13 NOVEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van De Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2008.

ALBERT

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister

en Minister van Werk en Gelijke Kansen,

Mevr. J. MILQUET

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw

Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2007

Nationaal akkoord 2007-2008 (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83859/CO/111)

HOOFDSTUK I. - Inleiding

  1. Toepassingsgebied

    Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van die ondernemingen die bruggen en metalen gebinten monteren.

    § 2. Onder « werklieden » wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

  2. Algemeen verbindend verklaring

    Art. 2. Ondertekenende partijen vragen dat onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst zo vlug mogelijk bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.

    HOOFDSTUK II. - Enveloppe

  3. Bepaling van de enveloppe

    Art. 3. Met ingang van 30 juni 2007 dienen de ondernemingen een overdraagbaar budget van 0,7 pct. van de loonmassa te besteden. Over de besteding kan enkel op ondernemingsvlak onderhandeld worden.

    Onder « loonmassa » wordt begrepen : de brutolonen en de bijhorende sociale lasten (sociale zekerheidsbijdragen werkgever en andere sociale lasten).

  4. Procedure voor onderhandeling over de ondernemingsenveloppe

    Besteding van de enveloppe

    Art. 4. § 1. De besteding van de overdraagbare enveloppe wordt op ondernemingsvlak bepaald in paritair overleg volgens de verbintenissen opgenomen in de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

    De procedure voor de ondernemingsonderhandelingen over de besteding van het overdraagbaar budget verloopt in 2 stappen :

    1. Voorafgaandelijk moeten op ondernemingsvlak zowel de werkgever als alle in de vakbondsafvaardiging van de in de onderneming vertegenwoordigde vakbonden akkoord zijn om onderhandelingen te voeren over de besteding van het overdraagbaar budget van de enveloppe. Indien dit niet het geval is worden de effectieve bruto uurlonen van de werklieden verhoogd volgens de modaliteiten bepaald in punt C.

      In de multizetelondernemingen wordt de beslissing genomen op groepsniveau. Deze beslissing heeft niet alleen betrekking op het al dan niet onderhandelen, maar ook over het niveau waar deze onderhandelingen zullen gevoerd worden.

    2. Indien besloten wordt tot ondernemingsoverleg over de besteding van het overdraagbaar budget van de enveloppe, moet dit overleg ten laatste op 15 juni 2007 leiden tot een collectieve arbeidsovereenkomst. Desgevallend kan deze onderhandelingsperiode uitgebreid worden tot uiterlijk 20 juli 2007, na akkoord van alle partijen op ondernemingsvlak en voor zover het ondernemingsoverleg reeds begonnen was voor 15 juni 2007. Indien er dan geen collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten, worden de effectieve bruto uurlonen van de werklieden verhoogd volgens de modaliteiten bepaald in punt C.

      § 2. Betwistingen

      Elke betwisting over de interpretatie van de berekening van het overdraagbaar budget van de enveloppe, wordt onmiddellijk voorgelegd aan het Nationaal paritair comité, volgens de modaliteiten vastgelegd in de in § 1 genoemde bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

  5. Suppletieve regeling

    Art. 5. Indien voor 15 juni 2007 geen ondernemingsoverleg wordt aangegaan omtrent de enveloppe en indien tegen 15 juni 2007, of in voorkomend geval, tegen 20 juli 2007 het overleg op ondernemingsvlak niet uitmondt in een collectieve arbeidsovereenkomst, worden vanaf 30 juni 2007 alle effectieve uurlonen van de werklieden verhoogd met 0,7 pct., evenals de niet in procent uitgedrukte ploegen- en productiepremies, tenzij hierover op ondernemingsvlak andersluidende conventionele afspraken bestaan.

    HOOFDSTUK III. - Loonvoorwaarden

  6. Loonsverhoging

    Saldoberekening

    Art. 6. § 1. Op 1 oktober 2008 worden alle effectieve uurlonen, evenals de niet in procent uitgedrukte ploegen- en productiepremies (tenzij hierover op ondernemingsvlak andersluidende conventionele afspraken bestaan) verhoogd met 0,4 pct., weliswaar te verhogen of de verminderen met het verschil tussen de som van de reële indexeringen en de verwachte inflatie van 3,9 pct. tijdens 2007 en 2008.

    Indien het resultaat van dergelijke vermindering eventueel nul of negatief is, wordt er op 1 oktober 2008 geen loonsverhoging toegepast.

    Indien dit saldo 0,4 pct. overschrijdt, wordt vanaf 1 oktober 2008 het saldo dat de 0,4 pct. overschrijdt gebruikt voor een verhoging van de bijdrage aan het sectoraal pensioenfonds, tot maximum 0,2 pct., verhoogd met een coëfficiënt van 1,5.

    Het eventuele saldo, na aanwending voor het pensioenfonds, zoals beschreven in voorgaande alinea, zal aangewend worden voor een verhoging van de effectieve uurlonen, evenals de niet in procent uitgedrukte ploegen- en productiepremies (tenzij hierover op ondernemingsvlak andersluidende conventionele afspraken bestaan) en dit vanaf 1 oktober 2008.

    § 2. Waals initiatief ter bevordering van de tewerkstelling

    Op 1 oktober 2008, zal op het saldo bepaald in § 1 van dit artikel, eventueel mits een pro rata toepassing indien het saldo kleiner is dan 0,4 pct., een bijdrage van onbepaalde duur van 0,075 pct. (verhoogd met een coëfficiënt van 4/3e) worden ingehouden bij de ondernemingen gelegen in het Waalse gewest. Deze bijdrage zal slechts worden geïnd op voorwaarde dat er geen bijkomende looneisen gesteld worden in de betrokken bedrijven, ter compensatie van de bedoelde bijdrage.

    Deze bijdrage zal worden aangewend om initiatieven te ontwikkelen ter bevordering van de sectorale tewerkstelling in het Waalse Gewest, op basis van principes die werden opgenomen in de notulen van de vergadering van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw van 24 april 2007. De concrete modaliteiten zullen bepaald worden op basis van overleg tussen de Waalse Sociale partners van de sector. Een evaluatie zal worden behouden op 1 oktober 2010.

  7. Minimumlonen

    Art. 7. Op 30 juni 2007 en 1 oktober 2008 worden alle nationale, provinciale en regionale minimumuurlonen alsook de regionale en provinciale baremieke uurlonen verhoogd met 0,08 EUR (regime 38 uren per week).

  8. Vergoedingen industriële leerlingen

    Art. 8. Het basisuurloon dat dient voor de berekening van de vergoedingen van industriële leerlingen wordt eveneens verhoogd met de bovengenoemde verhogingen van de minimumlonen.

  9. Lonen van minderjarige werknemers

    Art. 9. De collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1971, geregistreerd onder het nummer 632/CO/111.01 en 111.02, blijft geldig tot einde 2007 en zal in de loop van het tweede semester van 2007 voorwerp uitmaken van een paritair overleg op sectorvlak teneinde te komen tot een nieuwe regeling zonder een onderscheid op basis van leeftijd.

  10. Uitzonderingen op de loonsverhogingen en de enveloppe

    Art. 10. § 1. De in deze collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen bepalingen inzake loonsverhoging en enveloppe zijn niet van toepassing op de ondernemingen die zich in de onmogelijkheid bevinden deze voordelen toe te kennen. De Gewestelijke Paritaire Secties zijn belast met de bepaling van de ondernemingen die zich volledig of gedeeltelijk in deze toestand bevinden. Zij dienen daarbij rekening te houden met duidelijk aanwijsbare feiten en de toestand van de onderneming.

    Ondernemingen in herstructurering kunnen via onderhandelingen de bepalingen inzake loonsverhogingen en enveloppe anders aanwenden.

    § 2. De in deze collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen bepalingen inzake loonsverhoging en enveloppe zijn evenmin van toepassing op ondernemingen die gedekt zijn door een sociaal programma-akkoord voor de jaren 2007 en 2008.

    De Gewestelijke Paritaire Secties zijn bevoegd om de eventuele toepassingsmoeilijkheden te regelen.

    § 3. De ondernemingen die op hun niveau reeds een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten hebben die voorziet in loonsverhogingen en/of andere voordelen en waarvoor in de collectieve arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk overeengekomen werd dat deze geïmputeerd zouden worden op de bepalingen inzake loonsverhogingen of dat de financiering ervan zou gebeuren via een vermindering van de totale kost van het nationaal akkoord, worden vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen inzake « loonsverhogingen » en « enveloppe » equivalent aan de waarde voorzien in de ondernemingsovereenkomst.

  11. Modalisering

    Art. 11. De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen. Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de opzetting van de loonsverhogingen en de enveloppe voorzien op 30 juni 2007.

    HOOFDSTUK IV. - Sectoraal stelsel

    ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling

    Verhoging van de bijdrage

    Art. 12. § 1. De bijdrage van 1,60 pct. voor het extralegaal pensioen, voorzien in artikel 14, § 2, 7de alinea van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT