5 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, tot invoering van een sectoraal pensioenstelsel (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, tot invoering van een sectoraal pensioenstelsel.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juli 2004.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

F. VANDENBROUCKE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor de metaalhandel

Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002

Invoering van een sectoraal pensioenstelsel

(Overeenkomst geregistreerd op 12 augustus 2002

onder het nummer 63600/CO/149.04)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op arbeiders die worden of werden tewerkgesteld door werkgevers die onder het Paritair Subcomité vallen voor de metaalhandel (P.S.C. 149.04), met uitzondering van de werkgevers die in overeenstemming met artikel 5 van het nationaal akkoord 2001-2002 afgesloten in het voormeld paritair subcomité op 3 mei 2001, er voor geopteerd hebben om de uitvoering van een pensioenstelsel zelf te organiseren. Onder "arbeiders" verstaat men : zowel de arbeiders als de arbeidsters.

Wordt het ondernemingspensioenstelsel dat van toepassing is bij een werkgever die in overeenstemming met artikel 5 van het nationaal akkoord 2001-2002 afgesloten in het voormeld paritair subcomité op 3 mei 2001, er voor geopteerd heeft om de uitvoering van een pensioenstelsel zelf te organiseren, om de één of andere reden stopgezet, dan valt deze werkgever vanaf het tijdstip van de stopzetting wel onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot uiteindelijk doel de invoering van een sociaal sectoraal pensioenstelsel te bewerkstelligen in uitvoering van artikel 5 van het nationaal akkoord 2001-2002 afgesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel op 3 mei 2001 en conform artikel 10 van het wetsontwerp betreffende de aanvullende pensioenen (cfr. Kamerdocumenten DOC 50 1340).

De verwijzingen die in het vervolg van deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen zijn naar het voormeld wetsontwerp moeten worden geacht verwijzingen te zijn naar de eigenlijke wettekst vanaf het moment dat de wet effectief in werking getreden is.

Het wetsontwerp zal in het vervolg van deze collectieve arbeidsovereenkomst "W.A.P." worden genoemd.

Overeenkomstig artikel 3, § 1, 5° van de W.A.P. wordt het fonds voor bestaanszekerheid via deze collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2002 door de representatieve organisaties van het voormelde paritair subcomité aangeduid als inrichter van huidig pensioenstelsel.

HOOFDSTUK III. - Aansluitingsvoorwaarden

Art. 3. Alle arbeiders die vanaf 1 januari 2002 met de werkgevers zoals bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst verbonden zijn of waren via een arbeidsovereenkomst (ongeacht de aard van arbeidsovereenkomst), worden ambtshalve aangesloten bij huidig pensioenplan.

HOOFDSTUK IV. - Voordeel

Art. 4. In het voordeel van de in artikel 3 bedoelde personen zal per maand een geïndividualiseerde bijdrage worden gestort ter financiering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling. De totale jaarlijkse bijdrage per aangeslotene bij het sectoraal pensioenstelsel wordt vastgesteld op 1 pct. van diens jaarlijkse brutoloon waarop Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-inhoudingen worden gedaan.

Deze bijdrage zal enerzijds worden aangewend ter financiering van individuele pensioenrechten in hoofde van de bij het sectoraal stelsel aangeslotenen en anderzijds ter financiering van een solidariteitstoezegging zoals bedoeld in titel 2, hoofdstuk 9 van de W.A.P.

HOOFDSTUK V. - Pensioentoezegging : beheer en pensioenstelling

Art. 5. § 1. Het beheer van de pensioentoezegging omvat de volgende deelaspecten : administratief, financieel, boekhoudkundig en actuarieel beheer. Dit beheer wordt door de inrichter toevertrouwd aan Sepia c.v.b.a., erkend door de Controledienst voor de Verzekeringen onder nummer 1529, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Livingstonelaan 6 (hierna genoemd pensioeninstelling). Binnen de juridische structuur van de pensioeninstelling kan de inrichter er echter voor opteren om één of meerdere deelaspecten van het beheer uit te besteden aan derden.

§ 2. De beheersregels van de pensioentoezegging worden vastgelegd in een pensioenreglement dat wordt opgenomen als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst waarvan het integraal deel uitmaakt. Het pensioenreglement zal door de pensioeninstelling aan de bij huidig pensioenstelsel aangesloten werknemers ter beschikking worden gesteld op eenvoudig verzoek.

§ 3. Er zal binnen de pensioeninstelling (in overeenstemming met artikel 41, § 2 van de W.A.P.) een toezichtscomité worden opgericht dat voor de helft is samengesteld uit werknemersvertegenwoordigers (die het personeel vertegenwoordigen aan wie de huidige pensioentoezegging wordt gedaan) en voor de andere helft uit werkgevers zoals bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst. Dit toezichtscomité ziet toe op de goede uitvoering van het beheer van de pensioentoezegging door de pensioeninstelling en wordt door voormelde jaarlijks in het bezit gesteld van een zogenaamd "transparantieverslag" alvorens de pensioeninstelling dit ter beschikking stelt van de inrichter.

§ 4. Onder de naam "transparantieverslag" zal de pensioeninstelling of, in voorkomend geval, de derde aan wie een deelaspect van het beheer werd uitbesteed, jaarlijks een verslag opstellen over het door haar gevoerde (deelaspect van het) beheer van de pensioentoezegging en dit na raadpleging van het toezichtscomité ter beschikking stellen van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. Het verslag betreft de elementen zoals beschreven in de W.A.P.

§ 5. De Raad voor aanvullende pensioenen kan de uitvoering van het pensioenstelsel onderzoeken op voorwaarde dat 10 pct. van de werkgevers zoals bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst of van de aangeslotenen zulks vraagt. Indien het rendement ondermaats zou zijn, kan de Raad aanbevelen van pensioeninstelling te veranderen of het beheer geheel of gedeeltelijk uit te besteden aan andere beheerders.

HOOFDSTUK VI. - Opting out

Art. 6. De werkgevers die op 1 januari 2002 nog niet werkzaam waren onder het ressort van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, kunnen in afwijking van artikel 5 van deze overeenkomst, gedurende een in de tijd beperkte periode er voor opteren om de uitvoering van het pensioenstelsel zelf te organiseren. Deze mogelijkheid staat enkel open voor de werkgevers binnen wiens onderneming er reeds een collectieve arbeidsovereenkomst of collectief akkoord bestond vóór 31 december 2000 betreffende een ondernemingspensioenstelsel. In dit geval zal de in artikel 4 van deze overeenkomst voorziene bijdrage worden aangewend tot uitbreiding van het bewuste ondernemingspensioenstelsel.

Wordt het bewuste ondernemingspensioenstelsel om de één of andere reden stopgezet, dan is de werkgever verplicht om vanaf het tijdstip van de stopzetting, aan te sluiten bij het sectorale pensioenstelsel. De minimale voorwaarden waaraan een opting "out-plan" dient te voldoen en de te volgen procedure, worden opgenomen als bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst waarvan ze integraal deel uitmaken.

HOOFDSTUK VII. - Uitbetaling van de voordelen

Art. 7. De modaliteiten en procedures met betrekking tot de uitbetaling van de voordelen worden beschreven in artikel 6 tot artikel 9 van het hierna bijgevoegde pensioenreglement.

HOOFDSTUK VIII. - Solidariteitstoezegging

Art. 8. § 1. Vanaf het moment dat het wettelijke fiscale kader in een vrijstelling van de verzekeringstaks voorziet voor bijdragen gestort in het kader van de sociale sectorale pensioenstelsels, zal een gedeelte van de in artikel 4 van deze overeenkomst bepaalde bijdrage (in overeenstemming met artikel 43 van de W.A.P.) worden aangewend ter financiering van de solidariteitstoezegging die deel uitmaakt van het sectoraal pensioenstelsel. Het deel van de globale bijdrage dat hiertoe wordt aangewend, wordt vastgesteld op 5 pct.

§ 2. Deze bijdrage wordt aangewend ter financiering van solidariteitsprestaties, waaronder m.n. de financiering van de opbouw van de pensioentoezegging gedurende bepaalde periodes van inactiviteit en de vergoeding van inkomstenverlies in bepaalde gevallen. De exacte inhoud van deze solidariteitstoezegging alsook de financieringswijze ervan, zal worden uitgewerkt in een separate collectieve arbeidsovereenkomst op het moment dat de inrichter overgaat tot de effectieve instelling van de solidariteitstoezegging. De inrichter belast de pensioeninstelling met de uitvoering van de solidariteitstoezegging.

§ 3. In tegenstelling tot de pensioentoezegging, hebben de werkgevers zoals bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst, inzake de solidariteitstoezegging niet de mogelijkheid om deze geheel of gedeeltelijk zelf te organiseren.

§ 4. Ook inzake de solidariteitstoezegging zal de pensioeninstelling een transparantieverslag opstellen betreffende het door haar gedane beheer van de solidariteitstoezegging en dit na raadpleging van het toezichtscomité ter beschikking stellen van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. Het verslag betreft de elementen zoals beschreven in de W.A.P.

HOOFDSTUK IX. - Solidariteitsreglement

Art. 9. Het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT