Decreet betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten (VERTALING)., de 19 mai 2008

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

Definities.

Artikel 1. In de zin van voorliggend decreet verstaat men onder :

- bisschop : de rooms-katholieke bisschop bevoegd voor de parochies van het Duitse taalgebied;

- Centrale Raad : de administratieve raad van de Protestantse-Evangelische Eredienst;

- kerkfabriek : de instelling belast met het beheer van het tijdelijke van de erediensten;

- Raad : de katholieke kerkraad resp. de raad van het protestantse kerkbestuur;

- Regering : de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;

- gemeente : de gemeente waarin de kerkfabriek haar zetel heeft of de gemeenten over het gebied waarvan de omschrijving van een kerkfabriek zich uitstrekt;

- bewijsstukken : alle documenten of bijlagen waarmee een beslissing kan worden bewezen.

Berekening van de termijnen.

Art. 2. De termijnen worden in kalenderdagen berekend.

Een termijn loopt vanaf de dag waarop een dossier betekend wordt, waarbij de datum van de poststempel of, bij overhandiging van het dossier, van het ontvangstbewijs als bewijs geldt. De vervaldag wordt meegerekend in de termijn. Als die dag echter een zaterdag, zondag of feestdag is, valt de vervaldag op de eerst volgende werkdag.

In de zin van dit decreet worden de volgende dagen gelijkgesteld met een feestdag : 1 januari, " Altweiberdonnerstag " (oude wijven donderdag), Rozenmaandag, Paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1, 2, 11 en 15 november, 25 en 26 december, alsook de bij decreet of bij besluit van de Regering vastgestelde dagen.

Betekening.

Art. 3. Elke beslissing van de Regering wordt aan de betrokken kerkfabriek, de gemeente, de bisschop en, in voorkomend geval, aan de belanghebbende betekend. Op straffe van nietigheid vindt de betekening ten laatste op de vervaldag van de termijn plaats.

Elke beslissing van de gemeenteraad wordt aan de betrokken kerkfabriek, de Regering, de bisschop en, in voorkomend geval, aan de belanghebbende betekend. Op straffe van nietigheid vindt de betekening ten laatste op de vervaldag van de termijn plaats.

Toegang tot de eredienstgebouwen.

Art. 4. Het wordt uitdrukkelijk verboden iets te ontvangen voor de toegang tot de eredienstgebouwen, behalve voor culturele evenementen.

Geldinzamelingen.

Art. 5. De geldinzamelingen in de kerken worden door de bisschop of de Centrale Raad geregeld.

HOOFDSTUK II. - Organisatie en werking.

Erkenning van parochies.

Art. 6. Op voorstel van de bisschop of van de Centrale Raad erkent de Regering de parochies en de gebiedsomschrijving ervan.

De Regering legt de erkenningsvoorwaarden vast.

Erkenning van kerkfabrieken.

Art. 7. In elke parochie wordt een kerkfabriek opgericht, behalve als twee of meerdere kerkfabrieken om een fusie verzoeken. De Regering kan deze fusie toelaten, indien de bisschop of de Centrale Raad een positief advies heeft uitgebracht.

De kerkfabriek is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid.

De zetel van de kerkfabriek is gevestigd in de pastorie. Is het niet mogelijk, dan moet een aanvraag bij de Regering worden ingediend om de zetel op een andere plaats te vestigen die dezelfde karakteristieken vertoont.

Opdrachten van de kerkfabriek.

Art. 8. De kerkfabriek zorgt voor de materiële voorwaarden die voor de uitoefening van de eredienst en het hooghouden van de waardigheid ervan noodzakelijk zijn.

Ze is bevoegd voor :

- het onderhoud en het behoud van de kerken en kapellen die onder haar ressorteren;

- het beheer van de goederen en gelden die haar eigendom zijn of voor de uitoefening van de eredienst bestemd zijn;

- de vertegenwoordiging van haar belangen t.o.v. de burgerlijke overheden.

Raad.

Art. 9. § 1. De kerkfabriek wordt bestuurd door een raad bestaande uit vijf gekozen leden.

In afwijking van het eerste lid mag een raad hoogstens negen leden tellen, als het in het huishoudelijk reglement bepaald is. Tot de wijziging van het aantal leden mag slechts ter gelegenheid van een gedeeltelijke hernieuwing van de raden worden besloten.

Daarenboven zijn van rechtswege lid van de raad :

- de pastoor of predikant of de door hem aangewezen vertegenwoordiger;

- de burgemeester of de door hem aangewezen vertegenwoordiger, die gemeenteraadslid moet zijn.

§ 2. Te allen tijde kan de raad buitenstaande personen uitnodigen om zijn zittingen bij te wonen. Zij zullen een raadgevende functie uitoefenen.

De raad is met elke opdracht belast die door voorliggend decreet niet uitdrukkelijk aan één van zijn leden wordt toevertrouwd.

Zijn in het bijzonder aan de beraadslaging van de raad onderworpen :

- de aanneming van de begrotingen en jaarrekeningen;

- de beleggingen en het gebruik van middelen voortkomende uit onroerende verrichtingen;

- elke uitgave boven 10.000 EUR en elke uitgave die niet in de begroting ingeschreven was;

- de indienstneming en afdanking van personeel op voorstel van de pastoor of predikant;

- de aanneming van het huishoudelijk reglement.

Verkiezing van de katholieke kerkraad.

Art. 10. § 1. Bij nieuw opgerichte kerkfabrieken worden drie leden van de raad door de bisschop en twee door de gemeenteraad aangewezen.

Ontstaat een nieuwe kerkfabriek uit de fusie van bestaande kerkfabrieken, dan verkiezen de leden van hun respectievelijke raden de leden van de nieuwe raad.

§ 2. Onverminderd de toepassing van § 4 worden de leden van de raad voor 6 jaar gekozen. Een uittredend lid is herkiesbaar.

Indien een lid vroegtijdig uittreedt, verkiezen de overblijvende leden een nieuw lid dat het mandaat van zijn voorganger beëindigt.

§ 3. De raad wordt om de drie jaar voor de helft hernieuwd. De leden die de uittredenden moeten vervangen, worden verkozen door de overblijvende leden. Vindt de verkiezing niet binnen de maand plaats, dan wijzen de bisschop en de gemeenteraad ieder een helft van de te vervangen leden aan.

Bij elke gedeeltelijke hernieuwing verkiest de raad een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. De mandaten zijn hernieuwbaar.

§ 4. Bij nieuw opgerichte kerkfabrieken worden de eerste uittredende leden na afloop van drie jaar door lottrekking aangewezen.

Beslist de raad overeenkomstig artikel 9, § 1, lid 2, zijn aantal leden te wijzigen, dan worden de volgende regels toegepast opdat de gedeeltelijke hernieuwing bepaald in § 3 plaats kan vinden :

- bij vermindering van het aantal leden worden de bijkomende uittredenden door lottrekking aangewezen en zal de raad de duur van het mandaat der nieuw gekozen leden op drie of zes jaar vastleggen;

- bij verhoging van het aantal leden zal de raad de duur van het eerste mandaat van de nieuwe leden op drie of zes jaar vastleggen.

§ 5. Alle in dit artikel bedoelde verkiezingen gebeuren bij geheime stemming. In geval van staking der stemmen wordt er opnieuw gestemd. Staken de stemmen bij de herstemming, dan wordt het jongste lid geacht verkozen te zijn.

Verkiezing van de protestantse kerkraad.

Art. 11. § 1. Onverminderd de toepassing van § 3 worden de leden van de raad door de parochieleden voor 6 jaar gekozen. Een uittredend lid is herkiesbaar.

Indien een lid vroegtijdig uittreedt, verkiezen de overblijvende leden een nieuw lid dat het mandaat van zijn voorganger beëindigt.

§ 2. De raad wordt om de drie jaar voor de helft hernieuwd.

Bij elke gedeeltelijke hernieuwing verkiest de raad een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. De mandaten zijn hernieuwbaar.

§ 3. Bij nieuw opgerichte kerkfabrieken worden de eerste uittredende leden na afloop van drie jaar door lottrekking aangewezen.

Beslist de raad overeenkomstig artikel 9, § 1, lid 2, zijn aantal leden te wijzigen, dan worden de volgende regels toegepast opdat de gedeeltelijke hernieuwing bepaald in § 3 plaats kan vinden :

- bij vermindering van het aantal leden worden de bijkomende uittredenden door lottrekking aangewezen en zal de raad de duur van het mandaat der nieuw gekozen leden op drie of zes jaar vastleggen;

- bij verhoging van het aantal leden zal de raad de duur van het eerste mandaat van de nieuwe leden op drie of zes jaar vastleggen.

§ 4. Alle in dit artikel bedoelde verkiezingen gebeuren bij geheime stemming. In geval van staking der stemmen wordt er opnieuw gestemd. Staken de stemmen bij de herstemming, dan wordt het jongste lid geacht verkozen te zijn.

Voorwaarden tot verkiesbaarheid.

Art. 12. De verkozen raadsleden

- zijn ten minste 18 jaar oud;

- zijn katholiek of protestant;

- zijn binnen de parochiegemeenschap werkzaam en

- genieten de burgerlijke en politieke rechten.

Onverenigbaarheden.

Art. 13. De pastoor of predikant, of hun vertegenwoordiger...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT