21 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2010.

ALBERT

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,

Mevr. J. MILQUET

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid

Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 2009

Arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters

(Overeenkomst geregistreerd op 14 september 2009 onder het nummer 94314/CO/128.03)

Toepassinggebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen van het marokijnwerk die onder het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid ressorteren.

Met "werklieden" worden : de werklieden en de werksters bedoeld.

Classificatie van de functies

Art. 2. De classificatie van de functies wordt als volgt vastgesteld :

1e categorie : meer dan geschoolden. De werklieden moeten al de artikelen van de productie kunnen maken, zonder model of patroon.

2e categorie : geschoolden. De werklieden moeten een van de artikelen van een productie kunnen maken, zonder model of patroon, ongeacht de specialiteit.

3e categorie : half-geschoolden. De werklieden moeten een van de artikelen van een productie kunnen maken met een patroon.

4e categorie : geoefenden. De werklieden moeten een deel van een van de artikelen van een productie kunnen maken.

5e categorie : half-geoefenden. De werklieden nemen deel aan eenvoudige werken van de fabricage.

6e categorie : beginnelingen. De werklieden die leren aan eenvoudige werken deel te nemen, voor een maximumperiode van zes maanden.

Lonen

Art. 3. De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT