijlage RichtlijnAnnexe Directive 85/337Benaming/DénominationRubr. RBC/BHG1 f) intensieve aquacultuur van vispisciculture intensive1632 c) winning van mineralenextraction de minéraux1643 f) industrieel briketteren van steenkool en bruinkoolagglomération industrielle de houille et de lignite373 h) installaties voor de productie van hydro-elektrische energieinstallations destinées à la production d'énergie hydroélectrique553 i) installaties voor de winning van windenergie voor de energieproductieinstallations destinées à l'exploitation de l'énergie éolienne554 c) smelterijen van ferrometalenfonderies de métaux ferreux1024 d) installaties voor het smelteninstallations de fusion1024 e) installaties voor oppervlaktebehandeling van metalen en plastic materiaalinstallations de traitement de surface de métaux et matières plastiques97 + 93 4 f) automobielfabrieken en -assemblagebedrijvenconstruction et assemblage de véhicules...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT