31 MAART 2014. - Decreet betreffende de kinderopvang (1)

Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Europese clausule.

Dit decreet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt.

Art. 2. Definities.

Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder :

  1. kinderen : personen die de volle leeftijd van twaalf jaar nog niet bereikt hebben;

  2. kinderopvang : de regelmatige opvang van kinderen tegen betaling en in vastgelegde ruimten, buiten de woning van de personen belast met de opvoeding;

  3. dienstverrichter : natuurlijke persoon of rechtspersoon resp. vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die in hoofdberoep, bijberoep of als vrijwilliger kinderopvang aanbiedt;

  4. persoon die werkzaam is in de kinderopvang : natuurlijke persoon die als dienstverrichter of in opdracht van een dienstverrichter werkzaam is en zelf kinderen opvangt of direct en regelmatig met opgevangen kinderen in contact komt.

    In afwijking van het eerste lid, 1°, kan de Regering uitzonderingen bepalen waarin ook personen die de volle leeftijd van twaalf jaar hebben bereikt, beschouwd worden als 'kinderen' in de zin van dit decreet.

    In afwijking van het eerste lid, 2°, kan de Regering uitzonderingen bepalen waarin kinderopvang ook in de woning van de personen belast met de opvoeding plaatsvindt.

    Art. 3. Toepassingsgebied.

    Dit decreet is van toepassing op alle dienstverrichters die kinderopvang aanbieden in het Duitse taalgebied.

    Art. 4. Beginsel van de kinderopvang.

    Binnen de perken van het beschikbare aanbod aan kinderopvang en de beschikbare begrotingsmiddelen heeft elk gezin met behoefte aan kinderopvang overeenkomstig dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan recht op kinderopvang.

    Art. 5. Ontwikkeling van het kind en niet-discriminatie.

    De dienstverrichters die op grond van dit decreet erkend zijn, waarborgen elk kind in de kinderopvang optimale mogelijkheden en kansen om zich te ontplooien. Zij houden rekening met het eigen tempo van het kind en bevorderen zijn geestelijke en motorische ontwikkeling, zijn creativiteit, zijn vermogen om relaties aan te knopen en zijn sociale competentie. Voorts bieden ze voldoende structuur via regels en continuïteit in het verloop van de opvang.

    Elke vorm van discriminatie in de zin van artikel 5 van het decreet van 19 maart 2012 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie is in de kinderopvang verboden.

    HOOFDSTUK 2. - Erkenning

    Art. 6. Beginsel van de erkenning.

    Elke dienstverrichter die kinderopvang aanbiedt, moet door de Regering erkend zijn voordat hij van start gaat met de kinderopvang.

    Art. 7. Erkenningsvoorwaarden.

    Om erkend te worden, moeten de dienstverrichters op zijn minst voldoen aan de volgende voorwaarden :

  5. de personen die werkzaam zijn in de kinderopvang beschikken over een uittreksel uit het strafregister (model 2) van zichzelf en beschikken, indien de kinderopvang in hun woning plaatsvindt, over een dergelijk uittreksel van alle meerderjarigen die deel uitmaken van het gezin en/of die regelmatig in contact zullen komen met de opgevangen kinderen. Indien die personen hun woonplaats in het buitenland hebben, beschikken ze over een gelijkwaardig document van een bevoegde overheid waaruit blijkt dat ze een activiteit kunnen uitoefenen op het gebied van opvoeding, psycho-medisch-sociale begeleiding, jeugdbijstand, kinderbescherming, animatie of begeleiding van minderjarigen;

  6. de personen die werkzaam zijn in de kinderopvang beschikken over een medisch attest dat niet ouder is dan twee maanden en dat bekrachtigt dat hun gezondheidstoestand hen toelaat voor kinderen te zorgen;

  7. voor zover dit niet blijkt uit het medisch attest vermeld in 2°, beschikken de vrouwelijke personen die werkzaam zijn in de kinderopvang en jonger zijn dan 55 jaar over een medisch bewijs dat zij zelf, en indien de kinderopvang in hun woning plaatsvindt, ook de andere vrouwelijke leden van hun gezin die jonger zijn dan 55 jaar, immuun zijn voor rodehond. De weigering van een eventueel nog noodzakelijke inenting wordt alleen aangenomen op grond van een gemotiveerd medisch attest;

  8. de personen die werkzaam zijn in de kinderopvang verplichten zich ertoe geen professionele of niet-professionele activiteit uit te oefenen die onverenigbaar is met kinderopvang of die hen tijdens de openingstijden van de kinderopvangvoorziening van de zorg voor de kinderen zou kunnen afhouden.

    De kinderopvang vindt plaats in een daarvoor geschikte omgeving en in ruimten die voldoende groot, veilig en proper zijn. De Regering...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT