EURO-MEDITERRANE OVEREENKOMST WAARBIJ EEN ASSOCIATIE TOT STAND WORDT GEBRACHT TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN HUN LID-STATEN, ENERZIJDS, EN HET KONINKRIJK MAROKKO, ANDERZIJDS., de 26 février 1996

Artikel 1. 1. Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en Marokko anderzijds.

  1. Deze associatie heeft ten doel :

    - een passend kader tot stand te brengen voor de politieke dialoog tussen de partijen met het oog op het versterken van hun betrekkingen op alle terreinen die zij in het kader van een dergelijke dialoog van belang achten;

    - de voorwaarden vast te leggen voor de geleidelijke liberalisering van het goederen-, diensten- en kapitaalverkeer;

    - het bevorderen van de handel en van evenwichtige sociale en economische betrekkingen tussen de partijen, met name door middel van dialoog en samenwerking, ten einde de ontwikkeling en de welvaart van Marokko en de Marokkaanse bevolking te bevorderen;

    - het aanmoedigen van de Maghrebijnse integratie door bevordering van de handel en samenwerking tussen Marokko en de landen in de regio;

    - het bevorderen van de samenwerking op economisch, sociaal, cultureel en financieel gebied.

    Art. 2. De eerbiediging van de democratische beginselen en de fundamentele rechten van de mens, zoals neergelegd in de universele verklaring van de rechten van de mens, vormt de grondslag van het binnen- en buitenlands beleid van de Gemeenschap en Marokko en is een wezenlijk onderdeel van deze Overeenkomst.

    TITEL I. - POLITIEKE DIALOOG.

    Art. 3. 1. Er wordt een regelmatige politieke dialoog tussen de partijen ingesteld. Via deze dialoog kunnen tussen de partners duurzame, op solidariteit gebaseerde betrekkingen worden ingesteld, die zullen bijdragen aan de welvaart, de stabiliteit en de veiligheid van het Middellandse-Zeegebied en een klimaat van begrip en tolerantie tussen culturen zullen scheppen.

  2. Doelstellingen van de dialoog en de politieke samenwerking zijn met name :

    1. de partijen nader tot elkaar te brengen door het ontwikkelen van beter wederzijds begrip en door regelmatig overleg over internationale vraagstukken van wederzijds belang;

    2. elke partij in staat te stellen het standpunt en de belangen van de andere partij in overweging te nemen;

    3. te werken aan de handhaving van de veiligheid en de stabiliteit in het Middellandse-Zeegebied en in de Maghreb in het bijzonder;

    4. het uitwerken van gemeenschappelijke initiatieven.

      Art. 4. De politieke dialoog heeft betrekking op alle onderwerpen van wederzijds belang en met name op de noodzakelijke voorwaarden voor het waarborgen van vrede, veiligheid en regionale ontwikkeling door het bevorderen van de samenwerking, met name binnen de Maghreb.

      Art. 5. De politieke dialoog wordt regelmatig en telkens wanneer nodig gehouden, en met name :

    5. op ministerieel niveau, voornamelijk in het kader van de Associatieraad;

    6. op het niveau van hoge functionarissen die Marokko vertegenwoordigen, enerzijds, en het Voorzitterschap van de Raad en de Commissie, anderzijds;

    7. met optimale gebruikmaking van de diplomatieke kanalen, in het bijzonder door middel van regelmatige briefings, overleg ter gelegenheid van internationale vergaderingen en contacten tussen diplomatieke vertegenwoordigers in derde landen;

    8. zo nodig met gebruikmaking van alle andere middelen die kunnen bijdragen tot de intensivering en doelmatigheid van deze dialoog.

      TITEL II. - VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN.

      Art. 6. De Gemeenschap en Marokko brengen in de loop van een overgangsperiode van ten hoogste 12 jaar, te beginnen bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst, geleidelijk een vrijhandelszone tot stand, overeenkomstig de hierna omschreven bepalingen en in overeenstemming met de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel van 1994 en andere multilaterale overeenkomsten inzake de handel in goederen die opgenomen zijn in bijlagen bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), hierna " GATT " te noemen.

      HOOFDSTUK I. - INDUSTRIEPRODUKTEN.

      Art. 7. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap en Marokko, met uitzondering van de in bijlage II van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap genoemde produkten.

      Art. 8. Er worden geen nieuwe invoerrechten of heffingen van gelijke werking ingesteld in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Marokko.

      Art. 9. Produkten van oorsprong uit Marokko worden bij invoer in de Gemeenschap toegelaten met vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking.

      Art. 10. 1. De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor het door de Gemeenschap handhaven van een landbouwelement bij invoer van de in bijlage I genoemde produkten van oorsprong uit Marokko.

      Dit landbouwelement houdt verband met de verschillen in prijs op de markt van de Gemeenschap van de landbouwprodukten die geacht worden in deze goederen te zijn verwerkt en de prijs van uit derde landen ingevoerde produkten, wanneer de totale kosten van genoemde basisprodukten hoger is in de Gemeenschap. Het landbouwelement kan de vorm van een vast bedrag of een ad valorem recht aannemen. Zo nodig kunnen specifieke rechten worden ingesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de hoogte van het landbouwelement, of ad valorem rechten.

      De op landbouwprodukten van toepassing zijnde bepalingen van hoofdstuk 2 zijn mutatis mutandis van toepassing op het landbouwelement.

  3. De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor Marokko om in de rechten die van toepassing zijn bij invoer van de in bijlage 2 genoemde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap een landbouwelement te onderscheiden. Het landbouwelement kan de vorm van een vast bedrag of een ad valorem recht aannemen.

    De op landbouwprodukten van toepassing zijnde bepalingen van hoofdstuk 2 zijn mutatis mutandis van toepassing op het landbouwelement.

  4. Op de in lijst 1 van bijlage 2 opgenomen produkten van oorsprong uit de Gemeenschap past Marokko bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst geen hogere invoerrechten en heffingen van gelijke werking toe dan die welke op 1 januari 1995 van toepassing waren binnen de grenzen van de in genoemde lijst opgenomen tariefcontingenten.

    In de loop van de afschaffing van het industrie-element in de rechten, overeenkomstig het bepaalde in lid 4, worden op de produkten voor welke de tariefcontingenten worden opgeheven, geen hogere rechten toegepast dan die welke op 1 januari 1995 van toepassing waren.

  5. Voor de in lijst 2 van bijlage 2 opgenomen produkten van oorsprong uit de Gemeenschap schaft Marokko het industrie-element af overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, lid 2, van deze Overeenkomst voor de produkten van bijlage 3.

    Voor de in lijsten 1 en 3 van bijlage 2 opgenomen produkten van oorsprong uit de Gemeenschap schaft Marokko het industrie-element af overeenkomstig de bepalingen van artikel 11, lid 3, van deze Overeenkomst voor de produkten van bijlage 4.

  6. De overeenkomstig de leden 1 en 2 toegepaste landbouwelementen kunnen worden verminderd wanneer in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Marokko de op een basislandbouwprodukt toegepaste heffing is verlaagd of wanneer deze verminderingen het gevolg zijn van wederzijdse concessies op het gebied van verwerkte landbouwprodukten.

  7. De in lid 5 bedoelde vermindering, de lijst van betrokken produkten en, in voorkomend geval, de tariefcontingenten, waarvoor de verlagingen gelden, worden door de Associatieraad vastgesteld.

    Art. 11. 1. De douanerechten en heffingen van gelijke werking die bij invoer in Marokko van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap, met uitzondering van de in bijlagen 3, 4, 5 en 6 vermelde produkten, worden afgeschaft bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.

  8. De douanerechten en heffingen van gelijke werking die bij invoer in Marokko van toepassing zijn op produkten van oorsprong uit de Gemeenschap vermeld in bijlage 3, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig het hierna volgende tijdschema :

    Bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 75 % van het basisrecht;

    Een jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 50 % van het basisrecht;

    Twee jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 25 % van het basisrecht;

    Drie jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen afgeschaft.

  9. De douanerechten en heffingen van gelijke werking die bij invoer in Marokko van toepassing zijn op de in bijlage 4 vermelde produkten van oorsprong uit de Gemeenschap, worden geleidelijk afgeschaft volgens onderstaande tijdschema's : Voor de lijst in bijlage 4 :

    Drie jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 90 % van het basisrecht;

    Vier jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 80 % van het basisrecht;

    Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 70 % van het basisrecht;

    Zes jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 60 % van het basisrecht;

    Zeven jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 50 % van het basisrecht;

    Acht jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 40 % van het basisrecht;

    Negen jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 30 % van het basisrecht;

    Tien jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 20 % van het basisrecht;

    Elf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen verlaagd tot 10 % van het basisrecht;

    Twaalf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle rechten en heffingen afgeschaft.

  10. Indien zich met betrekking tot een bepaald produkt ernstige problemen voordoen, kan het op de lijst in bijlage 4 van toepassing zijnde tijdschema in overleg worden herzien door...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT