15 MAART 2010. - Programmadecreet 2010

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Persoonsgebonden Aangegelenheden

Afdeling 1. - Dienst voor de personen met een handicap

Artikel 1. Artikel 3, 1°, van het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een " Dienststelle der Deutschsprachige Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung " (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap) wordt vervangen als volgt :

"1° handicap : langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperking die de betrokkene in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving."

Art. 2. In artikel 6, 2°, van hetzelfde decreet worden de woorden "drie vertegenwoordigers" vervangen door de woorden "vijf vertegenwoordigers".

Art. 3. Artikel 20, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 16 december 2003, wordt vervangen als volgt :

§ 1 - Op de voordracht van de Raad van bestuur richt de Regering een evaluatiecommissie op die als opdracht heeft :

1° op verzoek van de directeur, aangewezen met toepassing van artikel 13, een advies te geven over de aanvragen om inschrijving van personen met een handicap en over individuele hulp- en begeleidingsprogramma's, maatregelen die noodzakelijk zijn voor de socio-professionele integratie van de personen met een handicap;

2° een advies te geven om te bepalen of de therapeutische behandelingen, technisch-therapeutische hulpverlening, buitengewone pedagogische hulpmiddelen en heelkundige ingrepen die een kind of jongere met een handicap geniet of waaraan hij zich onderwerpt al dan niet noodzakelijk zijn voor de maatschappelijke integratie;

3° op basis van het VN-Verdrag van 13 december 2006 inzake de rechten van personen met een handicap concepten m.b.t. de omzetting van het gehandicaptenbeleid in de Duitstalige Gemeenschap te verifiëren en erover een advies te geven;

4° in het kader van de door de Regering bepaalde voorwaarden en procedureregels opdrachten vervullen om de in artikel 30 bedoelde inrichtingen en verenigingen te controleren.

De evaluatiecommissie bestaat uit :

1° twee leden van de Raad van beheer van de Dienst, waarbij het oudste het voorzitterschap van de evaluatiecommissie waarneemt;

2° twee leden gespecialiseerd in de socio-professionele integratie van personen met een handicap;

3° een lid gespecialiseerd in de tewerkstelling;

3° een lid gespecialiseerd in het onderwijs.

De Regering wijst de in lid 2, 1° à 4°, bedoelde leden aan op voordracht van de Raad van beheer van de Dienst.

De directeur van de Dienst kan de zittingen van de evaluatiecommissie met beslissende stem bijwonen.

Art. 4. Artikel 20, § 3, lid 2, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 16 december 2003 en gewijzigd bij het decreet van 20 februari 2006, wordt vervangen als volgt :

"Om de aanvragen om technisch-therapeutische hulpverlening en buitengewone pedagogische hulpmiddelen te behandelen en een advies uit te brengen, doet de evaluatiecommissie een beroep op één vertegenwoordiger van de Onderwijsafdeling van het Ministerie of van de pedagogische inspectie-begeleiding."

Afdeling 2. - Noodopvangwoningen

Art. 5. Het opschrift van het decreet van 9 mei 1994 houdende de erkenning van inrichtingen die personen in een noodtoestand voorlopig opnemen en begeleiden en houdende toekenning van toelagen met het oog op de onteigening, de aankoop, de bouw, de huur, de reparatie en de uitrusting van noodopvangwoningen wordt vervangen als volgt : "Decreet betreffende de noodopvangwoningen".

Art. 6. Artikel 1, lid 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met de bepalingen onder 3.1 à 3.3, luidende :

"3.1 woning : eengezinswoning of gemeenschappelijke woning in de zin van de Waalse huisvestingscode;

3.2 wooneenheid : woonruimte(s) voor individueel gebruik van een gezin binnen een gemeenschappelijke woning;

3.3 gezin : alleenstaande persoon of meerdere personen die doorgaans samenwonen;".

Art. 7. Artikel 3 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 4 maart 1996, wordt opgeheven.

Art. 8. In artikel 4 van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :

    "2° de inrichting beschikt ten minste over één woning;".

  2. in de bepaling onder 4° worden de woorden "van het bevoegd openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, van het comité...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT