MILIEUPLAN VOOR DUURZAME ONTWIKKELING (UITTREKSELS). (VERTALING), de 9 mars 1995
Artikel M. De Waalse Regering heeft bij besluit van 9 maart 1995 het Milieuplan voor duurzame Ontwikkeling goedgekeurd.
Het Plan is van toepassing voor de periode 1995-2000.Dit bericht omvat, in de vorm van uittreksels, het geheel der beschikkingen met betrekking tot de uitdagingen, doelstellingen en acties vervat in het Plan.
Volledige exemplaren van het Plan kunnen in de Onthaal- en Informatiecentra van het Ministerie van het Waals Gewest verkregen worden, 17, rue des Mineurs - 4000 Luik, 54, rue Godefroid - Namen, Passage de la Bourse 21-23 - 6000 Charleroi of door nummer 0800 1/1901 van de Groene Telefoon van het Waals Gewest te bellen. (ERR. B.St. 19-09-1995 p. 26609)
CAHIER 1 : HET OMGEVINGSMILIEU.
HOOFDSTUK 1 - HET KLIMAAT.
UITDAGINGEN.
Art. M1. De controle over en de vermindering van emissie van gassen met broeikaseffect, met name CO2, teneinde klimatologische storingen te vermijden, is een wereldgrote uitdaging. Het Waals Gewest moet hiertoe zijn bijdrage leveren.
Om de ozonlaag te beschermen moet het Waals Gewest inpikken op de beslissingen genomen op Europees en wereldvlak, teneinde op termijn elke CFK-emissie in de atmosfeer te elimineren.
DOELSTELLINGEN.
Art. M2. 1. De Waalse CO2-emissies met 5 % verlagen voor het jaar 2000 ten opzichte van het niveau van 1990.
De Europese Unie wil in het jaar 2000 haar CO2-emissies stabiliseren op hetzelfde niveau als in 1990. In dit kader stelt België zich tot doel om voor het jaar 2000 haar CO2-emissies met 5 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. Het nationale programma voor vermindering van CO2-emissies is een belangrijke concretisering van de 5 % -doelstelling en van de bij de ondertekening in Rio van de Conventie over Klimaatveranderingen gedane belofte.
Het Waals Gewest zal zijn bijdrage leveren door dezelfde doelstelling na te streven.
De vooruitzichten ivm. emissies voorspellen bij een onveranderd beleid een toename van CO2-emissies met 15 % in 2000 ten opzichte van 1990. De doelstelling om deze emissies met 5 % te verminderen, komt dus neer op een vermindering met 20 % ten opzichte van de evolutie van de situatie zoals deze zich zou voordoen indien er geen nieuwe aanvullende acties gevoerd worden.
-
Het elimineren van alle atmosferische CFK-emissies voor het jaar 2000 om de ozonlaag te beschermen en bij te dragen tot het verminderen van emissies van anthropische gassen met broeikaseffect.
Al moeten wezenlijke dwingende toepassingen gehandhaafd blijven (medische toepassingen en andere), dienen ingrijpende beperkingen uitgevoerd te worden teneinde elke emissie te vermijden.
-
Wat de andere gassen met broeikaseffect betreft, werd wegens onzekerheden in verband met hun emissie en hun gevolgen, op internationaal vlak nog geen enkele doelstelling tot vermindering vastgesteld. Er zouden in internationaal verband doelstellingen vastgesteld moeten worden, in het bijzonder in toepassing van het besluit 93/389/ EEG met betrekking tot een mechanisme voor toezicht op CO2-emissies en andere gassen met broeikaseffect.
UIT TE VOEREN ACTIES EN TOE TE PASSEN MIDDELEN.
Art. M3. Actie. 1. Verminderen van CO2-emissies en andere gassen met broeikaseffect.
- De door het Gewest aangegane verbintenissen in het kader van het nationale programma voor vermindering van CO2, in samenwerkingsverband met de Federale Overheid, de andere Gewesten en het hele bedrijfsleven. De door het Waals Gewest uit te voeren acties en toe te passen middelen met betrekking tot dit programma staan vermeld in de desbetreffende cahiers : zie hoofdstuk Landbouw, Bos, Energie en Leefmilieu en Vervoer, infrastructuur en milieu.
- Het toepassingsgebied van het nationale programma uitbreiden tot andere gassen met broeikaseffect uitbreiden.
- Een akkoord Federale Staat - Gewesten sluiten voor het instellen van een CO2/energietaks zowel qua bedrag als qua tijdsduur overeenstemmend met gelijkaardige taksen die in andere landen van de Europese Unie ingesteld zijn of worden. En dit door rekening te houden met de gevolgen op de competiviteit van de ondernemingen en de sociale gevolgen en waarbij tevens het principe van de fiscale neutraliteit nageleefd moet worden. Deze taks zal eerder gebaseerd zijn op de import van het primaire energieprodukt dan op het energetische eindprodukt teneinde rationeel energiegebruik aan te moedigen.
Het instellen van deze CO2/energietaks zal tevens gepaard moeten gaan met begeleidings- en compensatiemechanismen, waarbij rekening gehouden wordt met de industriële struktuur van het Waals Gewest, bestaande uit exporterende industrieën met zeer grote energiebehoeften. De geschiktheid van een systeem voor taxatie/detaxatie respectievelijke voor de import/ export zal onderzocht worden.
Het Gewest eist dat een belangrijk gedeelte van het produkt van deze taks aan hem gerestorneerd wordt voor milieu-acties en dat het het niet-gerestorneerde gedeelte gebruikt wordt om de fiscaliteit op het werk te verlichten en zodoende de werkgelegenheid te bevorderen (zie hoofdstuk Werkgelegenheid).
- Het nemen van de nodige beschikkingen inzake informatie en aanmoediging om de emissies van stoffen met broeikaseffect tot een minimum te beperken op het gebied van energie, industrie, bouwbedrijf, transport, milieu, landbouw en bosbouw door voorrang te geven aan programma's voor rationeel gebruik van energie (RGE), energetische doeltreffendheid, technologische vernieuwing gericht op vermindering van energieverbruik en inrichting van installaties (zie hoofdstuk Energie en Leefmilieu).
Art. M4. Actie 2 : Emissies elimineren die de stratosferische ozonlaag aantasten.
- Het organiseren van selektieve inzameling van afval dat stoffen bevat die de ozonlaag aantasten (ijskasten, brand-blusapparaten, klimatiseertoestellen in voertuigen, enz.) om deze stoffen onder optimale omstandigheden te recupereren, te recycleren of te elimineren (op te nemen in het toekomstige Waalse plan voor afval 1995-2000) (zie hoofdstuk Afvalstoffen).
- Het reglementeren van de gebruiksvoorwaarden (bevestigd als behorende tot de regionale bevoegdheid volgens het bericht van de Raad van State van 5 november 1993) voor recuperatie, sortering en verwerking van toestellen en installaties die stoffen bevatten of van stoffen gebruik maken die de ozonlaag aantasten, (bijvoorbeeld, het reinigen van elektronische onderdelen) in functie van de ontwikkelingen van de op Europees vlak genomen beschikkingen.
- Eisen dat de Federale Staat de nodige beschikkingen treft om het op de markt brengen van afvalprodukten, die de ozonlaag aantasten, te reglementeren en geleidelijk te elimineren, in het bijzonder om de inwerkingtreding van reglement 3093/94/EG te bespoedigen.
- In overeenkomst met de andere Europese landen, in het Waals Gewest het gebruik van methyleenbromide (ontsmettingsmiddel) in de landbouw en voedingsmiddelenindustrie beperken en aansporen tot het onderzoek en gebruik van vervangingsprodukten.
HOOFDSTUK 2 - DE LUCHT.
UITDAGINGEN.
Art. M5. Ondanks de te voorziene toename van de menselijke activiteiten moet een progressieve en continue verbetering van de kwaliteit van de lucht voortgezet worden volgens de evolutie van de Europese normen.
De beschikbare gegevens over de kwaliteit van de lucht moeten aangevuld worden en de toegang tot deze gegevens dient vergemakkelijkt voor alle betrokken actoren, met name de bevolking.
DOELSTELLINGEN.
Art. M6. 1. De geleidelijke kwaliteitsverbetering van de vooral in de stads- en industriezones, dankzij vermindering van de emissies overlegd op regionaal, en Europees vlak. Deze verbetering zal blijken uit een lagere intensiteit en frekwentie van de kritische luchtvervuilingsepisoden.
Bij wijze van voorbeeld, wat SO2 betreft, wordt er in deze doelstelling naar gestreefd om in 2000 een vermindering met 70 % van de emissies te bereiken ten opzichte van het jaar 1980, 72 % in 2005 en 74 % in 2010 (Protocol van Oslo).
Voor de NOx bestaat te bereiken doelstelling voor 1997 uit een vermindering met 30 % ten opzichte van het jaar 1980 (Verklaring van Sofia doelstelling van de Europese Unie, in het kader van de Economische Commissie voor het Verenigd Europa).
-
Versterking van het netwerk ter controle van de omgevingslucht, teneinde een nauwkeuriger kennis te bezitten over de kwaliteit van de lucht en zo een doeltreffender reactie toe te laten ten opzichte van de vervuilers en van de bevolking.
-
Het perfektioneren van de technische of bestaande reglementaire middelen, door middel van beschikkingen bestemd om grenswaarden vast te stellen voor bijzondere of sectoriële atmosferische emissies (besmetting door asbest, verdamping van OVV bij opslagverrichtingen en distributie van brandstoffen, enz.). Deze waarden zullen bepaald worden door de modaliteiten voor meting en controle nauwkeurig te omschrijven teneinde hun strikte interpretatie te verzekeren.
-
Verscherping door de Federale Regering van de technische normen en controle van produkten die op de markt gebracht worden en die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van de omgevingslucht ( brandstoffen, afzonderlijke verwarmingsinstallaties, uitlaatgassen van voertuigen, enz.).
UIT TE VOEREN ACTIES EN TOE TE PASSEN MIDDELEN.
Art. M7. Actie 3. Een code van technische instructies opstellen ter controle van de luchtkwaliteit.
- Het opstellen van een code van technische instructies ter controle van de luchtkwaliteit, eenvoudig, toepasbaar, soepel en met een goede verhouding kosten/doeltreffendheid. De verontreinigende stoffen en prioritaire sectoren zullen vastgesteld worden en zullen het voorwerp uitmaken van algemene specifieke of sectoriële besluiten of deelakkoorden. De code zal als referentie dienen voor het vaststellen van exploitatievoorwaarden.
- Aan de emissiegrenswaarden metingsprotocollen toevoegen die de betrouwbaarheid van de meningen moeten garanderen (het definiëren van procedures, methoden en apparatuur voor meting en monsterneming) evenals de modaliteiten voor het interpreteren van de resultaten.
- Eisen dat de Federale Regering...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI