7 MEI 2011. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de kenmerken en de kwaliteit van pootringen voor vogels

De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, artikel 51, § 2, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002 en gewijzigd bij het decreet van 30 april 2004;

Gelet op het Soortenbesluit van 15 mei 2009 met betrekking tot soortenbescherming en soortenbeheer, ofwel het Soortenbesluit, artikel 42, tweede lid;

Gelet op het ministerieel besluit van 14 september 1981, waarbij het houden van vogels en een tijdelijke bevoorrading wordt toegestaan met toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van vogels in het Vlaamse Gewest;

Gelet op het ministerieel besluit van 9 februari 1999 tot vaststelling van een databankstructuur voor vogels en tot vaststelling van de voorwaarden waaronder ringleveringen worden gemeld;

Gelet op het advies 47.704/3 van de Raad van State, gegeven op 26 januari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het advies 2010/64 van de strategische adviesraad MiNa-Raad, gegeven op 16 december 2010,

Besluit :

Artikel 1. Dit besluit is enkel van toepassing op pootringen die bestemd zijn voor specimens van vogelsoorten die afkomstig zijn van kweek in het Vlaamse Gewest, conform artikel 41, § 1, 1°, van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, en op pootringen voor vinken (Fringilla coelebs ) als vermeld in artikel 41, § 2, van het voormelde besluit.

De beschermde vogelsoorten waarop artikel 41, § 1 van het Soortenbesluit van toepassing zijn in het bijzonder de vogelsoorten die van nature in het wild voorkomen op het Europese grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Een lijst van deze vogelsoorten is te vinden op de website van het directoraatgeneraal voor milieu van de Europese Commissie, meer specifiek op de volgende weblink : http://ec.europa.eu/environment/nature/conservation/wildbirds/eu_species/index_en.htm

Art. 2. § 1. De in het Vlaamse Gewest afgegeven gesloten pootringen, zoals vermeld in artikel 41, § 1, 1°, van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, moeten voldoen aan de volgende normen :

  1. De pootringen moeten van een dergelijke kwaliteit zijn dat de binnendiameter noch langs fysische noch langs chemische weg kan worden veranderd. De pootringen mogen niet uitgevijld, gerekt, doorgezaagd of op enige andere wijze aangepast worden;

  2. de pootringen zijn vervaardigd van verhard aluminium, met een treksterkte van van minimum 250 Newton/mm2 en maximum 280 Newton/mm2;

  3. de pootringen zijn voorzien van een kleurlaag die voor elk jaar waarin de ring wordt aangebracht, verschillend is;

  4. de pootringen moeten cilindervormig zijn en de beide openingen ervan moeten dezelfde diameter bezitten;

  5. het unieke merkteken op de pootringen moet ten minste de volgende vermeldingen bevatten :

    1. de laatste twee cijfers van het jaartal waarin de ring mag worden aangebracht;

    2. de aanduiding van de binnendiameter in millimeter tot op één tiende van een millimeter nauwkeurig;

    3. de initialen of een hiermee overeenstemmende lettercode van de erkende vereniging die de ring uitgeeft;

    4. het unieke kweeknummer van de kweker die de pootring heeft aangevraagd bij de in c) vermelde erkende vereniging;

    5. per ring een uniek nummer.

    De vermeldingen op de pootringen moeten op zulke wijze zijn aangebracht dat zij leesbaar blijven gedurende de hele gebruiksduur van de ring.

  6. de pootringen, aangebracht bij vogels van een bepaalde soort, moeten voldoen aan de voor de betrokken soort vastgelegde maximumbinnendiameter, uitgedrukt in millimeter tot op één tiende van een millimeter nauwkeurig, zoals bepaald in de bijlage. Voor soorten waarvoor geen maximumbinnendiameter is bepaald in de bijlage moet de ring passend zijn, conform artikel 42, eerste lid, 4°, van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. Voor deze laatste soorten is in de laatste kolom van de bijlage de afkorting « NB » toegevoegd, waarmee wordt aangegeven dat de maximumbinnendiameter « niet bepaald » is.

    § 2. In afwijking van paragraaf 1, 2°, kunnen pootringen voor roofvogels (Accipitriformes ) vervaardigd zijn van roestvrij staal. Dergelijke stalen ringen moeten niet voorzien zijn van een kleurlaag zoals vermeld in paragraaf 1, 3°.

    In afwijking van paragraaf1, 2°, kunnen pootringen voor vogelsoorten, behorend tot een van de volgende ordes, vervaardigd zijn van kunststof of roestvrij staal :

  7. eendachtigen (Anseriformes );

  8. ooievaarachtigen (Ciconiiformes );

  9. hoendervogels (Galliformes );

  10. kraanvogelachtigen (Gruiformes );

  11. steltloperachtigen (Charadriiformes );

  12. duifachtigen (Columbiformes );

  13. pelikaanachtigen (Pelicaniformes ).

    Art. 3. Open pootringen, als vermeld in artikel 41, § 2, van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden :

  14. de pootringen moeten zo zijn vervaardigd dat zij, na eenmaal rond de poot van de vogel te zijn gesloten, niet meer kunnen worden verwijderd zonder te breken of de poot van de vogel te kwetsen;

  15. de diameter van de pootringen na sluiting moeten aangepast zijn aan de vogelsoort;

  16. de pootringen dragen een samengesteld nummer, bestaande uit de laatste twee cijfers van het jaartal waarin de ring wordt ontvangen en een nummer uit een doorlopende reeks, bestaande uit minstens vier cijfers. De eerste ring van elke reeks draagt het nummer 0001.

    Art. 4. De volgende regelingen worden opgeheven :

  17. het ministerieel besluit van 14 september 1981, waarbij het houden van vogels en een tijdelijke bevoorrading wordt toegestaan met toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van vogels in het Vlaamse Gewest;

  18. het ministerieel besluit van 9 februari 1999 tot vaststelling van een databankstructuur voor vogels en tot vaststelling van de voorwaarden waaronder ringleveringen worden gemeld.

    Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 15 november 2011.

    Brussel, 7 mei 2011.

    De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

    J. SCHAUVLIEGE

    Bijlage : Maximumbinnendiameter gesloten pootring per soort als vermeld in artikel 2, § 1, 6°, uitgedrukt in millimeter tot op één tiende van een millimeter nauwkeurig

    De maximumbinnendiameter wordt weergegeven in de laatste kolom van de tabel.

    Gebruikte afkortingen in de tabel :

    NB : niet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT