Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere koninklijke besluiten tot uitvoering van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 alsook van de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, de 21 février 2014

HOOFDSTUK 1. - Omzetting

Artikel 1. Dit ontwerp voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2013/16/EU van de Raad van 13 mei 2013 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van overheidsopdrachten, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 20 december 2010 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten

Art. 2. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 december 2010 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen in het kader van overheidsopdrachten worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. de bepaling onder 1° wordt aangevuld met de woorden "of de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, al naargelang;";

  2. de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :

    "2° overheidsopdracht en opdracht : de overheidsopdracht of de opdracht onderworpen aan de wet overheidsopdrachten;";

  3. in de Nederlandse tekst van de bepaling onder 3° worden de woorden "of entiteit" ingevoegd tussen het woord "dienst" en het woord "onderworpen".

    HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011

    Art. 3. In artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 worden de woorden "hoofdstukken I tot IV" aangevuld met de woorden "en V, afdeling 2,".

    Art. 4. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidende :

    " § 7. De technische specificaties die op de opdracht van toepassing zijn, kunnen worden aangevuld met mallen, stalen, modellen, types en dergelijke meer, die door de aanbestedende overheid worden gemerkt.

    Indien de werken, leveringen of diensten tegelijkertijd omschreven worden door plannen, modellen en stalen, en behoudens andersluidende bepaling in de opdrachtdocumenten, bepalen de plannen de vorm, de afmetingen en de aard van het materiaal waaruit het product is vervaardigd. De modellen dienen slechts voor het onderzoek van de afwerking en de stalen om de kwaliteit na te gaan.".

    Art. 5. Het opschrift van afdeling 8 van het eerste hoofdstuk van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :

    "Afdeling 8. - Beroep op onderaannemers en andere entiteiten".

    Art. 6. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    "Art. 12. De aanbestedende overheid kan de inschrijver in de opdrachtdocumenten verzoeken om in zijn offerte te vermelden welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is in onderaanneming te geven en welke onderaannemers hij voorstelt.

    Wanneer de kandidaat of de inschrijver een beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten als bedoeld in artikel 74 en die draagkracht bepalend is voor zijn selectie, vermeldt de kandidaat of de inschrijver, al naargelang, steeds voor welk gedeelte hij een beroep doet op die draagkracht en welke andere entiteiten hij voorstelt :

  4. in zijn offerte ingeval de procedure slechts één fase met de indiening van offertes omvat;

  5. zowel in zijn aanvraag tot deelneming als in zijn offerte ingeval de procedure een eerste fase met de indiening van aanvragen tot deelneming omvat.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde vermelding laat de aansprakelijkheid van de inschrijver onverlet.

    In de situatie van het tweede lid, 2°, verifieert de aanbestedende overheid in de tweede fase of de inschrijver de in de inleidende zin van dat lid bedoelde vermeldingen in zijn offerte heeft opgenomen en of deze overeenstemmen met de vermeldingen in zijn aanvraag tot deelneming, die in de eerste fase tot zijn selectie hebben geleid.".

    Art. 7. In artikel 21, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "te" opgeheven tussen de woorden "tot de" en de woorden "uit te voeren".

    Art. 8. In artikel 26, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt :

    "Bij opdrachten voor leveringen die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, wordt de raming bepaald op grond van de totale waarde van de opeenvolgende soortgelijke opdrachten die zullen worden geplaatst over twaalf maanden volgend op de eerste levering of, indien deze meer bedraagt dan twaalf maanden, over de volledige looptijd van de opdracht.".

    Art. 9. In artikel 27, van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen als volgt :

    " § 3. Bij opdrachten voor diensten die een zekere regelmaat vertonen of die bestemd zijn om in de loop van een bepaalde periode te worden hernieuwd, wordt de raming bepaald op grond van de geraamde totale waarde van de opeenvolgende opdrachten van dezelfde categorie die zullen worden geplaatst over twaalf maanden volgend op de eerste prestatie of, indien deze meer bedraagt dan twaalf maanden, over de volledige looptijd van de opdracht.".

    Art. 10. In artikel 37 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid aangevuld met de volgende woorden : ", noch op de opdrachten die gebaseerd zijn op een raamovereenkomst.".

    Art. 11. In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de woorden "en 48, derde lid" vervangen door de woorden "48, derde lid, en 49.".

    Art. 12. In artikel 49 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt :

    " § 2. Bij beperkte procedure is de minimumtermijn voor de ontvangst van de offertes vijftien dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de uitnodiging om een offerte in te dienen.

    Deze termijn kan tot tien dagen worden ingekort wanneer cumulatief is voldaan aan de volgende voorwaarden :

  6. het spoedeisend karakter maakt de termijn bedoeld in het vorige lid niet haalbaar;

  7. de uitnodiging om een offerte in te dienen wordt per telefax of via elektronische middelen verzonden.".

    Art. 13. In artikel 52, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt :

    "1° dat de elektronische handtekening conform is met de regels van het Europees en het daarmee overeenstemmende nationaal recht inzake de geavanceerde elektronische handtekening met een geldig gekwalificeerd certificaat, waarbij deze handtekening werd gerealiseerd via een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening. Voor de aanvragen tot deelneming geldt deze eis enkel voor zover de aanbestedende overheid de ondertekening ervan oplegt;".

    Art. 14. In artikel 54, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt :

    "Een inschrijver mag slechts één offerte per opdracht indienen behalve in geval van eventuele varianten en bij concurrentiedialoog. Voor de toepassing van deze bepaling wordt elke deelnemer aan een combinatie zonder rechtspersoonlijkheid beschouwd als een inschrijver.".

    Art. 15. In artikel 58, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden ", bij gebrek aan een dergelijke aankondiging," ingevoegd tussen de woorden "de aankondiging van opdracht of" en de woorden "in de uitnodiging tot het indienen van een offerte".

    Art. 16. In artikel 59, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de uit hoofde van de artikelen 61 tot 79 overgelegde inlichtingen en documenten" vervangen door de woorden "de in de artikelen 61 tot 79 bedoelde inlichtingen en documenten".

    Art. 17. Artikel 61 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    "Art. 61. § 1. Overeenkomstig artikel 20 van de wet wordt in elk stadium van de gunningsprocedure uitgesloten van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver die bij rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan en waarvan de aanbestedende overheid kennis heeft, veroordeeld is voor :

  8. deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek;

  9. omkoping als bedoeld in artikelen 246 en 250 van het Strafwetboek;

  10. fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;

  11. witwassen van geld als bedoeld in artikel 5 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme.

    Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 60, § 1, vraagt de aanbestedende overheid, met het oog op de toepassing van deze paragraaf, aan de kandidaten of inschrijvers, om de noodzakelijke inlichtingen of documenten over te leggen. Indien zij twijfels heeft over de persoonlijke situatie van die kandidaten of inschrijvers, kan zij de bevoegde binnenlandse of buitenlandse autoriteiten verzoeken om de inlichtingen die ze ter zake nodig acht.

    De aanbestedende overheid kan om dwingende redenen van algemeen belang afwijken van de in deze paragraaf bedoelde verplichting tot uitsluiting van de toegang tot de gunningsprocedure.

    § 2. Overeenkomstig artikel 20 van de wet kan in elk stadium van de gunningsprocedure worden uitgesloten van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver die :

  12. in staat van faillissement of van vereffening verkeert, die zijn werkzaamheden heeft gestaakt, die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of die in een vergelijkbare toestand verkeert als gevolg van een gelijkaardige procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;

  13. aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor wie een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of die het voorwerp is van een gelijkaardige procedure bestaande in andere nationale reglementeringen;

  14. bij rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld is geweest voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast;

  15. bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout heeft begaan;

  16. niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn socialezekerheidsbijdragen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 62;

  17. niet in orde is met de betaling van zijn belastingen volgens de Belgische wetgeving of die van het land waar hij gevestigd is, overeenkomstig de bepalingen van artikel 63;

  18. zich in ernstige mate heeft schuldig gemaakt aan het afleggen van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT