3 FEBRUARI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 28 juni 1983 houdende oprichting van de instelling Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, inzonderheid op artikel 17, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 september 2003 en 14 mei 2004;

Gelet op het advies van de Raad van Bestuur gegeven op 28 januari 2005;

Gelet op het protocol nr. 222.712 van 23 november 2005 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling, gegeven op 28 juni 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 juni 2005;

Gelet op het advies nr. 39.555/3 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In artikel IV 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2000 houdende organisatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de regeling van de rechtspositie van het personeel, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° In § 1 worden de woorden « de raad van bestuur » vervangen door de woorden « de directieraad »;

2° in § 1 worden de woorden « de directieraad » vervangen door de woorden « het afdelingshoofd »;

3° in § 1 wordt de zinsnede « bij aangetekende brief met ontvangstbewijs via het afdelingshoofd aan de leidend ambtenaar » vervangen door de zinsnede »aan het afdelingshoofd. »;

4° § 3 wordt vervangen door wat volgt :

§ 3. Onder diensturen wordt verstaan : de uren waarop het statutaire personeelslid krachtens de werktijdregeling die op hem van toepassing is, prestaties moet verrichten.

Art. 2. In artikel V 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « Vacante betrekkingen worden bij voorrang ingevuld door herplaatsing. »;

2° er wordt een nieuw tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Als er geen geschikte kandidaten voor herplaatsing zijn en er geen bepaling is die voorschrijft hoe in een vacante betrekking moet worden voorzien, kiest de raad van bestuur op gemotiveerd voorstel van de Directieraad of de betrekking moet worden ingevuld :

1° bij wijze van :

  1. mutatie,

  2. bevordering door overgang naar een ander niveau,

  3. aanwerving

    voor een vacante betrekking in de graad van de laagste rang van elk niveau,

    2° bij wijze van :

  4. mutatie

  5. bevordering door verhoging in graad

  6. in het niveau K, indien de keuze voor a) of b) geen geschikte kandidaten oplevert, aanwerving

    voor een vacante betrekking in de hiërarchisch hogere graad dan de begingraad van elk niveau. »;

    3° de bestaande tekst van het tweede, derde en vierde lid vormen respectievelijk het derde, vierde en vijfde lid.

    Art. 3. Artikel V 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

    Art. V 17. Onder herplaatsing wordt verstaan de overplaatsing naar een vacante betrekking van dezelfde graad van een statutair personeelslid van rang K2 en lager van wie de functie vacant werd verklaard tijdens zijn langdurige afwezigheid, die hem op zijn verzoek werd toegestaan.

    Onder herplaatsing wordt tevens verstaan de overplaatsing naar een graad van zijn rang of van een lagere rang van het statutaire personeelslid van rang K2 en lager dat vanwege medische redenen zijn huidige functie niet meer kan of mag uitoefenen.

    Een statutair personeelslid van rang K2 en lager kan op eigen verzoek herplaatst worden in een betrekking van een graad van een lagere rang wanneer hij om persoonlijke redenen zijn huidige functie niet meer kan of mag uitoefenen. Hij dient hiertoe een schriftelijke aanvraag tot vrijwillige herplaatsing in bij de leidend ambtenaar.

    Bij herplaatsing in een graad van een lagere rang in toepassing van het tweede en het derde lid van dit artikel, wordt het statutaire personeelslid ingeschaald in de nieuwe salarisschaal overeenkomstig artikel XIII 19, § 2, behalve als het statutaire personeelslid het slachtoffer is van een arbeidsongeval of een beroepsziekte.

    .

    Art. 4. Artikel V 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

    Art. V 18. De beslissing tot herplaatsing wordt genomen door de Raad van Bestuur.

    De herplaatsing naar een andere graad heeft de benoeming in de nieuwe graad tot gevolg.

    .

    Art. 5. In deel V, titel III van hetzelfde besluit wordt een artikel V 19 toegevoegd dat luidt als volgt :

    Art. V 19. De bepalingen van deze titel zijn niet van toepassing op de stagedoende statutaire personeelsleden.

    .

    Art. 6. In artikel VI 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° in § 1 worden het tweede en het derde lid opgeheven;

    2° in § 2 worden de woorden « artikel VI 4 § 2 » vervangen door de woorden « artikel VI 4 ».

    Art. 7. In artikel VI 5, § 1 van hetzelfde besluit wordt het punt 1° vervangen door wat volgt : « 1° een minimumleeftijdsgrens; ».

    Art. 8. In artikel VII 13 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :

    Met ingang van de eerste werkdag die volgt op de beslissing tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid, wordt met het stagedoend statutair personeelslid een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur van drie maanden afgesloten. Wanneer de werknemers- en werkgeversbijdragen met betrekking tot de arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur van drie maanden niet volstaan, stort de Maatschappij bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de nog ontbrekende werknemers- en werkgeversbijdragen voor de opname van het stagedoend statutair personeelslid in het stelsel van de werkloosheid, de ziekteverzekering (sector uitkeringen) en de moederschapsverzekering. De duur van de periode gedekt door deze storting mag de duur niet overschrijden van de statutaire tewerkstelling van het ontslagen statutair personeelslid.

    Art. 9. Artikel VII 14 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt :

    Art. VII 14. § 1. Het stagedoende statutaire personeelslid dat tijdens de stage een zware fout begaat, kan worden ontslagen zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding.

    § 2. Het ontslag wegens een zware fout zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding wordt door de raad van bestuur gegeven binnen de 3 werkdagen na kennisname door de onmiddellijke en hiërarchische meerdere van niveau K van het feit dat als zware fout zou kunnen worden beschouwd.

    Voorafgaand aan de ontslagbeslissing hoort de voorzitter van de directieraad of zijn vervanger, samen met de in het voorgaande lid bedoelde hiërarchische meerdere van niveau K, het stagedoende statutaire personeelslid. Deze kan zich laten bijstaan door een raadgever.

    § 3. In het geval van ontslag van het stagedoende statutaire personeelslid voor een zware fout, betaalt de Maatschappij aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de werkgevers- en werknemersbijdragen nodig voor de opname van het stagedoende statutaire personeelslid in het stelsel van de werkloosheid, de ziekteverzekering (sector uitkeringen) en de moederschapsverzekering. De duur van de periode gedekt door deze betaling mag de duur niet overschrijden van de statutaire tewerkstelling van het ontslagen stagedoende statutaire personeelslid.

    Art. 10. In artikel VIII 26, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « 38 uur per week » vervangen door de woorden « 37 uur per week ».

    Art. 11. In artikel VIII 28 van hetzelfde besluit worden in de punten 1° en 2° de woorden « van 1976 uur » vervangen door de woorden « van 1924 uur ».

    Art. 12. In artikel VIII 30 § 1 van hetzelfde besluit worden na de woorden « voor een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid » de woorden « of voor het slagen in een opleidingstraject. » toegevoegd.

    Art. 13. In artikel VIII 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1° in § 1 wordt het tweede lid opgeheven;

    2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3. De nadere regelen inzake de wijze van bekendmaking van de vacatures en de kandidaatstelling worden vastgesteld door de raad van bestuur. »;

    3° § 4 wordt opgeheven.

    Art. 14. In artikel VIII 32, § 1, van hetzelfde besluit worden na de woorden « onderzoek naar de beroepsgeschiktheid », de woorden « of aan een opleidingstraject » ingevoegd.

    Art. 15. In artikel VIII 33 van hetzelfde besluit wordt aan de bestaande tekst die § 1 zal vormen, een § 2 toegevoegd die luidt als volgt :

    § 2. Indien een statutair personeelslid wenst af te zien van een bevordering, dient dit schriftelijk meegedeeld te worden.

    Art. 16. In deel VIII, titel IV van hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen door wat volgt : « Hoofdstuk II. De vergelijkende examens voor overgang naar een ander niveau, de onderzoeken naar de beroepsgeschiktheid en de opleidingstrajecten. »;

    Art. 17. In artikel VIII 34 van hetzelfde besluit worden na de woorden « ... de onderzoeken naar de beroepsgeschiktheid », de woorden « en de opleidingstrajecten » toegevoegd.

    Art. 18. Artikel VIII 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

    « Art. VIII 35. § 1. De raad van bestuur stelt de nadere bepalingen vast van de overgangsexamens en van de onderzoeken naar de beroepsgeschiktheid en de opleidingstrajecten. Dit houdt onder meer in : de samenstelling van de examencommissies en van de commissies die belast zijn met het afnemen van de proeven, de inhoud van de examens en van de onderzoeken naar de beroepsgeschiktheid en de opleidingstrajecten, de eventuele vrijstellingen, de datum waarop aan de deelnemingsvoorwaarden moet worden voldaan, de voorwaarden om te slagen en de geldigheidsduur.

    § 2. In afwijking van de bepaling in § 1 inzake de geldigheidsduur, behoudt de geslaagde voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT