20 JUNI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening

De Vlaamse Regering,

Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen;

Gelet op het decreet van 20 april 2007 houdende instemming met de internationale conventie tegen het dopinggebruik in de sport, opgemaakt in Parijs op 19 oktober 2005, en de bijlage I en II;

Gelet op het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening, inzonderheid de artikelen 2, 3°; 7, tweede en zesde lid, 11, 12, 1°, 14, tweede lid, 17, eerste, derde en vierde lid, 19, §§ 3, eerste en vierde lid, en 4, tweede lid, 20, §§ 2 en 3, 21, §§ 1, vierde lid, en 2, tweede lid, 22, 25, 26, §§ 1, 2, 3 en 5, 28, §§ 1, 3, 4, eerste lid, en 5, 29, tweede en vierde lid, 30, §§ 5 en 6, 31, 2° en 5°, 32, § 1, vijfde en zesde lid, 33, § 1, vijfde en zesde lid, 35, §§ 4 en 5, 47, § 5, eerste lid, 48, 53, § 1, c, 55, 56 en 57;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake medisch verantwoorde sportbeoefening bij de deelname van minderjarigen aan sportmanifestaties, proeven, wedstrijden en opleidingen in bepaalde sporttakken;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 december 1993 houdende nadere bepalingen betreffende de erkenning van keuringsartsen;

Gelet op het advies van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 7 april 2008;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 5 mei 2008;

Gelet op het advies nr. 44.433/3 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;

Na beraadslaging,

Besluit :

TITEL I. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet : het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening;

  2. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening;

  3. controlearts : erkende controlearts als vermeld in artikel 21, 26 en 29 van het decreet;

  4. controledeskundige : erkende controledeskundige als vermeld in artikel 21, 26 en 29 van het decreet;

  5. controlelaboratorium : erkend controlelaboratorium als vermeld in artikel 21, 26 en 29 van het decreet;

  6. disciplinaire commissie : disciplinaire commissie voor medisch verantwoorde sportbeoefening als vermeld in artikel 32 van het decreet;

  7. disciplinaire raad : disciplinaire raad voor medisch verantwoorde sportbeoefening als vermeld in artikel 33 van het decreet;

  8. keuringsarts : erkende keuringsarts als vermeld in artikel 19 van het decreet;

  9. keuringscentrum : erkend keuringscentrum als vermeld in artikel 19 van het decreet;

  10. monster : monster afkomstig van het lichaam van de sporter of van de drank, van het voedsel of van de stoffen die in het bezit zijn van de sporter of van de begeleider, vermeld in artikel 30, § 1, 3° en 4°, van het decreet;

  11. monsterneming : afname van het monster, vermeld in punt 10°;

  12. controleopdracht : de opdracht die de controlearts ontvangt, vermeld in artikel 21, 26 en 29 van het decreet;

  13. afwijkend analyseresultaat : vaststelling in het monster van de aanwezigheid van een verboden stof of van een metaboliet of marker daarvan, of van het gebruik van een verboden methode als vermeld in artikel 3, 1° en 2°, van het decreet;

  14. sporter : een sporter als vermeld in artikel 2, 9°, van het decreet;

  15. sportvereniging : sportvereniging als vermeld in artikel 2, 11°, van het decreet;

  16. sportfederatie : groepering van sportverenigingen;

  17. toezichthoudende arts : erkende arts als vermeld in artikel 20 van het decreet;

  18. getalenteerde sporter : de sporter die talent heeft voor topsport volgens de sportspecifieke ontwikkelingslijn, of die al topsporter is vanwege zijn prestaties;

  19. elitesporter : elitesporter als vermeld in artikel 2, 10°, van het decreet;

  20. administratie : de administratie als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet;

  21. WADA : Wereldantidopingagentschap als vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet;

  22. Code : de Code als vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet;

  23. wedstrijd : de wedstrijd als vermeld in artikel 2, 7°, van het decreet;

  24. dopingcontrole : de dopingcontrole als vermeld in artikel 4, 1°, van het decreet;

  25. binnen wedstrijdverband : binnen wedstrijdverband als vermeld in artikel 4, 2°, van het decreet;

  26. buiten wedstrijdverband : buiten wedstrijdverband als vermeld in artikel 4, 3°, van het decreet;

  27. preventieve gezondheidscontrole : de preventieve gezondheidscontrole als vermeld in artikel 17 van het decreet.

    TITEL II. - Algemeen kader voor de medisch verantwoorde sportbeoefening

    HOOFDSTUK I. - Voorwaarden voor de medisch verantwoorde sportbeoefening

    Afdeling I. - Opdrachten van controleartsen en controledeskundigen

    Art. 2. Om de naleving te controleren van de voorwaarden, vermeld in artikelen 15, 16, 17 en 18 en het verbod, vermeld in artikel 18 van het decreet, stelt de controlearts, of de controledeskundige zijn bevindingen vast in een proces-verbaal aan de hand van een model dat door de administratie wordt vastgesteld.

    Afdeling II. - Preventieve gezondheidscontrole

    Art. 3. Om te mogen deelnemen aan sportmanifestaties, moet een elitesporter of de sporter, vermeld in artikel 28, § 5, van het decreet, voldoen aan de voorwaarden van preventieve gezondheidscontrole, vermeld in artikel 17 van het decreet, als hij behoort tot een groep van sporters voor wie algemeen geldende preventieve gezondheidsvoorwaarden voor deelname aan sportmanifestaties zijn vastgesteld door de minister.

    Een sporter voldoet aan die voorwaarden van preventieve gezondheidscontrole, als :

  28. een monster van zijn lichaam geen afwijking vertoont van de normale waarden, zoals die door de opdrachtgever van de preventieve gezondheidscontrole voorafgaandelijk en algemeen geldend zijn vastgesteld voor de groep van sporters waartoe de betrokkene behoort;

  29. hij zijn medewerking verleent aan een preventieve gezondheidscontrole.

    HOOFDSTUK II.- Toezicht op de medisch verantwoorde sportbeoefening

    Afdeling I. - Keuringsartsen en keuringscentra

    Onderafdeling I. - Algemene principes

    Art. 4. De minister erkent de keuringsartsen en keuringscentra.

    Art. 5. De erkenning wordt verleend voor ten hoogste drie jaar en kan hernieuwd worden.

    Onderafdeling II. - Keuringsartsen

    Art. 6. Om als keuringsarts erkend te worden, moet de betrokkene :

  30. aan de twee volgende voorwaarden voldoen :

    1. arts of master in de geneeskunde zijn;

    2. houder zijn van een van de volgende diploma's :

    1) licentie in de lichamelijke opvoeding;

    2) master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen;

    3) bijzondere licentie in de lichamelijke opvoeding en de sportgeneeskunde;

    4) licentie in de sportgeneeskunde;

    5) getuigschrift van aanvullend onderwijs in de sportgeneeskunde;

    6) master in de sportgeneeskunde;

  31. houder zijn van een elektrokardiografiegetuigschrift (EKG-getuigschrift);

  32. houder zijn van een attest van de opleiding spirometrie die overeenkomstig het koninklijk besluit van 21 april 2004 tot wijziging van artikel 3, § 1, B, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen werd erkend, of houder zijn van een attest dat een bewezen gelijkwaardigheid bezit;

  33. beschikken over de nodige apparatuur en ruimte om de absolute en relatieve sportmedische geschiktheidscriteria bij sporters te kunnen vaststellen. Daartoe behoort minstens de volgende apparatuur :

    1. ergometrie-installatie met fietsergometer, alsook de nodige apparatuur om een inspanningselektrocardiogram af te nemen;

    2. apparatuur voor longfunctietests;

    3. apparatuur voor antropometrisch onderzoek en bepaling van het vetgehalte;

    4. reanimatieapparatuur, minimaal een defibrillator.

    Om als keuringsarts erkend te blijven, moet de betrokkene :

  34. vormingsactiviteiten in de sportgeneeskunde bijwonen, minstens zes uur per kalenderjaar, en de administratie daarover informeren als ze dat vraagt;

  35. de bepalingen op het vlak van inhoud en frequentie van sportmedische keuring naleven.

    Onderafdeling III. - Keuringscentra

    Art. 7. Om erkend te worden moet een keuringscentrum :

  36. overeenkomsten voorleggen met :

    1. een erkende keuringsarts;

    2. een arts of een master in de geneeskunde die een erkende specialist in de cardiologie is en die deskundig is in de sportgeneeskunde;

    3. een arts of een master in de geneeskunde die een erkende specialist in de fysische geneeskunde of de orthopedie is en die deskundig is in de sportgeneeskunde;

    4. een arts of een master in de geneeskunde die een erkende specialist in de pneumologie is en die deskundig is in de sportgeneeskunde;

    5. een doctor, licentiaat of gegradueerde in de kinesitherapie die deskundig is in de sportkinesitherapie of een doctor, een master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie of een master in de kinesitherapie die deskundig is in de sportkinesitherapie;

    6. een doctor of licentiaat in de psychologie of een master in de psychologie die deskundig is in de sportpsychologie;

    7. een voedingsdeskundige met een universitair diploma of een diploma van het hoger onderwijs buiten de universiteit die deskundig is in de sportdieetleer;

    h ) een gegradueerde of bachelor in de podologie;

  37. zich ertoe verbinden om de sportmedische keuringen te laten uitvoeren onder leiding en verantwoordelijkheid van een keuringsarts en garant staan voor een kwaliteitsvolle dienstverlening;

  38. garanderen dat de onderdelen van de sportmedische keuring en begeleiding die behoren tot het vakgebied van een van de specialismen, vermeld in punt 1° b), c), d), e), f), g) en h), door de desbetreffende specialisten of deskundigen worden uitgevoerd;

  39. samenwerken met andere medische en paramedische...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT