16 JULI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen van 20 november 2001;

Gelet op het advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 28 juni 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 27 november 2001;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 mei 2002, bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoordineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en van Onze Staatssecretaris voor Energie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. De definities bepaald in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna « de wet » genoemd, zijn van toepassing op onderhavig besluit.

§ 2. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :

  1. « groene stroom » : elektriciteit geproduceerd met aanwending van hernieuwbare energiebronnen;

  2. « keuringsinstelling » : instelling erkend door de minister overeenkomstig artikel 3;

  3. « certificaat van oorsprongsgarantie » : het document dat de oorsprongsgarantie van groene stroom aantoont overeenkomstig artikel 4 van dit besluit;

  4. « groenestroomcertificaat » : een immaterieel goed dat aantoont dat een producent een aangegeven hoeveelheid groene stroom heeft opgewekt binnen een bepaalde tijdsduur;

  5. « databank » : de databank bedoeld in artikel 13 van dit besluit, gecentraliseerd en beheerd door de commissie, die de toegekende groenestroomcertificaten evenals de erin opgenomen gegevens verzamelt;

  6. « decreten en ordonnantie elektriciteit » : het geheel gevormd door het decreet van 17 juli 2000 van het Vlaams Parlement houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, het decreet van 12 april 2001 van de Waalse Raad betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt en de ordonnantie van 19 juli 2001 van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    Art. 2. In uitvoering van artikel 7 van de wet bedoeld om maatregelen vast te stellen voor een tegen een minimumprijs verzekerde afzet op de markt, van een minimumvolume elektriciteit geproduceerd met aanwending van hernieuwbare energiebronnen, worden de volgende maatregelen ingevoerd :

  7. een procedure voor de toekenning van certificaten van oorsprongsgarantie voor productie-installaties van groene stroom geproduceerd overeenkomstig artikel 6 van de wet;

  8. een procedure voor het toekennen en afleveren van groenestroomcertificaten voor elektriciteit geproduceerd door de houders van domeinconcessies bedoeld in artikel 6 van de wet;

  9. de bepaling van minimumprijzen voor de productie van groene stroom.

    HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen betreffende de toekenning van groenestroomcertificaten voor elektriciteit geproduceerd door de installaties bedoeld in artikel 6 van de wet

    Afdeling I. - Erkenning van de Keuringsinstellingen

    Art. 3. § 1. Om erkend te worden dient een keuringsinstelling aan de volgende voorwaarden te voldoen :

  10. beschikken over de rechtspersoonlijkheid en onafhankelijk zijn van elke producent...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT