Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening., de 16 décembre 2005

TITEL I. - Definities.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet : het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening;

  2. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening;

  3. administratie : de administratie van de diensten van de Vlaamse Regering, bevoegd voor de medisch verantwoorde sportbeoefening;

  4. Bloso : Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie of zijn rechtsopvolger;

  5. controlearts : erkend controlearts als vermeld in artikel 16 van het decreet;

  6. controlecomité : controlecomité als vermeld in artikel 23 van het decreet;

  7. controlelaboratorium : erkend controlelaboratorium als vermeld in artikel 16 van het decreet;

  8. disciplinaire commissie : disciplinaire commissie als vermeld in artikel 17 van het decreet;

  9. disciplinaire raad : disciplinaire raad als vermeld in artikel 18 van het decreet;

  10. IOC. : Internationaal Olympisch Comité;

  11. keuringsarts : erkende keuringsarts als vermeld in artikel 14 van het decreet;

  12. keuringscentrum : erkend keuringscentrum als vermeld in artikel 14 van het decreet;

  13. monster : monster van de lichaamsvochten, hoofdhaar of slijmvlies van de sportbeoefenaar of van de drank, van het voedsel of van de substanties die in het bezit zijn van de sportbeoefenaar of van de begeleider, vermeld in artikel 28, § 1, 3° en 4°, van het decreet;

  14. monsterneming : afname van het monster, vermeld in 13°;

  15. opdrachtenblad : formulier als vermeld in artikel 55;

  16. overkoepelend orgaan : samenwerkingsverband van sportfederaties als vermeld in artikel 4, 3°, van het decreet;

  17. positief analyseresultaat : vaststelling in het monster van de aanwezigheid van substanties of middelen, als vermeld in artikel 2, 6°, van het decreet;

  18. sportfederatie : groepering van sportverenigingen, die bij overeenkomst of krachtens de statuten tot doel heeft om sportmanifestaties te organiseren;

  19. sportmedisch toezicht : verplicht toezicht op sportmanifestaties door toezichthoudende artsen als vermeld in artikel 15 van het decreet;

  20. toezichthoudende arts : erkende arts als vermeld in artikel 15 van het decreet;

  21. Vlaamse Adviesraad : de Vlaamse Adviesraad voor erkenning van verzorgingsvoorzieningen als vermeld in artikel 10 van het decreet van 20 december 1996 houdende oprichting van een Vlaamse Gezondheidsraad en van een Vlaamse Adviesraad inzake erkenning van verzorgingsvoorzieningen;

  22. erkende sportfederatie : de sportfederatie, erkend op basis van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding;

  23. kinesitherapeut : erkende kinesitherapeut als vermeld in artikel 16 van het decreet;

  24. verpleegkundige : erkende verpleegkundige als vermeld in artikel 16 van het decreet;

  25. WADA : het wereldantidopingagentschap, een door de regering erkende internationale organisatie ter bestrijding van doping als vermeld in artikel 26 van het decreet;

  26. controle op de verblijfplaats : dopingcontrole die niet verbonden is aan een sportmanifestatie of een georganiseerde voorbereiding als vermeld in artikel 26, § 2, van het decreet;

  27. binnen wedstrijdverband : dopingcontrole in rechtstreeks verband met een wedstrijd of competitie;

  28. buiten wedstrijdverband : dopingcontrole, niet binnen wedstrijdverband;

  29. getalenteerde sportbeoefenaars : de sportbeoefenaars, vermeld in artikel 2, 10°, van het decreet;

  30. elitegroep :

    1. alle meerderjarige sportbeoefenaars die door een sportvereniging gepreselecteerd of geselecteerd zijn voor deelname aan de Olympische Spelen, Paralympics, Wereldspelen, Wereldkampioenschappen, Europese Kampioenschappen of Europese competities, georganiseerd door een internationale sportfederatie;

    2. alle meerderjarige sportbeoefenaars die als zelfstandige of verbonden door een arbeidsovereenkomst voornamelijk sportieve prestaties leveren of zich daarop voorbereiden en hiervan hun hoofdactiviteit maken;

  31. expertencommissie : de expertencommissie medisch verantwoord sporten, vermeld in artikel 10 van het decreet;

  32. Vlaamse Sportraad : de raad, vermeld in artikel 2 van het decreet van 7 juli 1998 houdende oprichting van de Vlaamse Sportraad en de Adviserende Beroepscommissie voor sportaangelegenheden, of zijn rechtsopvolger;

  33. exogeen : een substantie die van nature niet door het menselijk lichaam kan worden aangemaakt;

  34. endogeen : een substantie die van nature door het menselijk lichaam kan worden aangemaakt.

    TITEL II. - Organen voor de medisch verantwoorde sportbeoefening.

    HOOFDSTUK I. - Toezichthoudende organen.

    Afdeling I. - Erkenning van keuringsartsen en keuringscentra.

    Art. 2. Alleen personen of centra die door de minister erkend zijn, zijn bevoegd voor de sportmedische keuring, vermeld in artikel 20 van het decreet, en het preventieve gezondheidsonderzoek, vermeld in artikel 20bis van het decreet.

    Art. 3. De erkenning wordt verleend voor ten hoogste drie jaar en kan hernieuwd worden.

    Onderafdeling I. - Erkenning van keuringsartsen.

    Art. 4. § 1. Om als keuringsarts erkend te worden, moet de betrokkene :

  35. aan een van de onderstaande voorwaarden voldoen :

    1. hij is arts en houder van het diploma van licentiaat in de lichamelijke opvoeding, van de bijzondere licentie in de lichamelijke opvoeding en de sportgeneeskunde, van de licentie in de sportgeneeskunde of van het getuigschrift van aanvullend onderwijs in de sportgeneeskunde;

    2. hij is master in de geneeskunde en houder van het diploma van master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen of van master in de sportgeneeskunde;

  36. de administratie een geschreven verklaring bezorgen waarin hij zijn eventuele bindingen met sportverenigingen en sportmanifestaties meedeelt, en vermeldt of hij begeleider is;

  37. beschikken over de nodige apparatuur en ruimte om de absolute en relatieve sportmedische geschiktheidcriteria bij sportbeoefenaars te kunnen vaststellen.

    § 2. Om als keuringsarts erkend te blijven, moet de betrokkene :

  38. jaarlijks minstens een vormingsactiviteit bijwonen, georganiseerd door of op initiatief van de administratie door een universitaire instelling of door derden;

  39. de bepalingen inzake inhoud en frequentie van sportmedische keuring naleven;

  40. elke wijziging in de bindingen, vermeld in § 1, 2°, binnen 30 kalenderdagen schriftelijk aan de administratie meedelen.

    Onderafdeling II. - Erkenning van keuringscentra.

    Art. 5. § 1. Om erkend te worden moet het keuringscentrum :

  41. onder de leiding en verantwoordelijkheid van een keuringsarts staan;

  42. overeenkomsten voorleggen met :

    1. een arts of een master in de geneeskunde die erkend specialist in de cardiologie is en deskundig in de sportgeneeskunde;

    2. een arts of een master in de geneeskunde die erkend specialist in de fysische geneeskunde of de orthopedie is en deskundig in de sportgeneeskunde;

    3. een doctor, licentiaat of gegradueerde in de kinesitherapie die deskundig is in de sportkinesitherapie of een doctor, een master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie of een master in de kinesitherapie die deskundig is in sportkinesitherapie;

    4. een doctor of licentiaat in de psychologie of een master in de psychologie die deskundig is in de sportpsychologie;

    5. een voedingsdeskundige met een universitair diploma of een diploma van het hoger onderwijs buiten de universiteit die deskundig is in de sportdieetleer;

    6. een doctor of licentiaat in de lichamelijke opvoeding die deskundig is in de trainingsleer of een master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen;

  43. samenwerken met andere medische deskundigen met het oog op specifieke onderzoeken die nodig zijn voor het vervullen van de opdrachten, vermeld in artikel 14 van het decreet;

  44. beschikken over de nodige ruimte en apparatuur voor sportmedische begeleiding van getalenteerde sportbeoefenaars. De ruimten en de apparatuur moeten minstens voldoen aan de volgende infrastructuurnormen :

    1. de volgende ruimten :

      1) minimaal twee onderzoeks- en gesprekskamers;

      2) ruimte voor functioneel onderzoek;

      3) ruimte voor het administratief en het technisch personeel;

      4) de nodige sanitaire voorzieningen;

    2. de volgende uitrusting :

      1) spiro-ergometrie-installatie met loopband en fietsergometer, alsook de nodige apparatuur om een inspanningselektrocardiogram af te nemen en lactaatmetingen in bloed of plasma uit te voeren;

      2) apparatuur voor longfunctietests;

      3) apparatuur voor antropometrisch onderzoek en bepaling van de lichaamssamenstelling;

      4) krachtmeetapparatuur en apparatuur voor biomechanisch onderzoek;

      5) reanimatieapparatuur, minimaal een defibrillator;

    3. de onder punt a) vermelde ruimten moeten functioneel als een geheel kunnen werken. Dat houdt in dat namelijk alle belangrijke aspecten in de begeleiding van de getalenteerde sportbeoefenaars in een entiteit moeten kunnen functioneren;

    4. beschikken over sportinfrastructuur in de nabijheid van het keuringscentrum om veldtesten mogelijk te maken;

  45. deel uitmaken van een universiteit of de vorm aannemen van een vereniging zonder winstgevend doel. In dat laatste geval moet er een samenwerkingsverband bestaan met een universiteit die geconcretiseerd is in een samenwerkingsovereenkomst. In die overeenkomst gaat het keuringscentrum de verbintenis aan om desgevraagd te zorgen voor de begeleiding van de topsportstudenten van de universiteit en waarin de universiteit de verbintenis aangaat om wetenschappelijke expertise aan te reiken aan het keuringscentrum en haar medewerking te verlenen aan de realisatie van een aanbod van extra opleidingen voor keuringsartsen en begeleiders, opleidingen georganiseerd op initiatief van het keuringscentrum.

    § 2. De overeenkomsten, vermeld in § 1, 2°, bevatten de voorwaarden van beschikbaarheid waaronder de keuringscentra op de deskundigen een beroep kunnen doen. Elke wijziging aan de overeenkomsten wordt onmiddellijk...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT