19 DECEMBER 2013. - Wet houdende de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2014 (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3°, van de Grondwet.

Art. 2. Voor het begrotingsjaar 2014 worden de lopende ontvangsten van de Staat geraamd :

Voor de fiscale ontvangsten, op . . . . . EUR 46.300.023.000

Voor de niet-fiscale ontvangsten, op . . . . . EUR 4.526.167.000

Zegge te samen . . . . . EUR 50.826.190.000

overeenkomstig Titel I van de hierbijgaande tabel.

Art. 3. Voor het begrotingsjaar 2014 worden de kapitaalontvangsten van de Staat geraamd :

Voor de fiscale ontvangsten, op . . . . . EUR 101.100.000

Voor de niet-fiscale ontvangsten, op . . . . . EUR 454.381.000

Zegge te samen . . . . . EUR 555.481.000

overeenkomstig Titel II van de hierbijgaande tabel.

Art. 4. Voor het begrotingsjaar 2014, wordt de opbrengst van leningen geraamd op 45.770.470.000 euro, overeenkomstig Titel III van de hierbijgaande tabel.

Art. 5. De op 31 december 2013 bestaande directe en indirecte belastingen, in hoofdsom en opdeciemen ten behoeve van de Staat, worden tijdens het jaar 2014 ingevorderd volgens de wetten, besluiten en tarieven waarbij de zetting en invordering ervan worden geregeld, met inbegrip van de wetten, besluiten en tarieven die slechts een tijdelijk of voorlopig karakter hebben.

Art. 6. De toepassing van de artikelen 3 en 4, § 1, van de wet van 28 december 1954, houdende de Middelenbegroting voor het dienstjaar 1955, is verlengd tot 31 december 2014.

Art. 7. De Koning kan, binnen de perken en onder de voorwaarden die Hij bepaalt, vrijstelling van belasting verlenen voor de inkomsten van leningen die in 2014 door de federale Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen of organismen, voornamelijk in het buitenland zouden worden uitgegeven of geplaatst, en in het bijzonder de Schatkistbons in vreemde munt.

Wat betreft de inkomsten van de effecten van deze leningen die zouden gehouden worden door Belgische verblijfhouders, kunnen de fiscale vrijstellingen echter alleen worden verleend aan de financiële instellingen of de hiermee gelijkgestelde ondernemingen en de beroepsbeleggers bedoeld in artikel 105, 1° en 3°, van het KB/WIB 92, alsmede, onverminderd de toepassing van artikel 262, 1° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, aan de rechtspersonen bedoeld in artikel 220 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

Art. 8. § 1. Om in het kader van het beheer van de overheidsschuld het tekort van de ontvangsten in verhouding tot de uitgaven voor het jaar 2014 te dekken, met inbegrip van de terugbetalingen van leningen en de eventuele uitgaven als gevolg van de financiële beheersverrichtingen bedoeld in § 3, 1°, hierna, of om de tijdelijke schatkistonevenwichten in de loop van het begrotingsjaar te dekken :

  1. wordt de Koning gemachtigd om openbare leningen uit te geven.

    Wanneer de Koning een algemeen uitgiftekader voor leningen heeft bepaald dat de grenzen van de bevoegdheden vastlegt die kunnen worden gedelegeerd, kan de Minister van Financiën gemachtigd worden om, tijdens het begrotingsjaar, de leningen die binnen dit kader vallen uit te geven.

  2. wordt de Minister van Financiën gemachtigd om Schatkistcerti ficaten, Schatkistbons of om het even welk rentedragend financieringsinstrument verschillend van de openbare leningen uit te geven.

    De machtigingen bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, gelden eveneens voor de uitgifte van openbare leningen en andere rentedragende financieringsinstrumenten waarvan de voorwaarden worden bepaald in de loop van 2014 en de opbrengst aan de Schatkist wordt gestort in de loop van een volgend begrotingsjaar om in het kader van het beheer van de overheidsschuld het tekort van de ontvangsten in verhouding tot de uitgaven voor laatstgenoemd begrotingsjaar te dekken.

    De leningen bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, en in het tweede lid, kunnen zowel in België als in het buitenland worden uitgegeven, en zowel in euro als in vreemde munt.

    § 2. Het beheer van de overheidsschuld heeft als voornaamste doel de financiële kost van de federale Staatsschuld te verminderen in het kader van een beheer van de marktrisico's en van de operationele risico's rekening gehouden met de algemene doelstellingen van het begrotings- en het monetair beleid.

    Het beheer van de overheidsschuld heeft eveneens als doel de financiële kost te verminderen van de schuld van de openbare entiteiten, te onderscheiden van de eigenlijke federale Staat, van de centrale overheid.

    Daarom stelt de Minister van Financiën, op voorstel van het strategisch Comité van de schuld dat werkt binnen de algemene administratie van de Thesaurie, de algemene richtlijnen vast die van toepassing zijn op het beheer van de federale Staatsschuld; deze richtlijnen hebben in het bijzonder betrekking op de structuur van de portefeuille van de schuld en op het niveau van de risico's die daaraan kunnen verbonden zijn.

    Het strategisch Comité van de schuld neemt de uitvoeringsmaatregelen voor deze algemene...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT