29 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit houdende de toekenning aan de gemeente of aan de meergemeentenpolitiezone van een federale sociale toelage voor het jaar 2010

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben te Uwer ondertekening voor te leggen, kent voor het werkingsjaar 2010 aan de gemeente of meergemeentenpolitiezone een sociale federale toelage toe, ter gedeeltelijke compensatie van de bijdragen die zij aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (R.S.Z.P.P.O.) verschuldigd zijn.

Voor de ééngemeentezone wordt de toelage aan de gemeente toegekend, terwijl ze voor de meergemeentezones aan de politiezone wordt toegekend. In beide gevallen wordt het toegekende bedrag door de federale overheid aan de R.S.Z.P.P.O. betaald. De R.S.Z.P.P.O. ontvangt deze gelden voor rekening van de bedoelde gemeenten of meergemeentenpolitiezones en brengt deze in mindering van de bijdragen die zij aan diezelfde overheidsdienst moeten betalen.

De initiële enveloppe werd berekend volgens de modaliteiten zoals toegelicht bij het koninklijk besluit van 6 januari 2003 houdende de toekenning aan de gemeente of aan de meergemeentenpolitiezone van een federale sociale toelage voor het jaar 2003, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 21 januari 2003. Datzelfde jaar werd - zoals toegelicht bij hetzelfde besluit - reeds een aanvang gemaakt met de geleidelijke overgang van een verdeling van de middelen in functie van de weddencoëfficiënt van de maand augustus 2002 (90 %) naar een verdeling volgens een wetenschappelijke verdeelsleutel (10 %), gewoonlijk « KUL-norm » genoemd. Deze overgang ging gepaard met het opstarten van een bijkomend solidariteitssysteem.

Voor de berekening werd uitgegaan van de bedragen in het koninklijk besluit van 25 januari 2010 houdende de toekenning aan de gemeente of aan de meergemeentenpolitiezone van een federale sociale toelage voor het jaar 2009 - verschenen in het Belgisch Staatsblad van 12 februari 2010 - niet verhoogd omdat de bijlage 1 van de omzendbrief ABB5/430/2009/4 van 24 april 2009 van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole een stijgingscoëfficiënt van 0 % voorziet. Betreffende het bijkomende solidariteitsmechanisme heeft de regering besloten de geleidelijke overgang van een verdeling van de middelen in functie van de weddencoëfficiënt van de maand augustus 2002 (60 %) naar een verdeling volgens een wetenschappelijke verdeelsleutel (40 %), gewoonlijk « KUL-norm » genoemd, verder door te trekken met behoud van dezelfde regels voor het solidariteitssysteem als de voorgaande jaren.

Het solidariteitssysteem treedt in werking wanneer het resultaat van de berekening à 100 % in functie van de weddencoëfficiënt van de maand augustus 2002, gunstiger is dan het resultaat à 40 %/60 %.

Dit solidariteitsmechanisme bestaat erin dat voor de zones in de situaties 2 of 6, kwartielen q1, q2 en, indien ze grenszone zijn, q3, het bedrag à 100 % zal toegekend worden.

Voor de zones die zich in de situaties 2 of 6, kwartiel q3 (niet grenszone) bevinden zal het resultaat, berekend met de verdeelsleutel 40 %/ 60 %, vermeerderd worden met de helft van het verschil tussen het resultaat berekend à 100 % en dit berekend met toepassing van de verdeelsleutel 40 %/60 %.

De begrippen kwartiel 1 en 2 staan in relatie met de fiscale draagkracht van een politiezone, uitgedrukt middels het belastbaar inkomen per inwoner. Het kwartiel duidt de positie van een politiezone aan in de gesorteerde listings in dalende volgorde van belastbaar inkomen per inwoner. Een zone met q1 bevindt zich in de onderste 25 % observaties van de lijst (hoort dus bij de 25 % « armste » politiezones), een zone met q2 bevindt zich tussen de 25 % en de 50 % van de observaties (en is dus « minder arm »), een zone in q3 bevindt zich tussen de 50 % en 75 % van de observaties (en is dus « rijker dan de doorsnee ») en een zone in q4 bevindt zich in de hoogste 25 % van het geheel.

Deze solidariteit wordt gedragen door de gemeenten of meergemeentelijke politiezones die zich in de situatie 1 of 3 bevinden en waarbij de berekening volgens de verdeelsleutel 40 %/60 % voordeliger is dan de berekening à 100 % in functie van de weddencoëfficiënt van de maand augustus 2002.

De voormelde politiezones in de situaties 1 of 3 staan elk in solidariteit eenzelfde percentage af van het positief verschil tussen enerzijds het resultaat voor hun zone van de berekening zoals bepaald in artikel 4 en anderzijds het resultaat voor hun zone van de berekening waarbij 100 % van het totaalbedrag van de federale sociale toelage zou worden verdeeld in functie van de weddencoëfficiënt.

Het percentage dat op het positief verschil wordt toegepast is gelijk aan 100 maal de verhouding tussen, enerzijds, in de teller het totaal bedrag...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT